| |
| |
| |
Quentin Blake
door Truusje Vrooland-Löb
Foto: Truusje Vrooland-Löb
Quentin Blake is op 16 december 1932 geboren in Sidcup, een voorstadje van Londen. Hoewel hij als scholier al een passie voor tekenen had - hij kreeg zelfs cartoons geplaatst in het vermaarde tijdschrift Punch - ging hij na de middelbare school naar het Downing College in Cambridge om Engelse taal- en letterkunde te studeren. Eenmaal afgestudeerd ontdekte hij na een jaar lesgeven aan een Frans lyceum in Londen, dat hij toch liever met tekenen zijn brood wilde verdienen. Voor de benodigde basistechniek volgde hij een deeltijdopleiding op de schildersafdeling van Chelsea College of Art.
In 1961 maakte hij samen met John Yeoman zijn eerste boek voor kinderen (A Drink of Water). Dit was het begin van zijn succesvolle carrière als illustrator van bijna tweehonderd boeken voor kinderen en volwassenen. Als ‘de tekenaar van de Roald Dahl-boeken’ verwierf hij enorme internationale bekendheid.
Quentin Blake ontving heel wat bekroningen. In 1974 quentinkreeg hij the Whitbread Award voor zijn tekeningen bij Russell Hoban's How Tom Beat Captain Najork and his Hired Sportsmen. Het vervolg hierop, A Near Thing for Captain Najork, behoorde tot de New York Times Choice of Best Illustrated Children's Books of the Year 1976. Voor het door hem getekende en geschreven Mr. Magnolia kreeg hij in 1980 The Kate Greenaway Medal. In Nederland werd dit boek, vertaald onder de titel Meester de Meijere, in 1991 bekroond met een Pluim van de Maand. Zijn prentenboek Het verhaal van de dansende kikker (The Story of the Dancing Frog) werd in 1985 bekroond met een Zilveren Penseel. In 1988 ontving hij voor zijn werk een koninklijke onderscheiding: de obe (Order of the British Empire).
| |
| |
Naast free-lance illustrator en cartoonist is Quentin Blake een paar dagen per week docent aan de ‘postgraduate’ illustratie-afdeling van het Royal College of Art in Londen.
| |
Werk
Een van de duidelijkste kenmerken van zijn ‘grafisch handschrift’ is de snelle, geestige, bewegelijke en raak getypeerde lijnvoering. Deze directe manier van tekenen maakt zijn werk bijzonder geschikt voor de cartoonvorm. Vanaf de jaren zestig kreeg hij dan ook veel opdrachten voor tijdschriften als Punch, The Spectator, The Listener en New Society. Zelfs in de kleurillustraties van zijn (prenten)boeken blijft die met een fel pennetje getekende, bewegelijke basislijn altijd zichtbaar.
Min of meer toevallig boog zijn
Uit De kluizenaar en de beer van John Yeoman
cartooncarrière op een gegeven moment af richting kinderboeken. Een omslag van hem voor het tijdschrift The Spectator was aanleiding hem te vragen voor een bijdrage in een uitgave over kinderboekillustratoren. Blake biechtte op dat hij geen kinderboekillustrator was, maar het wel graag zou willen worden. Daarom vroeg hij zijn vriend en studiegenoot John Yeoman, een tekst voor een kinderboek te schrijven waarbij hij tekeningen zou kunnen maken. A Drink of Water werd het begin van een vruchtbare samenwerking en een langdurige vriendschap. Ze delen een gevoel voor humor, dat Blake in zijn tekeningen steeds weet te visualiseren.
Als illustrator houdt Blake ervan om gewone grappige dingen, menselijke bewegingen en reacties zo spontaan weer te geven, dat de beschouwer in één oogopslag de humor ervan inziet. De beweging van de losjes ogende inktlijnen is gebaseerd op de naturalistische grondvorm. Blake kent die uitstekend maar laat in zijn tekeningen nooit de gedetailleerde uitwerking zien. Ze ligt als het ware onzichtbare onder de pennestreken, en vindt vermoedelijk een oorsprong in de verstilde olieverfstudies van vrouwelijk naakt, die hij in zijn vrije tijd maakt.
