| |
| |
| |
Patrick Bernauw
door Herman de Graef
Patrick Bernauw is geboren op 15 april 1962 in Aalst, Vlaanderen. Als kind las hij veel en hij droomde er al vroeg van ooit schrijver te worden. In 1981 debuteerde hij met een sciencefictionverhaal voor volwassenen. Hij schreef scenario's voor radiospelen en stripverhalen, romans, verhalen (onder meer voor de reeks Historische verhalen, waarvan hij hoofdredacteur was), toneelstukken voor volwassenen en jeugd, gedichten en essays. Hij is hoorspel- en toneelregisseur en werkte mee aan televisiescenario's. Jarenlang was hij productieleider van orage, het Onafhankelijk Radiofonisch Gezelschap, dat culturele programma's leverde aan vrije radio's. Nu is hij huisauteur, regisseur en af en toe zelfs acteur en zanger bij de Compagnie de Ballade, die hij mede heeft opgericht. Daarnaast is hij voorzitter van het schrijverscollectief De Scriptomanen, dat zich, als ‘een artistieke duizendpoot’, bezighoudt met scenariowerk en toneel.
Bernauw vindt zijn inspiratie in boeken over geschiedenis, archeologie en kunst, maar ook in de krant of de kroeg. Hij schrijft vaak verhalen met zijn collega en vriend Guy Didelez.
Patrick Bernauw kreeg twee keer de John Flandersprijs voor het beste Vlaamse Filmpje; in 1987 voor Grenspaal 151 en in 1991 voor De komst van Kasper (over Kasper Hauser). Voor In het teken van de Ram (1996) ontving hij samen met Guy Didelez de Prijs Knokke-Heist voor het beste jeugdboekmanuscript. In 1997 werd hem voor de Duitse vertaling van dit boek de Eule des Monats toegekend. Vertalingen van zijn werk verschenen ook in het Frans, het Pools, het Italiaans en het Noors.
| |
Werk
Patrick Bernauw vermengt in zijn ‘historische romans’ feiten en fic- | |
| |
tie tot wat hij faction noemt, en weeft daarbij vaak een griezelige sfeer om zijn verhalen, die vol spanning en mysterie zitten. Zijn eerste jeugdboek, Helden van heel even (1987), gaat over de kortstondige roem van een popgroepje. In De automobiel van Franz Ferdinand (1989), over de moord in Sarajevo op kroonprins Franz-Ferdinand van Oostenrijk, kneedt hij uit historische werkelijkheid en fantasie een griezelig verhaal. Dat is ook het geval in Dromen van een Farao (1991), en in de latere herwerking daarvan tot Nu slaapt Toetanchamon (2004), over de ontdekking van de tombe van de farao en over de vloek die op het graf zou rusten. In Jeanne! (1996) vertelt een dorpsgenoot van Jeanne d'Arc wat er met haar gebeurde toen buitenaardse stemmen haar aanspoorden het zwaard op te nemen tegen de Engelse bezetter. Hof van mirakelen (2001) gaat over de laatste Franse kroonprins, die omgekomen zou zijn in de gevangenis. Er duiken verscheidene jongemannen op die beweren dat zij de dauphin zijn. Als een zigeunermeisje één daarvan doodt om een andere te helpen, moet de lezer maar uitmaken of ze de valse of de echte kroonprins uit de weg heeft geruimd. Het leven van de Franse toneelschrijvers Molière en Racine, en vooral hun conflict om een talentrijke jonge actrice, is de rode draad in De komedianten van de Bastille (2000). De moord op Albert I (1993) vertrekt van het gerucht dat de dodelijke val van de Belgische koning, in Marche-les-Dames, geen ongeval was. Het boek confronteert de lezer met allerlei dwaalsporen en tegengestelde versies van de feiten. Realiteit of fictie? Dat is ook de kernvraag in De engel van Mons (2002), dat vertelt hoe een verzinsel van een Engels auteur over engelen die bij de strijd
om Bergen (Mons) tegen de Duitsers in 1914 het Britse leger geholpen zouden hebben, een eigen leven is gaan leiden, met getuigenissen van mensen die beweerden de engelen te hebben gezien.
