| |
| |
| |
L.F. Baum
door Bea Ros
Lyman Frank Baum werd geboren op 15 mei 1856 in Chittenago (New York State). Als zoon van een rijke oliemagnaat (én theatereigenaar) kreeg hij thuis onderricht. Op zijn twaalfde werd hij naar een militaire academie gestuurd, maar daar hield hij het niet lang uit. Hij keerde naar huis terug en ging bij zijn vaders bedrijf werken. Hij wilde graag acteur worden en vanaf zijn tweeëntwintigste trad hij regelmatig op. De dood van zijn vader en het faillissement van diens zaak dwong hem ook op andere manieren de kost te verdienen. Hij werkte onder meer als vertegenwoordiger, handelaar, kippenfokker, journalist en (toneel)schrijver. Met die laatste bezigheid boekte hij het meeste succes en vanaf ongeveer 1900 besloot hij van de pen te gaan leven. Hij stierf op 5 mei 1919 in Hollywood.
| |
Werk
Baum was dol op toneel. In de periode dat hij wisselende beroepen had, was hij onder meer acteur en schrijver van toneelstukken. Een van zijn eerste stukken, het melodrama The Maid of Arran (1882) was succesvol. Toen Baum kinderen kreeg, ging hij ook voor kinderen schrijven. Zijn eerste kinderboek, Mother Goose in Prose, verscheen in 1897. Hierna volgden nog enkele sprookjesbundels, maar het echte succes kwam in 1900 met The Wonderful Wizard of Oz. Hoewel het boek door mensen uit de onderwijsen bibliotheekwereld verguisd werd als ‘rotzooi’, bleek het bij de jeugd aan te slaan. De woorden van de auteur dat hij met dit boek niets anders wilde dan kinderen een plezier doen, werden aldus bewaarheid.
Vanaf dit moment legde Baum zich helemaal toe op het schrijven van kinderboeken. En vooral op Oz. Na het zesde boek over het toverland Oz, The Emerald City of Oz (1910) vond hij het
| |
| |
Illustratie van W.W. Denslow uit De grote tovenaar van Oz
zelf welletjes, maar uitgever en publiek bleven vragen om meer. Daarna volgden nog zeven titels, telkens met wisselende hoofdpersonen. Oz bleek zo populair dat na Baums dood anderen gewoon doorgingen met de reeks. Ruth Plumley Thompson bijvoorbeeld heeft maar liefst 21 Oz-boeken op haar naam staan. Tot in deze tijd verschijnen er nieuwe titels en Oz-parodieën. Er is een Oz-fanclub en ook op internet viert de Oz-mania hoogtij, gezien de vele websites hierover.
Baum schreef ook nog ander werk, maar veel daarvan publiceerde hij op verzoek van de uitgever onder pseudoniem. Onder de naam Capt. Hugh Fitzgerald verschenen avonturenboeken voor jongens (Sam Steele), onder de naam Suzanne Metcalf het meisjesboek Annabel (1906), en onder het pseudoniem Edith van Dyne een tiendelige serie over Aunt Jane's Nieces (1906-1915). Ondanks Baums enorme productie heeft krap een eeuw later alleen zijn eerste boek over de tovenaar van Oz standgehouden.
| |
De tovenaar van Oz
Door een wervelstorm raakt het meisje Dorothy Gale samen met haar hondje Toto verzeild in een toverland. Om weer thuis, in Kansas, te kunnen komen moet Dorothy, aldus de raad van de goede Heks, het gele pad volgen. Dit pad voert haar naar Emerald City alwaar ze de koning, de machtige tovenaar van Oz, om raad kan vragen. Tijdens haar zoektocht krijgt ze hulp van de Vogelverschrikker (Scarecrow), de Blikken Houthakker (Tin Woodman) en de Laffe Leeuw (Cowardly Lion). Ook voor deze drie is de reis een queeste: zij leren respectievelijk te vertrouwen op hun verstand, hart en moed. De machtige tovenaar blijkt een goochelaar en Scarecrow wordt de nieuwe machthebber van Oz. Het boek eindigt met de veilige terugkeer van Dorothy bij oom Henry en tante Em in Kansas.
Baum verwerkte zijn boek in 1903 al tot een Broadway-musical. Wereldberoemd werd Dorothy door de Hollywoodfilm uit 1939, met Judy Garland als Dorothy die het beroemde lied ‘Somewhere over the Rainbow’ zingt.