In boeken voor oudere kinderen laat Blake soms - in tegenstelling tot zijn prentenboeken voor jongere kinderen, waarin hij veel meer toont -
| |
| |
Uit Het verhaal van de dansende kikker
| |
| |
bewust bepaalde dingen niet zien, suggereert het gebeuren dus wat meer. Daarin volstaat hij ook meestal met tekeningen in zwart-wit.
Van cartoonachtige illustraties naar het medium tekenfilm is maar een klein stapje; zijn eerste eigen prentenboek Patrick (1968) werd dan ook zonder veel veranderingen een Weston Woods-animatiefilmpje.
In de jaren zeventig trad Blake op in het bbc-programma Jackanory, waarin hij voor de televisiecamera de avonturen van Lester en Flap-eared Lorna tekende en tegelijkertijd vertelde. Een ervaring met interessante aspecten, want niet alleen genoot hij van het observeren van al die mensen op de set - hij leerde ook veel over zichzelf als illustrator. Blake moest namelijk in vijftien minuten zonder veel revisiemogelijkheden een illustratie op het papier zien te krijgen. Die tekening kon van tevoren wel een paar keer geoefend worden, maar de laatste, die van de uitzending - of hij nu de beste was of niet - kwam de toeschouwer uitgebreid onder ogen. Dit in tegenstelling tot een tekening waaraan lang gewerkt kan worden, en die uiteindelijk bewust om zijn kwaliteit als boekillustratie gekozen wordt. Daarnaast appelleerde het tekenen en vertellen op televisie aan zijn gevoel voor theater. De rol van de illustrator acht hij namelijk heel verwant aan die van de acteur in een toneelstuk: beiden visualiseren de tekst.
Blake ziet de positie van illustrator als een dienende en wil de lezer van een door hem geïllustreerd boek de kans geven ook even alleen met de tekst in het boek te zijn. De illustraties moeten de tekst naar de lezer brengen en tegelijk de sfeer van het verhaal benadrukken.
| |
Verschillende auteurs
Hoewel Blake in alle boeken herkenbaar zichzelf blijft, vereist iedere soort tekst een eigen benadering en een zekere mate van aanpassing. Blake beschouwt dat aanpassen als een van de interessante kanten van zijn vak. Hij voelt zich dan even als de schrijver van het libretto bij een opera waarvoor de componist de muziek al klaar heeft.
De beste teksten zijn voor hem die welke hem opladen, en hem het materiaal aanreiken om te tekenen. Ze moeten hem het gevoel geven van ‘uit-eten-gaan; ergens waar je nog niet eerder was, en waar het heel anders smaakt dan thuis’.
Als hij een tekst krijgt, leest hij deze een paar keer en begint hij te schetsen om greep te krijgen op het bewegingspatroon en de karakters van de personen. Schetsen betekent bij Blake ook het boek in zijn totaliteit ontwerpen, beslissen waar de tekst en waar de illustraties moeten komen, en denken over een omslagtekening. Die mag wel de sfeer van het boek aanduiden, maar niet het verhaal weggeven. Er moet een balans gevonden worden
| |
| |
Uit Hoe Tom won van Kapitein van Urk en zijn sportieve huurlingen van Russell Hoban
tussen de tekening en de typografie van de belettering.
De tekst van How Tom Beat Captain Najork and his Hired Sportsmen (Hoe Tom won van Kapitein van Urk en zijn sportieve huurlingen) van Russell Hoban, gaf hem bijvoorbeeld zulke sterke beelden en zoveel inspiratie, dat hij het hele boek achter elkaar illustreerde. De geschiedenis van het jongetje Tom dat zo van dollen houdt dat zijn strenge tante hem door Kapitein Najork en de sportieve huurlingen een lesje wil laten geven, was zowel door de humor als door het pittige verhaalritme de illustrator Quentin Blake op het lijf geschreven. Wilde spelletjes als wiebal, drekken en glijbal, moest hij logisch tekenen zonder de grap ervan te verklappen. Hij wilde ook voldoende ruimte laten aan de fantasie van de lezer en daarom heeft hij de tekeningen zorgvuldig tussen of naast de tekst geplaatst.