Bernauw werkt vaak samen met Guy Didelez. Zo maakten zij bijvoorbeeld In het teken van de Ram (1996), dat speelt in nazi-Duitsland voor de Tweede Wereldoorlog. Het is het verhaal van de joodse helderziende Erik Jan Hanussen, die Hitler geholpen zou hebben een volksmenner te worden. Te midden van de wreedheid van het nazi-regime tegenover de joden probeert zijn dochter Hannah de waarheid over zijn leven en geheimzinnige dood te achterhalen. De keizerin van Mexico (1999) is het droevige verhaal van de laatste jaren, in Brussel, van de dochter van koning Leopold I, Marie-Charlotte, echtgenote van de geëxecuteerde laatste keizer van Mexico, en haar vermeende zoon, de erfgenaam van de Mexicaanse troon. Ook hier groeit uit een historische gebeurtenis een mysterieus verhaal over ontvoering en brandstichting, dubbelzinnige personages en een waanzinnige keizerin.
| |
| |
In andere boeken van Bernauw, ook in enkele die hij met Guy Didelez maakte, is de historische component meer een aanleiding tot het verhaal dan een volwaardig onderdeel ervan. Hoofdpersoon is dan een meisje of jongen van vandaag die een geheimzinnig avontuur beleeft. Zo zoeken in De schat van Orval (1996) vier jongelui, een geschiedenisleraar, een voortvluchtige gangster en een buitenissige schooljuf naar de schat die de laatste Franse vorsten, op de loop voor de revolutionairen, in de abdij van Orval verstopt zouden hebben. De lezer kan hier zijn eigen ontknoping van het raadsel kiezen op grond van suggesties van de auteurs. Voor De zwarte spiegel (1998) zijn de ideeën van de zestiende-eeuwse Engelse wiskundige en astroloog John Dee de inspiratiebron. Zijn opvattingen over zielsverhuizing en metamorfose brengen een sekte, op zoek naar de eeuwige jeugd, ertoe te experimenteren met twee jonge mensen.
Soms spelen Bernauws verhalen zich af in lang verleden tijden zonder dat historische feiten daar echt bij te pas komen. In Het schrikbewind (1994) bijvoorbeeld vertelt een archeoloog het verhaal na van de kluizenaar Theophrastus over de Hartenprins en Annabel. Het wordt een intrigerende en sprookjesachtige vertelling over de strijd tussen goed en kwaad en over prille liefde in een fictieve middeleeuwse wereld. Voetnoten en verwijzingen naar (verzonnen) literaire bronnen moeten het verhaal een realistisch tintje geven.
In andere verhalen overheerst de fantasie, al zijn er daarbij soms wel verwijzingen naar actuele problematiek. Spookrijders (1997) is het verhaal van de kleine crimineel Johny, die als drugskoerier verdwaald raakt in een visionaire, parallelle wereld die achteraf een groot griezelig kerkhof blijkt. Bizarre personages en vreemde krachten proberen hem te beletten met de drugs te vertrekken. De lezer bepaalt zelf wat reëel is en wat behoort tot de verbeelding van de hoofdpersoon. Het infernaat (2000) is een fantastisch verhaal over een onhandelbaar meisje met een rijke verbeelding dat van het internaat waar ze op zit, een met monsters bevolkt infernaat (het infernale internaat) maakt. Ze loopt weg en belandt met een spooktrein in een andere wereld waar ze allerlei vreemde wezens ontmoet. Uiteindelijk blijkt het verhaal slechts de weergave van een droom in comateuze toestand.