Het eerste Oz-boek is, op het onbeduidende boek over de kerstman na,
| |
| |
het enige werk van Baum dat in het Nederlands is vertaald. Voor het eerst in 1940, daarna in 1972 in een vertaling door C. Buddingh'. Henri van Daele bewerkte het boek in 1994 voor de serie klassiekers van Becht/Averbode. Bij Deltas verschenen prentenboekbewerkingen voor jonge kinderen, met illustraties uit de op het derde Oz-boek, Ozma of Oz, gebaseerde Disney-film Return to Oz (1985).
| |
Waardering
De Oz-boeken blijken aan te slaan. Niet alleen bij kinderen, maar ook bij volwassenen, getuige de vele nabootsingen, parodieën en fans. Het idee van een wonderland vol toverfiguren plus Baums humor spreken tot de verbeelding. Criticus August Hans den Boef wijst op de typisch Amerikaanse waarden die Baum in zijn Oz-boeken stopte en die, in elk geval de Amerikaanse, lezers zullen aanspreken: de pioniersgeest en de trots op het eigen land (zo prefereert Dorothy haar Kansas boven het wonderland).
Tegelijkertijd wijzen critici erop dat alle Oz-boeken op elkaar lijken: ze borduren voort op eenzelfde stramien en thema's. Den Boef spreekt van ‘lopende-bandwerk’. De boeken beginnen steevast dat iemand door een natuurramp verzeild raakt in wonderland. Daar moeten ze de strijd aanbinden met een gemene heks, koningin of tovenaar. Ze krijgen hulp van een of meer goede inwoners van Oz, zodat het eind goed, al goed is.
Baums stijl is weliswaar humoristisch en fris, maar ook achteloos, en zijn plot zit wat al te makkelijk en toevallig in elkaar. Volgens The Oxford Companion of Children's Literature vertelt de Hollywoodfilm het Oz-verhaal zelfs beter dan Baum zelf. Dit handboek zoekt de betekenis van Baum dan ook vooral in het feit dat hij de eerste auteur is van een ‘onvergetelijk, lang en origineel Amerikaans fantasy-boek’.
| |
Bibliografie
Keuze uit niet in het Nederlands vertaalde boeken
|
Mother Goose in Prose (1897), Father Goose, His Book (1899), The Marvelous Land of Oz (1905), Sam Steele's Adventures on Land and Sea (1906), Aunt Jane's Nieces (1906-1915), Dorothy and the Wizard of Oz (1908), The Boy Fortune Hunters in Alaska (1908), The Road to Oz (1909), The Emerald City of Oz (1910). |
In het Nederlands vertaald
|
The Wonderful Wizard of Oz (1900):
- | De grote tovenaar van Oz. Nederlandse bewerking van Henrik Scholte. Met illustraties van Rein van Looy. Amsterdam, Veen, 1940. |
- | Lonneke in het land van Oz. Vertaald door C. Buddingh'. Met illustraties van W.W. Denslow. Amsterdam, Frank Fehmers Productions, 1972. |
- | De tovenaar van Oz. Bewerkt door Anja Pieke. Met illustraties van Frish Flannery. Den Bosch, Malmberg, 1984. |
- | De grote tovenaar van Oz. Bewerkt door Henri van Daele. Met illustraties van W.W. Denslow. Averbode/Haarlem, Altiora/Becht, 1994. |
- | De tovenaar van Oz. Vertaald door Ernst van Altena. Met illustraties van Lisbeth Zwerger. Voorschoten, De Vier Windstreken, 1996. |
|
The Life and Adventures of Santa Claus (1902): Santa Claus: de legende van de kerstman. Bewerkt
|
| |
| |
uit het Engels door Michael G. Ploug. (Ballonstrip). Wielsbeke, 1993. |
Ozma of Oz (1907): De tovenaar van Oz; De ondeugende prinses; De Winkies helpen Doortje; Doortje en haar vrienden. Nederlandse bewerkingen van Elly Schurink. Met illustraties uit de Disney-film. Aartselaar, Deltas, 1986. |
Over L.F. Baum
|
L.F. Baum. In: Humphrey Carpenter and Mari Prichard, The Oxford Companion to Children's Literature. Oxford/New York, Oxford University Press, 1984, blz. 50/51. |
L.F. Baum. In: Anita Silvey (ed.), Children's Books and their Creators. Boston/New York, 1995, blz. 49/50. |
Corine Voet, Geloven in Oz. Nieuwe editie van ‘The Wizard of Oz’. In: NRC Handelsblad, 29-12-2000. |
August Hans den Boef, Zo Amerikaans als Kansas. Honderd jaar toveren in Oz. In: Literatuur zonder leeftijd, 15e jaargang (2001), nr. 54, blz. 94-105. |
60 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 2002
|
|