| |
| |
| |
Jet Boeke
door Marlene Lunter
Jet (Henriëtte) Boeke is op 28 oktober 1948 als jongste van zes kinderen in Wageningen geboren. Na de mms ging ze naar de Rietveld Academie in Amsterdam. Ze bekwaamde zich op de afdeling Grafisch Ontwerpen in druktechnieken, kalligrafie, typografie, boekbinden, modeltekenen en fotografie. Als stagiaire bij de Toonder Studio's maakte ze haar eigen tekenfilm, Monden. In 1973 haalde ze haar diploma. Daarna werkte ze mee aan diverse tekenfilms.
Vanaf 1975 trok Jet Boeke twee jaar door de Verenigde Staten, Mexico en Midden-Amerika. Onderweg maakte ze portretten van mensen, in ruil voor eten of onderdak. Het was de eerste stap in haar ontwikkeling van grafisch ontwerper naar illustrator.
In de Verenigde Staten zag Boeke voor het eerst Sesamestreet en ze was zeer geboeid. Toen ze in Nederland terugkeerde, bleek daar Sesamstraat net van start te gaan. Er was behoefte aan materiaal voor de allerkleinsten en zo ontstond Dikkie Dik.
Jet Boeke publiceerde in de tijdschriften Ouders van nu, Kinderen en Margriet. In 1991 maakte ze voor de kinderboekenweek de kleuteruitgave Dikkie Dik, buiten spelen.
Ze woont samen met haar partner Arthur van Norden in Amsterdam.
| |
Werk
In 1983 verscheen Het vogeltje/De speelgoedbeer, het eerste omdraaiboekje met avonturen van Dikkie Dik. De omdraaiboekjes hebben twee voorkanten. Heb je één verhaaltje uit en draai je het boekje om, dan kun je aan het tweede verhaaltje beginnen. Jet Boeke heeft sinds het eerste boekje honderden verhalen over de eigenwijze kater bedacht. Zij richt zich als illustrator vooral op het
| |
| |
kijken, omdat het voor heel jonge kinderen moeilijk is om tegelijk te kijken en te luisteren. Boeke bedenkt een verhaal, maakt de tekeningen en geeft die aan Arthur van Norden die er de teksten bij schrijft. De verhalen in de omdraaiboekjes zijn simpel, bestaan uit zes tekeningen en zijn gericht op één belevenis. De grotere Dikkie-Dikboeken bevatten meer tekeningen en beschrijven verschillende avonturen rond één thema.
De tekeningen zijn eenvoudig, met heldere lijnen, vriendelijke kleuren en weinig achtergrond. Dikkie Dik is een echte kat met kattenstreken, geen beest met menselijke trekjes. Boeke wordt geïnspireerd door de gedragingen van haar eigen katten, door ideeën van kinderen of door thema's die de redactie van Sesamstraat aandraagt.
‘Dikkie Dik heeft een leuk karakter,’ verklaart Jet Boeke de populariteit van de rode kater. ‘Vaak hebben kinderen zelf zo'n soort beest. Dikkie Dik is onderzoekend, iets wat kleine kinderen ook graag doen. En natuurlijk doet hij ook stoute dingen: stelen, snoepen of vogeltjes vangen.’
De tekeningen in de eerste Dikkie-Dikboekjes waren volgens Jet Boeke nog wat houterig; de kleuren waren ook niet geweldig, ze zijn gemaakt met viltstift. Later stapte Boeke over op aquarel, omdat dit mooie, natuurlijke kleuren oplevert. Het kostte haar in het begin veel moeite het tekenen onder de knie te krijgen, ze was immers geen illustratrice. Nu gaat het tekenen van Dikkie Dik haar gemakkelijk af.
Voor Sesamstraat maakte Jet Boeke ook een serie over Hond Dolf, met als uitgangspunt uitspraken van kleine kinderen over wat ze leuk, lekker, vies en vervelend vinden.
In 1989 verscheen Dora Blaat, het aarzelende schaap, over een schaap dat nooit weet wat ze wil en daardoor altijd achter het net vist. Dora twijfelt zelfs of ze wel voor op het boek wil. In Mol en Hond (1991) werken een hond en een mol samen en slagen er zo in, alle dieren veilig de weg over te laten steken. Voor beide boeken schreef Boeke zelfde tekst.
