| |
| |
| |
Hans de Beer
door Jos Staal
Hans de Beer is in 1957 in Muiden geboren. Aanvankelijk was tekenen voor hem niet meer dan een hobby. Na zijn gymnasiumopleiding ging hij geschiedenis studeren. Dat werd geen succes; na een jaar stapte hij over naar de Rietveld Academie. Daar kreeg hij les van bekende illustratoren als Lidia Postma, The Tjong Khing en Waldemar Post. Hij studeerde af in 1984.
Met zijn eindexamenproject, een prentenboek over een ijsbeer, liep hij twee jaar lang Nederlandse uitgevers af. De produktie van prentenboeken in kleur is een kostbare aangelegenheid en geen enkele uitgever durfde het risico aan. In 1986 stuurde Hans de Beer de tekeningen in voor een tentoonstelling op de internationale kinderboekenbeurs in Bologna. Tot zijn verrassing werden ze geselecteerd. Verschillende uitgevers toonden belangstelling voor uitgave van het boek. De Beer koos uiteindelijk voor het Zwitserse Nord-Süd Verlag. Daar verscheen het prentenboek in 1987 onder de titel Kleiner Eisbär, wohin fährst du? Op de Frankfurter Buchmesse werd het bekroond met de Japanse Uilenprijs. De Nederlandse uitgave, Een ijsbeer in de tropen, is in 1988 onderscheiden met een Vlag en Wimpel. Voor zijn tekeningen in Valentino de kikker van Burny Bos kreeg De Beer in 1991 op de Biennale in Bratislava een Gouden Plaquette.
| |
Werk
Hans de Beer koos een ijsbeer als hoofdfiguur, omdat hij die in een volstrekt andere omgeving kon plaatsen. Hij wilde het boek namelijk opbouwen vanuit contrasten; bij Europese dieren zou de tegenstelling
| |
| |
niet groot genoeg zijn. In Een ijsbeer in de tropen (1987) drijft Lars het ijsbeertje op een ton naar Afrika. Daar is hij het enige witte beest. Met hulp van Hippo het nijlpaard en Dago de arend keert hij ten slotte veilig terug naar zijn ouders op de Noordpool.
Kleine ijsbeer, waar ga je naar toe? (1988) en Kleine ijsbeer, wat is er mis? (1990) zijn volgens hetzelfde stramien opgebouwd. In het eerste verhaal komt de kleine Lars per ongeluk in een visnet terecht. Hij belandt in een Westeuropese havenstad. Daar leert hij via zijn vriend de scheepskat Nemo een kat kennen die op een schip vaart dat op het punt staat naar de Noordpool te vertrekken. In Kleine ijsbeer, wat is er mis? loopt Lars uit nieuwsgierigheid een kist in van mensen die dieren voor dierentuinen vangen. Met een vliegtuig gaat hij naar West-Europa. Ook nu zorgen andere dieren er weer voor dat hij terug kan naar de Noordpool.
Het vierde ijsbeerverhaal, Kleine beer en de bange haas, speelt volledig op de Noordpool. Met zijn vriendje de sneeuwhaas Hugo gaat Lars naar een poolstation. Als hij bij een val opgesloten raakt, wordt hij gered door Hugo, die heel wat minder bang blijkt dan Lars aanvankelijk dacht.
De Beer houdt er niet van om op een al nadrukkelijke manier boodschappen in zijn verhalen te verwerken. In elk ijsbeerverhaal, met uitzondering van Kleine beer en de bange haas, speelt vriendschap met anders gekleurde dieren een rol. ‘De boodschap is, voor zover die erin zit: ook al kom je in een andere cultuur en omgeving terecht, het is toch mogelijk om open te blijven staan en elkaar in goede harmonie te helpen. Maar het is geen manifest,’ aldus De Beer in een vraaggesprek met Het Parool.
Op dezelfde subtiele manier snijdt hij een thema als milieuverontreiniging aan, met name in Kleine ijsbeer, waar ga je naar toe? Daarin contrasteert de vervuilde westerse samenleving sterk met de witte wereld van de Noordpool. ‘Wat zijn sneeuw en ijs toch mooi,’ verzucht Lars als hij weer thuis is. In Kleine beer en de bange haas maken de mannen van het poolstation die smetteloze Noordpoolwereld smerig.
De Beer tekent afwisselend grote en kleine platen. Hij werkt bij voorkeur met waterverf omdat dit materiaal licht en transparant blijft. Voor zijn eerste boek gebruikte hij een doosje verf dat zijn vrouw cadeau had gekregen toen ze eerste communie deed en dat al jaren in de kast lag. De tekeningen stralen een grote rust uit. De Beer vindt sfeer erg belangrijk. Daarom kiest hij bij het illustreren vaak niet voor momenten met actie maar voor taferelen die een bepaalde emotie oproepen. Ook werkt hij in zachte tinten.