Bernauw maakte ook een aantal bewerkingen van oude verhalen. Zo is Twee koningskinderen (2002) een hedendaagse versie van Maeterlincks La princesse Maleine (1989), dat zelf geënt is op de oude ballade over de jonge geliefden en het al te diepe water. Een lek in de hel (2003), door de auteur bedoeld als ‘een geestige geschiedenis met een hoog Monty-Pythongehalte’, is een vrije bewerking van Tom Hoods The legend of Croquemitaine
| |
| |
Omslagillustratie: Marijke Meersman
(1867), zelf een bewerking van Ernest L'Epines verhaal over het monster dat verwekt wordt door angst.
| |
In het teken van de Ram
Dit boek speelt in 1933 in Berlijn. Hitler is aan de macht en de nazi's pesten en vervolgen de joden. De centrale figuur is de joodse astroloog, helderziende en illusionist Erik Jan Hanussen, die eigenlijk Hersel Steinschneider heet en met een andere identiteit aan de jodenvervolging wil ontsnappen. Hij zou Hitler geleerd hebben hoe die een massa demagogisch kan manipuleren. Zijn zestienjarige dochter Hannah vertelt na de verdwijning van haar vader over haar zoektocht naar de waarheid over hem en zijn moordenaars. Vijanden had hij genoeg: door hem geridiculiseerde notabelen, de echtgenoten van zijn minnaressen, anti-nazi's die hem verdachten van nazisympathieën en nazi's die het hem kwalijk nemen dat hij suggereerde dat zij de Rijksdag in brand gestoken hadden. Hannah ontdekt allerlei, soms ook ontgoochelende dingen over haar vader en maakt de groeiende nazi-wreedheid tegen de joden in Berlijn mee. Uiteindelijk vermoedt ze dat de nazi's haar vader vermoord hebben toen hij voor de Führer geen nut meer had.
In het teken van de Ram is opgedragen aan ‘alle slachtoffers van racistische brandstichtingen, vroeger en nu’. De structuur is complex: tijdlagen schuiven over elkaar heen, de gewone chronologie wordt doorbroken, handeling, gedachten en herinneringen zijn vervlochten en de inleidende tekstjes boven elk hoofdstuk werpen een bijzonder licht op de gebeurtenissen. Als de puzzelstukjes voor Hannah in elkaar geschoven zijn, moet de lezer, die niet al zijn vragen beantwoord heeft gekregen, zelf uitmaken of hij tevreden is met haar oplossing.
| |
Waardering
Bernauws werk wordt gewaardeerd omdat hij, op zoek naar de waarheid achter het mysterie, op een spannende manier historische voorvallen aan de orde stelt. Ook zijn be- | |
| |
werkingen van oude verhalen krijgen bijval omdat hij ze ‘op een inhoudelijk eigentijdse manier nieuw leven inblaast’ (Jet Marchau in Leesidee jeugdliteratuur). De auteur spreekt jonge lezers aan met zijn soms wat wilde fantasie en met de mysterieuze en griezelige sfeer in zijn boeken. Volgens Anita de Saedeleer (Het Nieuwsblad) verwerkt Bernauw in De keizerin van Mexico ‘op een soms adembenemende manier waarheid en leugens, historische feiten en pure verzinsels tot een spannende roman’.
Een zekere waardering is er ook voor ‘de gedreven, vlotte’ verteltoon en voor ‘de breedvoerige, beeldende stijl, met gepaste herhalingen en poëtische intermezzo's’ (Jet Marchau in Leesidee jeugdliteratuur). Anderzijds is er kritiek op de soms verwarrende vervlechting van verhaallijnen, de talrijke uitweidingen over thematisch verwante voorvallen of intertekstuele verbanden. ‘Door alle referenties, verbanden en ingenieuze lijnen die hij uitzet en uitwerkt, raakt de lezer de draad kwijt,’ vindt Jet Marchau over De engel van Mons. Jan Staes oordeelt dat ‘je als lezer het noorden kwijtraakt’ in De komedianten van de Bastille, en Bert Cruysweegs schrijft over Het schrikbewind dat de dubbele raamconstructie van dat boek ‘het de lezer al meteen nodeloos moeilijk’ maakt en dat door ‘deze opeenstapeling (van personages, feiten, reminiscenties en literaire allusies), zonder strakke hoofdconstructie of chronologie, het geheel ook ondoorzichtig en rommelig’ wordt.
