hadden tegen de weergave van het dagelijks leven in gezinnen met een gering inkomen en een weinig ideale behuizing. Sommigen achtten de verhalen stereotiep, anderen meenden dat ze discriminerend of onrealistisch waren. ‘There are no places where children play on dump heaps; they've all been turned into parks.’ Er mocht geen armoede in de boekjes voorkomen, want kinderen zouden zich dan voor hun thuis gaan schamen. Vergelijkbare bezwaren waren al ingebracht tegen haar radioprogramma: het jongetje dat de hoofdpersoon was, haalde naar de mening van verontwaardigde brievenschrijvers teveel ondeugende streken uit en dat had een negatieve invloed.
Haar boekje Fish and chips for supper werd als immoreel beoordeeld: een vader die niet werkt, een lekkend dak, elektriciteit afgesloten en geen geld om fish and chips te kopen: dat moest kinderen, althans in boekjes, bespaard blijven. Anderen keurden het boekje af omdat teveel zinnen met ‘And’ begonnen. Men ging daarbij voorbij aan de klassieke vorm van dit verhaal: een stapelvertelling.
De reactie van de kinderen was anders. Als Leila Berg haar verhalen in de klas voorlas, of liet lezen, bracht dat een vreugdevolle herkenning: ‘It's my dad’ of ‘My Mum says that, my Mum’.
Na deze leesboekjes richtte Leila Berg zich meer en meer op kijk- en voorleesboeken voor jonge kinderen. Ze gebruikte daarbij steeds vaker foto's om de dagelijkse werkelijkheid van kleuters toe te lichten.
Voor volwassenen schreef ze boeken over het leesproces van kinderen. Het voorlezen nam hierbij een belangrijke plaats in. Folk tales for reading and telling bevat naast verhalen ook aanwijzingen hoe deze aan kinderen te vertellen. In Risinghill doet zij verslag van de teloorgang van een comprehensive school die het anders wilde aanpakken: minder lijfstraffen en kinderen niet voorprogrammeren om een door volwassenen bedachte rol te spelen. De school werd na vier jaar door de (socialistische) gemeenteraad gesloten.