Russell Hoban - zelf van huis uit illustrator - was zo gelukkig met de
| |
| |
manier waarop Blake zijn figuren gestalte had gegeven, dat hij een vervolg maakte: A Near Thing for Captain Najork (Een dubbeltje op zijn kant voor Kapitein van Urk). Door de tekeningen in zijn eerste boek wist hij precies hoe zijn karakters eruit zagen.
De samenwerking met de diverse auteurs verloopt steeds anders. Met John Yeoman is niet veel overleg nodig omdat ze op een verwante golflengte zitten, Russell Hoban leerde hij pas na het eerste boek kennen. Maar met de dichter Michael Rosen heeft Blake een echt samenwerkingsverband. Gezamenlijk bedachten zij bijvoorbeeld de meeste grappen in You can't catch me! (Pak me dan als je kan), een geïllustreerde dichtbundel voor kinderen. Omdat de gedichten van Rosen een duidelijke relatie met de realiteit hebben - in tegenstelling tot het fantastische of absurde element uit veel andere teksten - zet Blake de figuren in het werk van Rosen altijd wat realistischer aan.
| |
Roald Dahl
Met Roald Dahl had Quentin Blake intensief contact over de illustraties in zijn boeken. Soms moest hij op verzoek van Dahl een tekening overmaken. Dat was het geval voor de GVR, omdat Blake's reus te komisch was en niet zoals Dahl hem zelf zag. Een door Dahl beschreven schort van de reus bijvoorbeeld bleek de illustrator zo in de weg te zitten, dat de reus uiteindelijk een te korte lange broek aankreeg met een shabby vestje over een kraagloos overhemd. Voor de sandalen van de GVR stuurde Dahl zijn eigen Noorse sandalen naar hem op. Blake kreeg hierdoor de indruk dat die reus in veel opzichten op Dahl zelf lijkt, en laat dat soms even in zijn tekeningen zien.
Met het element ‘wreedheid’ in veel van Dahl's boeken ( Gruwelijke rijmen, De heksen) had hij in het begin wat moeite. Maar al lezend en schetsend ontdekte hij dat de tekst een onbekende laag in hem aanboorde. Het tekenen van heksen, reuzen, krokodillen of vieze wezens begon hem te fascineren en hij moest zich soms inhouden om de auteur niet in beelden te overschreeuwen. Voor dit soort
Uit De GVR van Roald Dahl
| |
| |
teksten ontwikkelde hij een ander tekentemperament waarbij harder papier en een speciale, wat krassende pen horen.
| |
Eigen werk
Hoewel hij graag teksten van anderen illustreert, wil hij ook af en toe een boek helemaal zelf maken. Dat begon al in 1968 met Patrick en dat herhaalt zich iedere paar jaren (Frank en Anna, Mevrouw Hermitage op rolletjes, Doe ook maar mee). Ondanks die door hem getekende en geschreven boeken voelt Blake zich beslist geen kinderboekenschrijver. Zijn idee voor een boek komt namelijk altijd eerst in beelden; het boek ontstaat via de tekeningen, waar later tekst bij komt. ‘Bij het maken van The story of the Dancing Frog, bleek dat de tekeningen er weer het eerst waren. Het idee van die kikker als hoofdfiguur ontstond tijdens een lezing over illustraties waarbij ik een kikker als voorbeeld tekende, omdat een kikker zich zo goed leent voor het weergeven van bewegingen. Daarvoor moet je natuurlijk wel de naturalistische vorm van een kikker goed kennen. Die moet binnenin je zitten zodat je weet tot hoever je kunt gaan met het deformeren van zo'n dier tot een prentenboekkikker. Toen ik die kikker eenmaal had, kwamen er van verschillende kanten ideeën bovendrijven. Er was het verhaal van Josephine Baker dat mijn vader mij vroeger vertelde. Ik wilde iets schrijven over hoe je problemen kunt oplossen maar ook over het belang van voorouders en familie. Uit al die ingrediënten ontstond het verhaal. Maar het begin was toch echt het tekenen van een kikker. Ik houd er van een verhaal te vertellen aan kinderen - ik ben tenslotte van huis uit leraar - en de kindertijd is een periode waar ik zeer in geïnteresseerd blijf. Een kinderboek is dan natuurlijk een prachtig excuus om veel tekeningen te maken.’
