| |
| |
| |
Gunilla Bergström
door Noortje Geertsma-van Gijs
De Zweedse schrijfster en illustratrice Gunilla Bergström werd op 3 juli 1942 geboren in Göteborg. Ondanks de echtscheiding van haar ouders groeide ze op in een harmonieus gezin, temidden van halfbroers en -zusjes.
Ze bezocht de School voor Journalistiek te Göteborg en werkte van 1967 tot 1973 als journaliste bij achtereenvolgens Göteborgs-Tidningen, Dagens Nyheter en Aftonbladet. In 1971 verscheen haar eerste kinderboek, in een serie voor iets gevorderde lezers. Van 1973 tot 1974 was ze werkzaam als redactrice bij het damesweekblad Husmodern. Sinds 1975 is ze full-time schrijfster en illustratrice.
Gunilla Bergström is getrouwd en heeft een zoon en een geestelijk gehandicapte dochter. Ze zit in het bestuur van de Zweedse vereniging voor psychotische kinderen en is redacteur van het tijdschrift van deze vereniging, Ögonblick. Aanvankelijk wilden Gunilla Bergström en haar echtgenoot de opvoeding van hun dochter zelf op zich nemen, maar toen dat te zwaar bleek lieten ze haar opnemen in een tehuis op antroposofische grondslag.
In Zweden werd het werk van Gunilla Bergström vaak bekroond. Ze ontving onder andere de Elsa Beskow-plakette (voor het best geïllustreerde kinderboek) in 1979 voor Ramsor och tramsor om Bill och Bolla en in 1981 kreeg ze zowel de Astrid Lindgrenprijs als de cultuurprijs van het Schrijversfonds.
| |
Werk
Gunilla Bergström werd in
| |
| |
Zweden bekend door haar in geheel eigen stijl gemaakte prentenboeken. Met name de boeken over Alfons Alfrink, een jongetje dat ondertussen een bekende persoonlijkheid is in Zweden, zijn erg populair. In de Alfons-boeken komen onderwerpen aan de orde als angst, eenzaamheid en vriendschap, maar ook alledaagse zaken als leren strikken en boodschappen opruimen.
Mias pappa flyttar - haar debuut - en Eens gestolen, altijd een dief zijn geen prentenboeken en zijn bestemd voor iets oudere kinderen. Ook deze twee boeken werden door haarzelf geïllustreerd. In Mias pappa flyttar (Mia's vader gaat verhuizen) wordt verteld hoe de zevenjarige Mia de echtscheiding van haar ouders ervaart. Mia vindt niet het feit dat haar ouders uit elkaar gaan het ergste, maar dat zij overal buiten gehouden wordt. Aan het eind van het boekje sluit ze vriendschap met de nieuwe vriend van haar moeder, die wel met haar over serieuze dingen durft te praten. Gunilla Bergströms eigen ouders waren gescheiden en ze noemt Mias pappa flyttar ‘een soort autobiografie’. Eens gestolen, altijd een dief gaat over de achtjarige Jenny, die moeilijk kan wennen na de verhuizing van een dorpje naar de grote stad. Met groot inlevingsvermogen beschrijft Gunilla Bergström Jenny's gevoelens van verlatenheid en haar krampachtige pogingen zich populair te maken.
Zelf hecht Gunilla Bergström de meeste waarde aan de - niet in het Nederlands vertaalde - prentenboeken over Bill en Bolla. In deze boeken wordt in rijmvorm beschreven hoe een familie, maar vooral het jongetje Bill, leert aanvaarden dat het nieuwe zusje Bolla geestelijk gehandicapt is. Voor Bolla stond Gunilla Bergströms eigen - autistische - dochter Boel model. Gunilla Bergström ervaarde het werken aan deze boeken als een weldadige therapie. Ze heeft de boeken niet alleen voor zichzelf en haar eigen gezin geschreven, maar ook met de gedachte aan andere kinderen met een geestelijk gehandicapt broertje of zusje. In 1984 werd door Jan Gissberg een tekenfilm over Bill en Bolla gemaakt, Bill och den hemliga Bolla (Bill en de geheimzinnige Bolla), die in Nederland op de televisie werd vertoond.
Als illustratrice is Gunilla Bergström autodidact. Ze tekent enigszins gestileerd en karikaturaal. Ze combineert met waterverf ingekleurde pentekeningen met collagetechniek, waarbij ze gebruik maakt van lapjes, garen en tijdschriftenknipsels. Meestal werkt ze met felle kleuren, die samen met de typografie de stemming in het verhaal ondersteunen.
| |
Eens gestolen, altijd een dief
De achtjarige Jenny woont in Jannsby, een klein dorpje in het noorden van Zweden, waar ze het heerlijk heeft.
| |
| |
Als er voor haar vader geen werk meer te vinden is, verhuist de familie naar Stockholm. Eerst vindt Jenny de verandering wel spannend, maar het leven in de grote stad blijkt minder fijn dan in Jannsby. Vooral op school kan Jenny moeilijk wennen, omdat ze zich buitengesloten voelt. Ze probeert vriendschap te sluiten met Petje, het brutaalste meisje van de klas, door haar snoep te geven. Om aan dat snoep te komen, steelt ze in de supermarkt en pikt ze geld uit haar broertjes spaarpot en uit de jassen op school. Als haar moeder daarachter komt, schaamt Jenny zich vreselijk en ze besluit ermee te stoppen. Dan ontdekt ze dat Petje ook geld heeft gestolen op school en zich daar ongelukkig door voelt. Jenny en Petje worden nu echte vriendinnen en in de zomervakantie gaat Petje mee naar Jannsby.
| |
Alfons Alfrink-boeken
Alfons is vijf jaar (maar in een enkel boek is hij ook weleens ouder of jonger). Hij woont samen met zijn vader op een flat; zijn moeder komt nooit ter sprake. Alfons is niet zo dapper, maar als het erop aankomt durft hij zijn mening wel te zeggen. Hij zit boordevol ideeën, die hij het liefst meteen uitvoert, of zijn vader dat nu leuk vindt of niet. Alfons' vader is een vriendelijke en verstrooide man, die door Gunilla Bergström liefdevol wordt neergezet.
