volwassenen uit kunnen komen. Omdat de uitgever het hem vroeg, ging Yngve Berger door met schrijven. Hij had er, naar eigen zeggen, ‘toch de vaart inzitten’.
Hij schrijft vooral voor lezers vanaf 14 jaar, maar soms ook voor jongere kinderen. Liefde en vriendschap zijn thema's die in vrijwel al zijn boeken terugkomen. Door die liefde of vriendschap te ervaren, kunnen de hoofdpersonen het leven beter aan en durven ze zichzelf te zijn. De jongen en het meisje in De zomer van de ijscotent vinden troost in elkaars gezelschap wanneer ze zich allebei alleen voelen. In Dit is een overval ontstaat tussen Benny en Magda, het meisje dat hij gijzelt, in de loop van het verhaal een bijzondere band. Magda krijgt medelijden met Benny en wil hem helpen. Zij weet door zijn stoere gedrag heen te prikken.
Ake Brandt, de hoofdpersoon in Windstilte en het niet vertaalde Nödhamn (Noodhaven), heeft veel steun aan de vriendschap met zijn grootvader en hij beleeft de relatie met zijn vriendin Millan heel intens. Wanneer Millan in Nödhamn per ongeluk zwanger raakt, besluiten ze het kind te houden. Juist door de zwangerschap groeien ze nog dichter naar elkaar toe. Voor Frederik, de ongeneeslijk zieke kunstschilder in Distans (Afstand), is zijn vriendin een grote steun bij het aanvaardingsproces.
Er zijn Zweedse critici die Yngve Berger verwijten de liefdesrelaties van zijn hoofdpersonen te idealistisch voor te stellen; er is altijd overvloedig wederzijds begrip en ook op seksueel gebied gaat alles geweldig. Anderen vinden het juist goed dat pessimistische jongeren voorbeelden van warme, hechte relaties kunnen vinden in zijn boeken.
Yngve Berger schreef ook een aantal boekjes voor moeilijk lezenden, waarvan enkele voor oudere lezers met leesmoeilijkheden. In deze ‘makkelijk lezen’-boekjes komen de hoofdpersonen vaak in een moeilijke situatie terecht doordat een ander hen treitert of op een andere manier onder druk zet. Maar uiteindelijk blijkt die onderdrukker altijd veel menselijker dan werd gedacht en is er een oorzaak voor zijn gedrag. Het boekje Hördu Herbert! (Hé, Herbert!) is samen met schoolkinderen geschreven. Het eerste hoofdstuk werd op de schoolradio voorgelezen, waarna kinderen hun ideeën konden opsturen. Deze werden door Yngve Berger tot een verhaal bewerkt.
Yngve Berger slaagt er doorgaans goed in de gevoelens van jonge mensen te beschrijven. Met name wanneer ze heen en weer geslingerd worden in onzekere situaties of een onontkoombaar feit moeten aanvaarden, zoals doofheid (Windstilte en Nödhamn) of een ongeneeslijke ziekte (Distans). Maar ook minder ingrijpende problemen neemt hij serieus;