| |
Waardering
Quentin Blake heeft met zijn illustraties bij de teksten van verschillende auteurs al zo'n twintig jaar veel succes in binnen- en buitenland. Desondanks associëren de meeste kinderen zijn werk vrijwel direct met de boeken van hun populaire schrijver Roald Dahl. Aukje Holtrop: ‘Quentin Blake, de illustrator, heeft ervoor gezorgd dat we voortaan een GVR onmiddellijk zullen herkennen. Je zou kunnen zeggen dat de reus door Roald Dahl bedacht is, en door Quentin Blake gefotografeerd.’
In artikelen en recensies over zijn werk blijkt dat de humor in zijn tekeningen ook de volwassen beschouwer steeds aangenaam opvalt: ‘Als geen ander weet hij het grappige, het karikaturale en het gevoelige te combineren in platen die telkens een dynamische interactie met het verhaal aangaan,’ aldus Marita de Sterck.
| |
| |
| |
Bibliografie
Door Quentin Blake geschreven en geïllustreerde boeken
|
Patrick (1968): Patrick. Vertaald door Joke Linders. Baarn, Bekadidact, 1992. |
Jack and Nancy (1969): Frank en Anna. Vertaald door Thera Coppens. Baarn, Bekadidact, 1989. |
Mister Magnolia (1980): Meester de Meijere. Vertaald door Willem Wilmink. Baarn, Bekadidact, 1988. |
The Story of the Dancing Frog (1984): Het verhaal van de dansende kikker. Vertaald door Els Pelgrom. Amsterdam, Querido, 1984. |
Mrs. Armitage on Wheels (1987): Mevrouw Hermitage op rolletjes. Vertaald door Jan Kuijper. Amsterdam, Querido, 1987. |
Quentin Blake's ABC (1989): Het ABC van Quentin Blake. Vertaald door Willem Wilmink. Baarn, Bekadidact, 1992. |
All Join In (1990): Doe ook maar mee. Vertaald door Willem Wilmink. Baarn, Bekadidact, 1991. |
Cockatoos (1992): De Kakatoes van professor Plantijn. Vertaald door Willem Wilmink. Baarn, Bekadidact, 1992. |
Keuze uit door Quentin Blake geïllustreerde boeken die ook in het Nederlands werden vertaald
|
J.P. Martin, Uncle (1964): Oom Olifant. Vertaald door A.J. Spoorenberg. Hoorn, Westfriesland, 1967. |
J.P. Martin, Uncle and his detective (1964): Oom Olifant en zijn detective. Vertaald door T. Stam. Hoorn, Westfriesland, 1967. |
J.P. Martin, Uncle cleans up (1964): Oom Olifant houdt grote schoonmaak. Vertaald door T. Stam. Hoorn, Westfriesland, 1976. |
J. Yeoman, The Bear's Water Picnic (1970): De waterpicknic van de beer. Vertaald door Huberte Vriesendorp. Baarn, Bekadidact, 1988. |
J. Yeoman, The Bear's Winter House (1970): Het winterhuis van de beer. Vertaald door Huberte Vriesendorp. Baarn, Bekadidact, 1988. |
J. Yeoman, Sixes and Sevens (1971): Vijven en zessen. Vertaald door Hans Dorrestijn. Baarn, Bekadidact, 1989. |
J. Aiken, Arabel and the escaped black mamba (1973): Annabel en de ontsnapte zwarte moemba. Vertaald door M. Hoogland. Haarlem, Holland, 1991. |
T. Allan, Willie the squowse (1973): Freek de eekmuis. Vertaald door Barbara van Kooten. Amsterdam, De Harmonie, 1979. |