Hij maakt altijd eerst de tekeningen. De globale strekking van het verhaal heeft hij dan al in zijn hoofd. De tekst schrijft De Beer meestal in
| |
| |
Uit Een ijsbeer in de tropen
| |
| |
Uit De familie Mol-de Mol van Burny Bos
overleg met Burny Bos. Bij andere prentenboeken zoals Tetkees zoekt een baby (1989) en Valentino de kikker (1990) schreef Bos eerst de tekst. Diens verhalen zijn vaak moralistischer dan die van De Beer. Valentino de kikker gaat bijvoorbeeld over een kikker die ontzettend verwend wordt omdat hij enig kind is. Hij denkt dat hij een prins is en gaat in zijn trapautootje op zoek naar een prinses die in een kasteel in de bergen woont. Daar staan nog 420 andere prinsenkikkers te wachten. Valentino gaat terug naar huis en zegt: ‘Ik ben geen prins meer, ik ben gewoon een kikker net als iedereen.’
Hans de Beer illustreerde ook de verhalen van Burny Bos over de familie Mol-de Mol die eerst in Ouders van nu werden gepubliceerd en daarna in boekvorm verschenen. De familie Mol-de Mol is heel modern. Moeder werkt, vader doet het huishouden. Verder zijn er oma en de tweeling Stoffer en Streep. Moeder ziet er streng op toe dat Streep (meisje) een hijskraan en Stoffer (jongen) een barbiepop krijgt als de tweeling jarig is. Bij het illustreren van deze nogal ironische verhalen koos De Beer wel voor het uitbeelden van momenten met actie. De tekeningen maken een erg vrolijke indruk.
Naast verhalen van Burny Bos illustreerde Hans de Beer ook boeken van onder anderen Nannie Kuiper, Ingrid Uebe en Marianne Busser & Ron Schröder. Prentenboeken maakte hij met Mischa Damjan en Serena Romanelli. Het Woud van de Duizend Schaduwen (1991) van Mischa Damjan, pseudoniem van Dimitri Sidjanski, oprichter van Nord-Süd Verlag, verscheen in de jaren zestig met andere tekeningen ook onder de
| |
| |
titel Van een eekhoorn en een neushoorntje.
Het prentenboek Bernard Beer en de zevenslapers (1994) heeft Hans de Beer alleen gemaakt. Bernard de bruine beer reist door een sneeuwlandschap naar het zuiden om daar op advies van Steven Zwaluw te overwinteren. Onderweg ziet hij het wrak van een kleine vrachtwagen waarin zevenslapers (muisachtige knaagdieren die op bomen leven) hun winterslaap houden. Hij sluit vriendschap met ze, valt in slaap en droomt de rest van zijn reis. Als hij wakker wordt, is het lente.
| |
Waardering
De tekeningen van Hans de Beer worden meestal zeer gewaardeerd. Bregje Boonstra in nrc Handelsblad over Een ijsbeer in de tropen: ‘De Beer maakt knappe prenten, met voorzichtige lijnen en een duidelijke voorliefde voor de expressieve achterkanten van zijn dieren. Het kleurgebruik is sober, wat vooral in de verstilde sneeuwlandschappen een fraai effect heeft.’ Joke Linders over Kleine ijsbeer, waar ga je naar toe? in het Algemeen Dagblad: ‘Het unieke van Hans de Beer schuilt in zijn oogstrelend gebruik van kleuren in zachte tonen grijs, blauw, bruin, groen en geel.’ Rindert Kromhout plaatste in de Volkskrant als enige kritische kanttekeningen. ‘De dieren en landschappen ogen vriendelijk; het kleurgebruik is ingetogen, risicoloos,’ schreef hij naar aanleiding van het bekroonde Valentino de kikker. ‘Er gaat geen enkele prikkeling of agressie van uit. De Beer maakte in korte tijd vier prentenboeken, maar in al die boeken samen staan maar een paar prenten die de moeite waard zijn en de aandacht vasthouden.’
Over de teksten oordelen critici vrijwel altijd negatief: vlak en inspiratieloos. ‘Wat een prentenboek van formaat had kunnen worden daalt op deze wijze vele punten in waarde,’ aldus Bregje Boonstra.