Jet Boeke wil tijdloze boeken maken, een thema met humor aanpakken, zonder moralistische ondertoon. ‘Uit een kinderboek mag niet blijken dat er een lijstje zaken aan de orde moet komen die de schrijver tevoren heeft bedacht.’
Boeke illustreerde ook werk van Corrie Hafkamp en Dolf Verroen.
| |
Boems pats!
Een Dikkie Dik over het thema botsen. De hoofdrollen zijn voor Dikkie Dik en Poes Muis. Deze katten botsen tegen elkaar op - boems pats! - als ze allebei een vlinder proberen te vangen die op de kop van de speelgoedbeer zit. Poes Muis gaat er met Beer vandoor, klimt in een boom en laat Beer - boems pats! - boven op Dikkie Dik vallen. Dikkie Dik doet alsof hij pijn heeft en Poes
| |
| |
Uit Boems pats!
Muis troost hem. Dan rennen ze naar de keuken. Samen zorgen ze ervoor dat het pak kattenbrokjes van de plank valt - boems pats! Zoveel brokjes hebben ze nog nooit gezien.
De avonturen zijn in sprekende kleuren afgebeeld. De achtergrond is meestal wit en eenvoudig uitgewerkt. Op de eerste prent zijn alleen de twee poezen in het gras te zien, met tussen hen in Beer. De prenten van de keuken zijn gevulder. Op één van de platen staan de twee katten, een gedeelte van de speelgoedbeer, een leeg bakje, een blauwe vloer, een stukje van het raam met een wapperend gordijn en een openstaande deur waardoor wat gras zichtbaar is.
| |
Waardering
Aanvankelijk waren de recensenten niet erg lovend over Dikkie Dik. De prentenboekjes werden weinig origineel gevonden, hoewel werd ingezien dat de voorvallen voor peuters makkelijk te begrijpen zijn. Later werd de eenvoud en duidelijkheid geprezen. Marita Vermeulen in 1989 in Jeugdboekengids: ‘Voor kleuters veel herkenbare gegevens, die treffend in beeld gebracht werden.
| |
| |
Het plaatwerk in deze boekjes is sober, met sterk vereenvoudigde figuren. Doordat Jet Boeke alleen het strikt noodzakelijke in beeld brengt, kunnen heel jonge kinderen de verhaallijn makkelijk volgen. De avonturen van Dikkie Dik sluiten veelal aan bij de belevingswereld van jonge kleuters, die ook de humoristische pointe meestal kunnen waarderen.’
‘Dit originele verhaal is niet altijd even makkelijk,’ schreef Hil d'Haese in Jeugdboekengids over Dora, het aarzelende schaap. ‘Eigenlijk is het vrij diepzinnig. Toch lijkt het voor jonge kinderen best herkenbaar. Een fijn boekje.’
| |
Bibliografie
Kinderboeken
|
(De boeken over Dikkie Dik zijn gemaakt i.s.m. Arthur van Norden.)