R. Hoban, How Tom Beat Captain Najork and his Hired Sportsmen (1974): Hoe Tom won van kapitein Najork en zijn Gehuurde Sportlingen. Vertaald door Hans Plomp. Amsterdam, Boelen, 1975. (Ook verschenen als: Hoe Tom won van Kapitein van Urk en zijn sportieve huurlingen. Vertaald door Jan Kuijper. Amsterdam, Querido, 1988.) |
J. Yeoman, Beatrice and Vanessa (1974): Beatrijs en Vanessa. Vertaald door Thera Coppens. Baarn, Bekadidact, 1989. |
R. Hoban, A Near Thing for Captain Najork (1975): Een dubbeltje op zijn kant voor Kapitein van Urk. Vertaald door Jan Kuijper. Amsterdam, Querido, 1989. |
J. Yeoman, The Puffin book of improbable records (1975): Ongelooflijke records. Vertaald door Jacques Weijters. Geldermalsen, Didact Scholastic, 1984. |
R. Dahl, The Enormous Crocodile (1978): De reuzenkrokodil. Vertaald door Harriët Freezer. Baarn, De Fontein, 1978. |
M. Mahy, The Great Piratical Rumbustification (1978): De grote zeeroversknalfuif. Vertaald door A. van Battum. Tilburg, Zwijsen, 1985. |
J. Yeoman, The Wild Washerwomen (1979): Zeven woeste wasvrouwen. Vertaald door Joke Linders. Baarn, Bekadidact, 1991. |
R. Dahl, The Twits (1980): De Griezels. Vertaald door Huberte Vriesendorp. Baarn, De Fontein, 1981. |
R. Hoban, Ace Dragon (1980): Stunt draak b.v. Vertaald door Huberte Vriesendorp. Baarn, De Fontein, 1989. |
R. Hoban, The twenty Elephant Restaurant (1980): Restaurant ‘De twintig olifanten’. Vertaald door Barbara van Kooten. Amsterdam, De Harmonie, 1981. |
| |
| |
R. Dahl, George's Marvellous Medicine (1981): Joris en de geheimzinnige toverdrank. Vertaald door Huberte Vriesendorp. Baarn, De Fontein, 1981. |
J. Gathorne-Hardy, Cyril Bonhamy versus Madam Big (1981): Cyril Bonhamy tegen Madame Modderbuik. Vertaald door Monique Thijssen. Baarn, De Fontein, 1986. |
M. Rosen, You can't catch me! (1981): Pak me dan als je kan. Vertaald door Jan Kuijper. Amsterdam, Querido, 1981. |
R. Dahl, The BFG (1982): De GVR. Vertaald door Huberte Vriesendorp. Baarn, De Fontein, 1983. |
R. Dahl, Roald Dahl's Revolting Rhymes (1982): Roald Dahl's gruwelijke rijmen. Vertaald door Huberte Vriesendorp. Baarn, De Fontein, 1982. |
J. Yeoman, Rumbelow's Dance (1982): Boemeljans dans. Vertaald door Huberte Vriesendorp. Baarn, Bekadidact, 1991. |
R. Dahl, Dirty Beasts (1983): Rotbeesten. Vertaald door Huberte Vriesendorp. Baarn, De Fontein, 1985. |
R. Dahl, The Witches (1983): De Heksen. Vertaald door Huberte Vriesendorp. Baarn, De Fontein, 1984. |
J. Gathorne-Hardy, Cyril Bonhamy and the great Drain Robbery (1983): Cyriel Bonhamy en de grote rioolroof. Vertaald door Monique Thijssen. Baarn, De Fontein, 1986. |
M. Mahy, The Birthday Burglar (1984); The Librarian and the Robbers (1978): Bastiaans bonte bende; Boeven bij de bieb. Vertaald door Nan Lenders. Amsterdam, Querido, 1987. |
