| |
| |
| |
Gunnel Beckman
door Noortje Geertsema-Van Gijs
Gunnel Beckman werd als Gunnel Torulf geboren op 16 april 1910 in het Zweedse stadje Falköping. Na de middelbare school studeerde ze moderne talen aan de universiteit van Lund. Van 1932 tot 1940 was ze werkzaam als journaliste bij de Göteborgse krant Morgontidningen. Ze trouwde met de cultuuredacteur van de krant, Birger Beckman. Ondanks haar grote gezin - het echtpaar Beckman kreeg vijf kinderen - zag ze toch kans te blijven werken als free-lance journaliste. Op 50-jarige leeftijd schreef ze haar eerste boek, dat oorspronkelijk bedoeld was als detective voor volwassenen, maar op aanraden van de uitgever bewerkt werd tot kinderboek. Van 1967 tot 1979 was Gunnel Beckman hulpverleenster bij voorwaardelijk veroordeelde jongeren. In 1975 ontving ze de Nils Holgersson-plakette.
| |
Werk
Gunnel Beckman debuteerde als schrijfster van gezellige meisjesboeken. Voor de familie Wisenius in Een gelukkig gezin en Zomer op het eiland stond haar eigen gezin model. Al gauw werden haar boeken ernstiger van toon en kwamen er onderwerpen als adoptie en een zelfmoordpoging in ter sprake. Haar hoofdpersonen komen vaak in een crisissituatie terecht waaruit ze een uitweg proberen te vinden. Hierdoor krijgen ze niet alleen een beter zicht op zichzelf, maar ook op de wereld om hen heen. In Nederland kreeg Gunnel Beckman vooral bekendheid met Toegang tot het feest, Mij overkomt dat niet en Een leven voor jezelf.
In Toegang tot het feest wordt de angst beschreven van een 19-jarig meisje dat nog maar kort te leven heeft. Mij overkomt dat niet gaat over de 18-jarige Anne die een abortus overweegt. In het vervolgdeel, Een leven voor jezelf, verdiept Anne zich in
| |
| |
de vrouwenemancipatie en wordt zich bewust van haar eigen situatie.
Het was voor Gunnel Beckman heel vanzelfsprekend over jongeren in crisissituaties te gaan schrijven, omdat ze daar door haar werk als hulpverleenster mee geconfronteerd werd. En toen ze zich meer ging interesseren voor de emancipatie van de vrouw verwerkte ze dit onderwerp ook vaker in haar boeken. Ze ontkent zelf ten zeerste sommige boeken geschreven te hebben om mee te doen aan bepaalde trends in de jeugdliteratuur. Ze laat een idee soms jarenlang rijpen voordat ze aan schrijven begint. Ook verricht ze vaak research en houdt ze interviews om zich zo goed mogelijk voor te bereiden op een nieuw boek. De totstandkoming van een boek vergelijkt ze zelf met een moeizame bevalling.
Gunnel Beckman schrijft bewust vanuit een pedagogisch en moralistisch perspectief. Ze is van mening dat jonge mensen niet altijd de consequenties van hun eigen handelen doorzien en daar wil zij ze graag inzicht in geven; als oudere kun je immers je eigen ervaringen doorgeven. Tijdens haar werk als hulpverleenster ervaarde ze dat het hoofdprobleem voor in de steek gelaten jongeren was dat ze geen verstandige volwassene in hun buurt hadden die hen in goede banen kon leiden.
Haar schrijfstijl is boeiend, met een rake woordkeuze en een veelvuldig gebruik van originele beeldspraak. Het literaire aspect van het schrijversschap acht Gunnel Beckman erg belangrijk. Ze vindt dat een schrijver dezelfde opdracht heeft als een kunstenaar ‘... te schilderen, maar dan met woorden, om de mensen te leren kijken. De werkelijkheid wordt sterker beleefd als men die ziet door bemiddeling van een kunstenaar.’ Toch verwijten de critici Gunnel Beckman dat ze soms te weinig aandacht besteedt aan het verhaal op zich en teveel verzandt in gegevens doorgeven over bijvoorbeeld abortus en de ge-
Omslag Dick van der Maat
| |
| |
schiedenis van de vrouwenbeweging. Dit ontkent ze zelf niet: ‘De karakters in mijn boeken schieten er soms wat bij in als mijn behoefte aan informatie doorgeven te sterk wordt.’ In Zweden worden haar boeken weleens kritisch als ‘gebruiksboeken’ aangeduid. Haar weerwoord hierop is dat er niets verkeerd is aan een goed gebruiksvoorwerp.
Er zit nog steeds ontwikkeling in het schrijversschap van Gunnel Beckman: zo komt ze tegenwoordig minder met pasklare antwoorden en is ze met Na de brand en de boeken over Fanny (Att trösta Fanny en Att älska Fanny) van de probleemboeken meer in de algemeen psychologische sfeer terechtgekomen.
| |
Toegang tot het feest
Annika, 19 jaar, hoort dat ze nog maar enkele maanden te leven heeft. Ze trekt zich terug in een zomerhuisje en zet daar haar verwarde gedachten op papier in de vorm van een brief aan een vriendin. Haar grootste angst is te moeten sterven zonder zelf iemand geweest te zijn. Het blijkt dat ze in haar keuzes altijd beïnvloed is geweest door anderen, met name door haar moeder en haar vriend. Al schrijvend komt ze tot rust en krijgt ze zicht op haar eigen identiteit.