Bij kinderen zijn de verhalen over de kleine ijsbeer enorm populair. Ze worden regelmatig in allerlei vormen herdrukt, als pocket of uitklapboek. Daarnaast figureert de kleine ijsbeer op onder meer inpakpapier, posters, tasjes, kaarten, pennen en kalenders.
| |
Bibliografie
Door Hans de Beer geïllustreerde en geschreven prentenboeken, al dan niet i.s.m. Burny Bos
|
Kleiner Eisbär, wohin fährst du? (1987): Een ijsbeer in de tropen. Verteld door Burny Bos. Den Haag, De Vier Windstreken, 1987. |
Kleiner Eisbär, komm bald wieder! (1988): Kleine ijsbeer, waar ga je naar toe? Verteld door Burny Bos. Den Haag, De Vier Windstreken, 1988. |
Olli, der kleine Elefant (1989): Tetkees zoekt een baby. Verteld door Burny Bos. Den Haag, De Vier Windstreken, 1989. |
Valentino Frosch und das himbeerrote Cabrio (1990): Valentino de kikker. Verteld door Burny Bos. Den Haag, De Vier Windstreken, 1990. |
| |
| |
Kleiner Eisbär, nimm mich mit! (1990): Kleine ijsbeer, wat is er mis? Verteld en getekend door Hans de Beer. Den Haag, De Vier Windstreken, 1990. |
Der kleine Eisbär und der Angsthase (1992): Kleine ijsbeer en de bange haas. Verteld en getekend door Hans de Beer. Vertaald door Sjoerd Kuyper. Amsterdam, De Vier Windstreken, 1992. (Serie Hoera, ik kan lezen) |
Kleiner Braunbär, wovon träumst du? (1994): Bernard Beer en de zevenslapers. Verteld en getekend door Hans de Beer. Amsterdam, De Vier Windstreken, 1994. |
Keuze uit door Hans de Beer geïllustreerde boeken
|
Bies van Ede, Onno het varkentje. Haarlem, Oberon, 1987. (Boboboek) |
Burny Bos, De familie Mol-de Mol. Haarlem, Oberon, 1988. |
Nannie Kuiper, Muizen. Amsterdam, Leopold, 1988 (2de gewijzigde druk). |
Willie Tobler, Koen kan alles. Vertaald door Marceline Bodaert. Haarlem, Holland, 1988. (Bereboekjes) |
Burny Bos, De familie Mol-de Mol. Deel 2. Haarlem, Oberon, 1989. |
Ingrid Uebe, Giechelbig. Vertaald door Maria van Oorsouw. Haarlem, Holland, 1989. |
Mischa Damjan, Het Woud van de Duizend Schaduwen. Vertaald door Sjoerd Kuyper. Amsterdam, 1991. (Prentenboek) |
Ingrid Uebe, Giechelbig op school. Vertaald door Marieke Hoogland. Haarlem, Holland, 1991. |
Marianne Busser & Ron Schröder, Koning Bobbel. Apeldoorn, De Eekhoorn, 1992. |
Willi Tobler, Koen op school. Vertaald door Marieke Hoogland. Haarlem, Holland, 1992. (Bereboekjes) |
Ingrid Uebe, Giechelbig op vakantie. Vertaald door Marieke Hoogland. Haarlem, Holland, 1994. |
Marianne Busser & Ron Schröder, Papa Wapper en het rode vrachtwagentje. Bewerkt door Christine Kliphuis. Voorschoten, De Vier Windstreken, 1995. (Serie Hoera, ik kan lezen) |
Serena Romanelli, Bobo en het oerwoudconcert. Vertaald door Christine Kliphuis. Voorschoten, De Vier Windstreken, 1995. (Prentenboek) |
Over Hans de Beer
|
Bregje Boonstra, Een ijsbeer in de tropen. In: NRC Handelsblad, 12-2-1988. |
Joke Linders, Kleine ijsbeer, waar ga je naar toe? In: Algemeen dagblad, 23-9-1988. |
Cathérine van Houts, Nederlandse ijsbeer op wereldreis. In: Het Parool, 12-10-1988. (Interview) |
Marita de Sterck, Tetkees in Bologna. Een gesprek met Hans de Beer. In: Jeugdboekengids, jaargang 31 (1989), nr. 6. |
Cathérine van Houts, De Beer is meesterlijk in sfeer. In: Het Parool, 30-3-1989. |
Cornald Maas, Tetkees zoekt een baby. In: Elsevier, 8-7-1989. |
Rindert Kromhout, Kikker waant zich een prins. In: de Volkskrant, 27-1-1990. |
Lieke van Duin, Kikkers en padden: niet knuffelig maar wel illustratiegeniek. In: Trouw, 6-2-1991. |
41 Lexicon jeugdliteratuur
juni 1996
|
|