J. Yeoman, The Hermit and the Bear (1984): De kluizenaar en de beer. Vertaald door Huberte Vriesendorp. Baarn, De Fontein, 1986. |
R. Dahl, The Giraffe and the Pelly and Me (1985): De Giraffe, de Peli en ik. Vertaald door Huberte Vriesendorp. Baarn, De Fontein, 1986. |
J. Gathorne-Hardy, Cyril Bonhamy and Operation Ping (1985): Cyriel Bonhamy en operatie Ping. Vertaald door Rifke Porcelijn. Baarn, De Fontein, 1988. |
R. Hoban, The Marzipan Pig (1986): Het marsepeinen varkentje. Vertaald door Huberte Vriesendorp. Baarn, De Fontein, 1989. |
J. Gathorne-Hardy, Cyril of the Apes (1987): Cyriel en de apen. Vertaald door Sarah Verroen. Baarn, De Fontein, 1990. |
R. Dahl, Matilda (1988): Matilda. Vertaald door Huberte Vriesendorp. Baarn, De Fontein, 1988. |
S. Plath, The Bed Book (1988): Bedboek. Vertaald door Bas Zwart. Tielt, Lannoo, 1988. |
J. Yeoman, Our Village (1988): Ons Dorp. Vertaald door Huberte Vriesendorp. Baarn, De Fontein, 1988. |
R. Dahl, Rhymestew (1989): Rijmsoep. Vertaald door Huberte Vriesendorp. Baarn, De Fontein, 1990. |
R. Hoban, Monsters (1989): Monsters. Vertaald door Jan Kuijper. Amsterdam, Querido, 1990. |
J. Yeoman, Old Mother Hubbard's Dog dresses up (1989): Oude vrouw Holle's hond verkleedt zich. Vertaald door Huberte Vriesendorp. Baarn, Bekadidact, 1990. |
J. Yeoman, Old Mother Hubbard's Dog learns to play (1989): Oude vrouw Holle's hond leert spelen. Vertaald door Huberte Vriesendorp. Baarn, Bekadidact, 1990. |
J. Yeoman, Old Mother Hubbard's Dog needs a doctor (1989): Oude Vrouw Holle's hond moet naar de dokter. Vertaald door Huberte Vriesendorp. Baarn, Bekadidact, 1990. |
J. Yeoman, Old Mother Hubbard's Dog takes up sport (1989): Oude vrouw Holle's hond doet aan sport. Vertaald door Huberte Vriesendorp. Baarn, Bekadidact, 1990. |
R. Dahl, Esiotrot (1990): Ieorg Idur. Vertaald door Huberte Vriesendorp. Baarn, De Fontein, 1990. |
R. Dahl, The Dahl Diary 1992 (1992): Roald Dahl Agenda. Vertaald door Huberte Vriesendorp. Baarn, De Fontein, 1992. |
Over Quentin Blake
|
E. Moss, Quentin Blake. In: Signal (1975), nr. 1, blz. 33 e.v. |
Q. Blake, Wild washerwomen, hired sportsmen
|
| |
| |
and enormous crocodiles. In: Horn Book Magazine (1981), nr. 5, blz. 505 e.v. |
A. Holtrop, Quentin Blake: ‘Ik hou van krassende pennen, waarbij je kunt voelen dat ze het papier raken.’ In: Vrij Nederland, 17-11-1984. |
Dokumentatie auteurs en illustratoren van jeugdboeken, knipselkrant jeugdliteratuur, jaargang 9 (1985), nr. 15. Den Haag, NBLC. |
T. Vrooland-Löb. ‘My style is my handwriting.’ In: En nu over jeugdliteratuur (1986), nr. 2, blz. 67 e.v. |
Th. Detiger, ‘Tekening moet klein theater zijn’; illustrator van Roald Dahl nu zelf schrijver. In: De Telegraaf, 29-10-91. |
M. de Sterck, Quentin Blake. In: Jeugdboekengids (1992), nr. 2. |
31 Lexicon jeugdliteratuur
februari 1993
|
|