Gunilla Bergström vindt het belangrijk
Uit Wie redt Alfons Alfrink?
dat kinderen die alleen door hun moeder worden opgevoed, in de boeken over Alfons een voorbeeld kunnen vinden van een huishoudelijke vader. Bovendien zullen kinderen die door hun vader worden opgevoed, zien dat hun situatie niet zo ongewoon is. Ze is zelf erg gehecht aan de figuur van Alfons' vader. Hij is heel wijs, zonder het zelf te weten.
Elk Alfons-boek is met veel inzicht in de wereld van de kleuter geschre- | |
| |
ven. De verhalen worden op een onbekommerde en humoristische wijze verteld, met een warme ondertoon. Ze hebben altijd een bevredigend slot.
Tot nu toe zijn in Zweden zestien Alfons Alfrink-delen verschenen. De boeken zijn in meer dan twintig talen vertaald, onder andere in het Ivriet, Japans en Portugees. Naast de Alfons Alfrink-boeken zijn er ook grammofoonplaten, tekenfilms - zowel een korte speelfilm als televisiefilms - en een toneelstuk over Alfons.
| |
Waardering
De Alfons Alfrink-boeken zijn bijzonder geliefd in Zweden, vooral bij kinderen in de kleuterleeftijd. Volgens de recensenten slaan de boeken zo aan, omdat Gunilla Bergström kinderen serieus neemt en hun grote en kleine problemen herkenbaar en op humoristische wijze beschrijft. In de kritieken wordt vaak de perfecte combinatie van tekst en illustraties in haar prentenboeken geroemd. Ook de boeken en de film over Bill en Bolla worden zeer gewaardeerd.
In Nederland reageren de critici over het algemeen positief op de boeken van Gunilla Bergström. Men denkt dat de Alfons-verhalen, hoewel soms wat moralistisch, goede identificatiemogelijkheden bieden; de illustraties worden grappig en fantasievol gevonden. Over Eens gestolen, altijd een dief schrijft Joke Linders: ‘Een veel voorkomende jeugdzonde wordt op heel aanvaardbare, weinig moralistische wijze emotioneel toegankelijk gemaakt. Ook wordt duidelijk hoe moeilijk het eigenlijk is om je in een nieuwe omgeving thuis te voelen. Twee heel herkenbare probleempjes die in een uitstekende spanningsboog en in begrijpbare taal worden behandeld.’ (nblc-recensie)
| |
Bibliografie
Keuze uit de niet in het Nederlands vertaalde boeken
|
Mias pappa flyttar (1971), God natt Alfons Åberg (1972), Raska på, Alfons Åberg (1975), Ramsor och tramsor om Bill och Bolla (1978), Tokigt och klokigt, mera rim om Bill och Bolla (1979), Alfons och Milla (1985), Vad sa pappa Åberg? (1989) |
In het Nederlands vertaalde boeken
|
Tjuven (1973): Eens gestolen, altijd een dief. Geautoriseerde vertaling door Jan F. de Zanger. Den Haag, Leopold, 1979. |
Vem råddar Alfons Åberg? (1976): Wie redt Alfons Alfrink? Vertaald door Torbjörn Törnqvist. Met illustraties van de schrijfster. Antwerpen, De Vries-Brouwers, 1981. |
Alfons och odjuret (1978): Alfons en het monster. Vertaald door Torbjörn Törnqvist. Met illustraties van de schrijfster. Antwerpen, De Vries-Brouwers, 1981. |
Årdu feg, Alfons Åberg? (1981): Ben je laf, Alfons Alfrink? Vertaald door Torbjörn Törnqvist. Met illustraties van de schrijfster. Antwerpen, De Vries-Brouwers, 1981. |
In het Fries vertaalde boeken
|
Alfons och hemlige Mållgan (1976): Ate en syn kammeraat. Bewerkt door A. Zantema. Met illustraties van de schrijfster. Leeuwarden, AFUK, 1980. |
| |
| |
Vem räddar Alfons Åberg? (1976): Wa kin Ate Attema helpe? Bewerkt door A. Zantema. Met illustraties van de schrijfster. Leeuwarden, AFUK, 1980. |
Over Gunilla Bergström
|
Gunilla Bergström, Spelar hon ingen roll? In: Orden hjälper. Några inlägg om förståndshandikappade barn och böcker. Lund, Bibliotekstjänst, 1980, blz. 21-33. |
Gunilla Bergström, Alfons och Gunilla. In: Barn & Kultur, jaargang 28 (1982), nr. 4, blz. 84-86. |
Gunnel Enby, Gunilla Bergström. In: De skriver för barn, porträtt av sexton svenska barnboksförfattare. Lund, Bibliotekstjänst, 1983. |
Linde Fröhlich, Hauke Lange-Fuchs (red.), Bill und die geheimnisvolle Bolla. In: Neue Kinder- und Jugendfilme aus Skandinavien 1985. Lübeck, Zentrum, 1985. |
Gunilla Bergström, På jakt efter Orden. In: Bok-Uppslaget, jaargang 3 (1987), nr. 2, blz. 26 en 27. |
27 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 1991
|
|