Dikkie Dik. Het vogeltje/De speelgoedbeer. Bloemendaal, Gottmer/Becht, 1983. |
Dikkie Dik. Het schaap/Drie vrienden. Bloemendaal, Gottmer/Becht, 1983. |
Dikkie Dik. Jonge poesjes/Plassen. Bloemendaal, Gottmer/Becht, 1984. |
Dikkie Dik. Lekker slapen/De spin. Bloemendaal, Gottmer/Becht, 1984. |
Dikkie Dik. Eendjes/Inkt. Bloemendaal, Gottmer/Becht, 1985. |
Dikkie Dik. De meeuwen/De waslijn. Bloemendaal, Gottmer/Becht, 1985. |
Dikkie Dik. De eekhoorn/In het grote bed. Bloemendaal, Gottmer/Becht, 1985. |
Dikkie Dik. IJspegels/De sneeuwpoes. Bloemendaal, Gottmer/Becht, 1985. |
Dikkie Dik. Een boek vol avonturen. Haarlem, Gottmer, 1985. |
Dikkie Dik. De verjaarskaart/Schrikken. Bloemendaal, Gottmer/Becht, 1986. |
Dikkie Dik. Kattebrokjes/Het kussen. Bloemendaal, Gottmer/Becht, 1986. |
Dikkie Dik. Het schoteltje melk/Verstoppertje. Bloemendaal, Gottmer/Becht, 1986. |
Dikkie Dik. Konijntje over/Bah. Bloemendaal, Gottmer/Becht, 1986. |
Dikkie Dik, Zig Zag. Bloemendaal, Gottmer/Becht, 1986. |
Dikkie Dik. Een boek vol nieuwe avonturen, Haarlem, Gottmer, 1987. |
Dikkie Dik. Het derde boek vol avonturen. Haarlem, Gottmer, 1989. |
Dora Blaat, het aarzelende schaap. Bloemendaal, Gottmer/Becht, 1989. |
Dikkie Dik. Het grote kijk- en leesboek. Haarlem, Gottmer, 1990. |
Mol en Hond. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1991. |
Dikkie Dik. Het tweede grote kijk- en leesboek. Haarlem, Gottmer, 1991. |
Dikkie Dik. Buiten spelen. Amsterdam, CPNB, 1991. |
Dikkie Dik. Het derde grote kijk- en leesboek. Haarlem, Gottmer, 1991. |
Dikkie Dik. Tweelingpoezen/Korenveld. Bloemendaal, Gottmer/Becht, 1993. |
Dikkie Dik. Het reuzeboek. Haarlem, Gottmer, 1993. |
Dikkie Dik. Pleisters plakken. Bloemendaal, Gottmer/Becht, 1993. |
Dikkie Dik, het tweede boek vol avonturen. Haarlem, Gottmer, 1993. |
Dikkie Dik. Klapstoel/Peper. Bloemendaal, Gottmer/Becht, 1993. |
Dikkie Dik. Pingpongbal/Hoge kruk. Bloemendaal, Gottmer/Becht, 1993. |
Dikkie Dik. Knuffels/Vliegles. Bloemendaal, Gottmer/Becht, 1993. |
Dikkie Dik. Het vierde boek vol avonturen. Haarlem, Gottmer, 1994. |
Dikkie Dik. Boems pats! Haarlem, Gottmer, 1996. |
|
Boeken geïllustreerd door Jet Boeke
|
Corrie Hafkamp, Pim de mus. Tilburg, Zwijsen, 1983. |
| |
| |
Corrie Hafkamp, Duimpje en de schaap-reus. Tilburg, Zwijsen, 1986. |
Dolf Verroen, De liefste poes van de wereld. Amsterdam, Leopold, 1988. |
Dolf Verroen, Pas op, mijn hoofd waait weg. Amsterdam, Leopold, 1990. |
Dolf Verroen, Hoe wordt een paard een poes. Amsterdam, Leopold, 1994. |
Over Jet Boeke
|
Dik Hein, ‘Dikkie Dik is beroemd. Ik gelukkig niet.’ In: Margriet, nr. 9, 21-2-1986. |
Marita Vermeulen, Over Dikkie Dik. In: Jeugdboekengids, nr. 8, 1986. |
Truusje Vrooland-Löb, Een prentenboek op televisie is twee vliegen in één klap. In: Leesgoed, nr. 1, 1989. |
[Anoniem], Over Dikkie Dik. In: Friesch Dagblad, 23-10-1989. |
Hil d'Haese, Over Dora, het aarzelende schaap. In: Jeugdboekengids, nr. 4, 1990. |
Jan van Damme, Bekendste kater van Nederland. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 6-10-1990. |
Joke Dieben-Frerichs, Karakter Dikkie Dik onsterfelijk. In: Haarlems Dagblad, 26-9-91. |
Muriel Boll, Dieren klein en groot. In: De Stem, 15-5-1992. |
Karin de Graaff, De vele levens van Dikkie Dik. In: Haagsche Courant, 29-9-1995. |
HS, Dikkie Dik mag niet poepen in Amerika. In: Haarlems Dagblad, 4-10-1995. |
Geert van Elten, De echte Dikkie Dik werd negentien jaar oud. In: Eindhovens Dagblad, 16-10-1995. |
44 Lexicon jeugdliteratuur
juni 1997
|
|