Over de veelschrijver Patrick Bernauw, die ook nog zo veel andere woordactiviteiten heeft, leest men meer dan eens dat zijn werk niet altijd gerijpt en voldragen is. Herhaaldelijk vinden critici dat hij al te nadrukkelijke en geforceerde literaire pretenties vertoont met zijn ingewikkelde structuren, een vaak gezochte beeldspraak en niet altijd zuiver klinkende poëtische beelden. Dat neemt niet weg dat hij, mede door zijn veelvuldig contact met jonge lezers bij lezingen en podiumactiviteiten op scholen, een geboeid publiek vindt bij de jeugd van tien tot veertien.
| |
Bibliografie
Keuze uit het werk voor volwassenen
|
Mijn lieve spooklidmaat (1983), De stillevens van de dood (1985), Het huis op de heuvel (1986), Landru bestaat niet (1992), De mythe van de Rechtvaardige Rechters (1995), Speeltje (2003; met Guy Didelez). |
Jeugdboeken
|
Helden van heel even. Averbode, Altiora, 1987. |
Grenspaal 151. Averbode, De Goede Pers, 1988. |
De automobiel van Franz Ferdinand. Puurs, Diram, 1989. |
Vampiers in de stad. Met illustraties van Veronique Beauprez. Malle, De Sikkel, 1990. |
Dromen van een Farao. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 1991. |
De rechtvaardige rechters. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 1992 [Herdruk met illustraties van Harmen van Straaten: Amsterdam, Afijn, 2004]. |
| |
| |
Het goud van de zwarte heuvels. Met illustraties van Wouter Alaerts. Malle, De Sikkel, 1992. |
De grote jacht. Met illustraties van Walter Laureysens. Malle, De Sikkel 1992. |
Met Guy Didelez, De moord op Albert I. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 1993. |
Met Guy Didelez, Tijdsgewrichten. Tijdsgedichten. Met illustraties van Leo de Kort. Waasmunster, Abimo, 1994. |
Kronieken van Lagelande: I. Het schrikbewind. Leuven, Davidsfonds/ Infodok, 1994. |
De arrestatie in Varennes. Historische verhalen. Malle, De Sikkel. 1995. |
Met Guy Didelez, De schat van Orval. Met illustraties van Jan Bosschaert. Antwerpen, Standaard, 1996 [Herdruk: Waasmunster, Abimo, 1999]. |
Met Luc Schoonjans, De vloek van Macbeth. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 1996. |
Met Guy Didelez, In het teken van de Ram. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 1996. |
Jeanne! Malle, De Sikkel, 1996. |
Spookrijders. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 1997. |
Met Guy Didelez, Groetjes uit Andromeda. Met illustraties van Anne Westerduin. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 1998 |
Met Freek Neirynck, Drummer gezocht. Malle, De Sikkel, 1998. |
De zwarte spiegel. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 1998. |
Met Guy Didelez, De keizerin van Mexico. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 1999. |
De komedianten van de Bastille. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 2000. |
Met Guy Didelez, Het februaricomplot. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 2000. |
Met Guy Didelez, Het infernaat. Waasmunster, Abimo. 2000 |
Hof van mirakelen. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 2001. |
Twee koningskinderen. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 2002. |
Met Guy Didelez, Duistere middeleeuwers. Met illustraties van Bram Didelez. Waasmunster, Abimo, 2002. |
De engel van Mons. Hasselt/Amsterdam, Afijn, 2002 |
Een lek in de hel. Hasselt/Amsterdam, Afijn, 2003 |