Het idee om Toegang tot het feest te schrijven had Gunnel Beckman al jaren. Aanvankelijk schreef ze het als een roman voor volwassenen, in een tijd dat het nog taboe was op een diepgaande manier voor jongeren over de dood te schrijven. Het manuscript werd echter onafgemaakt weggelegd en kwam weer tevoorschijn om tot jeugdboek bewerkt te worden toen Gunnel Beckman meende dat de tijd rijp was voor een dergelijk boek. Toegang tot het feest betekende Gunnel Beckmans definitieve doorbraak als schrijfster. Zowel in Zweden als daarbuiten werd het zeer goed ontvangen. In Nederland liepen de reacties uiteen. Sommige critici prezen Gunnel Beckmans schrijfstijl en inlevingsvermogen, anderen betitelden het boek als ‘probleemboek’.
| |
Na de brand
Charlie, de hoofdpersoon, woont met twee jongens en drie meisjes in het huis van zijn ouders, die voor ontwikkelingswerk naar Tanzania zijn. Het huis brandt af en Charlie komt met brandwonden in het ziekenhuis terecht. Daar leest hij zijn dagboek van de laatste maanden - dat niet bij de brand verloren is gegaan - over en langzamerhand wordt het de lezer duidelijk wat zich in het huis heeft afgespeeld: hoe de onderlinge verhoudingen lagen en hoe bepaalde spanningen ontstonden. Aanleiding tot veel conflicten gaf de aanwezigheid van Alexander, die als een vreemde eend in de bijt werd beschouwd. Maar Charlie mocht Alexander erg graag. Na de brand is Alexander echter spoorloos verdwe- | |
| |
nen en wordt hij door sommigen van brandstichting verdacht. Dit laatste weigert Charlie te geloven en hij houdt zich erg bezig met de vraag waarom en waarheen Alexander gevlucht is.
Het thema van Na de brand is vriendschap en tot hoever deze kan gaan. De gebeurtenissen in het boek verlopen vrij traag, maar de persoon van Charlie met zijn angsten en twijfels wordt levensecht neergezet. Wat stijl betreft lijkt Na de brand meer op het poëtische Toegang tot het feest dan op de vrij nuchter geschreven boeken Mij overkomt dat niet en Een leven voor jezelf. Gunnel Beckman verwijst in dit boek veel naar andere literatuur, zoals de boeken van de door haar bewonderde schrijver Asimov. De bedoeling die ze hiermee heeft is onder meer om bij de lezer belangstelling te wekken voor andere schrijvers.
In Nederland kreeg Na de brand minder aandacht dan de drie voorgaande in het Nederlands vertaalde boeken van Gunnel Beckman.
| |
Waardering
In Zweden wordt Gunnel Beckmans werk regelmatig bekroond. De Zweedse critici hebben vooral bewondering voor haar vermogen zo snel aan te sluiten bij maatschappelijke veranderingen. Maar zowel in Zweden als in Nederland staat men kritisch tegenover het feit dat ze vrij veel zakelijke informatie in haar boeken verwerkt. De Nederlandse recensenten hebben ook moeite met de zware onderwerpen die centraal staan in verschillende boeken. Wel acht men haar werk geschikt als uitgangspunt voor discussies over bijvoorbeeld abortus en vrouwenemancipatie.
| |
Bibliografie
Niet in het Nederlands vertaalde boeken
|
Visst gör det ont (1963), Misstänkt (1965), Flickan utan namn (1967), På galej med farmor (1968), Försök att förstå (1971), M som i Maggan (1975), Ett slag i ansiktet (1976), Oskuld (1978), Varför just Eva? (1978), Det här med kärlek (1979), Att trösta Fanny (1981), Att älska Fanny (1986). |
In het Nederlands vertaalde boeken
|
Medan katten var borta (1960): Een gelukkig gezin. Vertaald door J.C. Torringa-Timmer. Nijkerk, Callenbach, 1963. |
Unga fröken Tova (1961): Zomer op het eiland. Vertaald door J.C. Torringa-Timmer. Nijkerk, Callenbach, 1963. |
Tillträde till festen (1969): Toegang tot het feest. Vertaald door M. van Marwijk Kooy. Rotterdam, Lemniscaat, 1975. |
Tre veckor över tiden (1973): Mij overkomt dat niet. Vertaald door M. van Marwijk Kooy. Rotterdam, Lemniscaat, 1975. |
Våren då allting hände (1974): Een leven voor jezelf. Vertaald door M. van Marwijk Kooy. Rotterdam, Lemniscaat, 1977. |
Branden (1983): Na de brand. Vertaald door E. Weehuizen. Rotterdam, Lemniscaat, 1984. |
Over Gunnel Beckman
|
A. Commire, Gunnel Beckman. In: Something about the author. Detroit, Gale Research Book Tower, 1974. (Volume 6) |
Dokumentatie auteurs en illustratoren van jeugdboeken, knipselkrant jeugdliteratuur, jaargang 2, nr. 2. Den Haag, NBLC, 1978. |
| |
| |
Lioba Betten, Gunnel Beckman. In: Lexikon der Kinder- und Jugendliteratur. Weinheim, Beltz Verlag, 1982. |
Ying Toijer-Nilsson, Gunnel Beckman. In: De skriver för ungdom, porträtt av svenska ungdomsförfattare A-K. Lund, Bibliotekstjänst, 1984. |
Birgit Peters, Gunnel Beckmans bildspråk. In: Barn & Kultur, jaargang 32 (1986), nr. 3, blz. 65-68. |
Eva Wikander, Från idyll till verklighet. In: Bokuppslaget, jaargang 3 (1987), nr. 1, blz. 19-21. (Interview) |
16 Lexicon jeugdliteratuur
februari 1988
|
|