zijn van piraten en in Algerije als slaven zijn verkocht. Paddeltje is nóg meer een jongensboek. De lezers kunnen zich met de hoofdpersoon, de rondborstige Zeeuwse jongen, identificeren. Ook Paddeltje valt in handen van een zeerover, de beruchte Il Tigretto, maar door zijn scherp vernuft en doorzettingsvermogen weet hij zich te bevrijden. In Om de schatten van Il Tigretto, het vervolg op Paddeltje, wordt strijd geleverd om de schatten van de zeerover na diens dood in handen te krijgen. Het verhaal doet denken aan Schateiland van R. Stevenson.
De stijl van Been is voor deze tijd wat plechtig en dramatisch, maar door zijn boeiende verteltrant en geestig woordgebruik, speciaal in Paddeltje, blijven deze boeken behoren tot de goede historische zeeverhalen voor de jeugd, die een beeld geven van de strijd van onze zeelieden in de 17e eeuw en de gevaren waarin zij verkeerden.
Zijn boeken ‘in prachtband’ werden vaak geïllustreerd door beroemde tekenaars uit die tijd: Johan Braakensiek, J.H. Isings Jr., Tjeerd Bottema en Louis Raemaekers.
In de tijdschriften Eigen haard, Wereldkroniek, Timotheus, Schouwvenster voor het jonge volkje en in het dagblad De Nieuwe Rotterdamsche Courant werden ook bijdragen voor de jeugd van zijn hand opgenomen.
Op een verzoek uit de onderwijswereld heeft Been oudtestamentische verhalen voor de jeugd bewerkt. Op last van een schoolopziener, die het met de inhoud niet eens was, zijn deze bewerkingen later weer uit de scholen verwijderd.
Johan Been, zeeman aan wal met een onoverwinnelijke watervrees, heeft voor zijn werken over het roemruchte verleden van Brielle al tijdens zijn leven erkenning gekregen. In 1922 ontving hij van koningin Wilhelmina bij de 350e verjaardag van het Watergeuzenfeit de orde van Oranje Nassau.
Ter ere van het 600jarig bestaan van de stad Den Briel werd in 1930 zijn openluchtspel ‘Het kind van Voorne’ opgevoerd. Been was toen al ernstig ziek; in het zelfde jaar werd hij op tweede kerstdag begraven.