Met Guy Didelez, Mijn spook van Ten Duinen. Met illustraties van Jan Bosschaert. Waasmunster, Abimo (2004) |
Nu slaapt Toetanchamon. Hasselt/Amsterdam, Afijn, 2004. |
Over Patrick Bernauw
|
Luc Lannoy, [Over Helden van heel even]. In: Jeugdboekengids, jaargang 29 (1987), nr. 9, blz. 326. |
Jos Martens, [Over Dromen van een farao]. In: Jeugdboekengids, jaargang 34 (1992), nr. 4, blz. 147. |
Robert Baccarne, [Over De grote jacht]. In: Jeugdboekengids, jaargang 34 (1992), nr. 8, blz. 304. |
Liliane Claeys, Patrick Bernauw. In: Aangenaam. Documentatiemappen van Vlaamse jeugdauteurs, jaargang 11 (1993), nr. 1. |
Jos Martens, [Over Het goud van de zwarte heuvels]. In: Jeugdboekengids, jaargang 35 (1993), nr. 3, blz. 90. |
Jet Marchau, [Over Vampiers in de stad]. In: Jeugdboekengids, jaargang 35 (1993), nr. 6, blz. 190. |
Jet Marchau, [Over De moord op Albert I]. In: Jeugdboekengids, jaargang 36 (1994), nr. 4, blz. 104. |
Bert Cruysweegs, [Over Het schrikbewind]. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 1 (1995), nr. 2, blz. 72. |
Robert Bacarne, [Over De arrestatie in Varennes]. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 1 (1995), nr. 4, blz. 139. |
Herman de Graef, Betty en de vloek van Macbeth. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 2 (1996), nr. 3, blz. 79. [Over De vloek van Macbeth]. |
Herman Kakebeeke, [Over Jeanne!]. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 2 (1996), nr. 4, blz. 120. |
| |
| |
Luc Lannoy, In het teken van de Ram. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 2 (1996), nr. 4, blz. 125. |
Luc Lannoy, [Over De schat van Orval]. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 2 (1996), nr. 7, blz. 240. |
Jan van Coillie, Schaak- of maakwerk. Jeugdromans over liefde, vriendschap en avontuur. In: De Standaard. 27-3-1997. |
Jet Marchau, [Over De zwarte spiegel]. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 4 (1998), nr. 5, blz. 194. |
Herman de Graef, [Over Patrick Bernauw]. In: Schrijver gevonden. Encyclopedie van de Jeugdliteratuur. Lannoo/Biblion, 1999. |
Anita de Sadeleer, Mysterie en romantiek. In: Het Nieuwsblad, 13-11-1999. [Over De keizerin van Mexico] |
Herman de Graef, Van zotte Charlotte en de Franse generaal. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 6 (2000), nr. 1, blz. 32. [Over De keizerin van Mexico]. |
Karin van Camp, [Over Het februaricomplot]. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 6 (2000), nr. 8, blz. 356. |
Jan Staes, Veel commedia, weinig arte. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 7 (2001), nr. 2, blz. 74. [over De komedianten van de Bastille] |
Herman de Graef, Is hij het of is hij het niet? In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 8 (2002), nr. 1, blz. 26. [Over Hof van Mirakelen]. |
Jet Marchau, [Over De engel van Mons]. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 8 (2002), nr. 5, blz. 206. |
Jet Marchau, [Over Twee koningskinderen]. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 8 (2002), nr. 8, blz. 350. |
Herman de Graef, [Over Een lek in de hel] In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 9 (2003), blz. 306. |
Jan van Coillie e.a., [Over Patrick Bernauw]. In: Encyclopedie van de jeugdliteratuur. Baarn, De Fontein. |
67 Lexicon jeugdliteratuur
februari 2005
|
|