| |
| |
| |
Clemence M.H. Bauer
door Janneke van der Veer
Clemence Mariëtte Henriëtte Bauer werd geboren op 28 december 1887 in Den Haag. Haar jeugd bracht ze door in Nederland, de Verenigde Staten en Nederlands-Indië (Java). Ze was vijfentwintig jaar lang onderwijzeres in Den Haag en heeft veel gereisd. Vanaf 1935 tot 1945 woonde ze onafgebroken in het buitenland; tijdens de Tweede Wereldoorlog in Bregenz (Oostenrijk), Berlijn en Unckel am Rhein (Duitsland). In 1938 werd ze rooms-katholiek. Na de oorlog woonde ze in Vaals en vanaf 1960 in Sittard. Daar is zij op 20 december 1971 overleden.
Over het leven van Clemence Bauer is weinig bekend. Zelf zegt ze daarover in Wormcruyt met suycker (1950): ‘Mijn levensgeschiedenis is iets wat alleen mijzelf en niet het publiek aangaat.’ Het bidprentje dat naar aanleiding van haar overlijden is gedrukt, vermeldt onder meer haar brede belangstelling, haar aanvoelingsvermogen en de steun die zij hierdoor aan anderen kon bieden. Daarbij putte ze kracht uit een diep godsdienstig besef. Ook wordt op het bidprentje melding gemaakt van een toenemende verzwakking tijdens haar laatste levensperiode.
| |
Werk
Het werk van Clemence Bauer bestaat uit boeken voor jonge kinderen en boeken voor iets oudere lezers. Tot deze laatste categorie behoren een aantal specifieke meisjesboeken. Daarnaast schreef zij losse verhalen, die opgenomen werden in verzamelbundels voor kinderen en in kindertijdschriften als Zonneschijn en Voor de Jeugd. Een aantal boeken schreef zij samen met K. Breebaart, waaronder Kammetje, Akse en Vike (1929), Passagiers van de blauwe tram (1929) en Een gelukkig jaar (1929).
Haar eerste boek, Miesje, verscheen in 1910. Het is een verhaal voor jonge kinderen over de emigratie van Miesje en haar ouders naar de Verenigde Staten. De verhuizing brengt nogal wat veranderingen met zich mee. Vooral Miesje's moeder heeft daar moeite meer. Ze krijgt heimwee, wordt ziek en sterft. Miesje gaat dan bij haar grootmoeder in Nederland wonen. Een harmonieus gezinsleven, vertrouwen op God en begrip voor andere culturen zijn opvallende elementen in dit verhaal.
Blondje (1912), Een Indisch troepje (1912) en Vriendinnetjes (1913) zijn luchtiger van inhoud. Het zijn verhalen die de dagelijkse belevenissen van jonge
| |
| |
Illustratie van B. Midderigh-Bokhorst uit Kleine Sarina
kinderen op school en thuis tot onderwerp hebben. De uitspraak die de schrijfster in Wormcruyt met suycker doet over haar aspiraties ten aanzien van het schrijverschap, lijkt vooral op deze boeken voor jonge kinderen betrekking te hebben: ‘Al wat ik de eerste jaren schreef, werd eigenlijk puur tot mijn eigen genoegen en mogelijk ook dat der kinderen op papier gezet.’
Eenvoud en luchthartigheid kenmerken ook Dotje (1927), Kammetje, Akse en Vike en Amadeus' avonturen (1937). Ze zijn bedoeld voor jonge lezers. Alle drie zijn het fantasieverhalen. De eerste twee boeken gaan over dieren. Amadeus' avonturen vertelt over de belevenissen van een negerjongetje.
Haar boeken voor oudere jongens en meisjes hebben vaak een bepaalde strekking. Kleine Sarina (1916) is geïnspireerd op een waar gebeurd voorval in Den Haag. Het boek gaat over een Indisch meisje dat als baboe met een gezin meegaat naar Nederland. Ze heeft heimwee maar aan haar verlangen terug te keren naar Indië wordt niet tegemoet gekomen. Ook niet als het gezin besluit langer dan de afgesproken tijd van één jaar in Nederland te blijven. Uit wanhoop steelt de baboe geld van haar mevrouw. De diefstal wordt ontdekt, waarna Sarina op straat wordt gezet. Na omzwervingen wordt ze dodelijk vermoeid gevonden door bevriende Indische mensen, die haar helpen terug te keren naar haar geboorteland.
In dit verhaal toont Clemence Bauer de superioriteitsgevoelens van westerlingen tegenover mensen met een andere huidskleur of culturele achtergrond. Het is een aspect dat ook een rol speelt in Miesje, Vriendinnetjes, Twee zwervelingen in Amerika (1927), Zangvogeltje (1933) en Uit het leven van Tom Arlington (1932). In al deze boeken verwerkte Bauer verhalen over de tradities en de geschiedenis van andere landen. Waarschijnlijk beoogde ze daarmee de belangstelling en het begrip voor andere culturen te vergroten.
Verschillende malen komt de mening naar voren dat men niet voorbij mag gaan aan het lot van mensen in
| |
| |
moeilijkheden, bijvoorbeeld in Zangvogeltje dat over Russische vluchtelingen gaat. Ook in verhalen over gezinssituaties zoals Een gelukkig jaar, Haar vaders dochter (1930) en Het aangenomen kind (1949) is aandacht en zorg hebben voor anderen een belangrijk thema. Het laatste boek heeft een nogal complexe verhaallijn. Hoofdpersoon is Renske, de aangenomen dochter van de familie Agema. Zij verhuist met haar ‘ouders’ naar Berlijn en maakt daar de Tweede Wereldoorlog mee. Het boek gaat over de verwarring van een meisje dat hoort dat ze een pleegkind is, maar stelt tegelijk ook het thema vooroordelen aan de orde. Het contact met de Duitse bevolking is door Clemence Bauer genuanceerd beschreven. Ongetwijfeld putte ze uit haar eigen ervaringen in Duitsland tijdens de oorlog.
Over het algemeen heeft het werk van Clemence Bauer een neutrale of licht-protestantse teneur, met uitzondering van Het aangenomen kind en De Iezegrim (1956). Deze twee boeken, de laatste uit haar oeuvre, zijn sterk vanuit het rooms-katholieke geloof geschreven. In De Iezegrim is sprake van een conflict dat ontstaat door geloofsverschillen.
Clemence Bauer had een vlotte, toegankelijke stijl met veel dialoog. De verhalen voor jonge kinderen zijn eenvoudig van toon. In boeken waarin vreemde culturen een rol spelen, ondersteunt zij de sfeer door het gebruik van woorden uit een andere taal, kromme zinsbouw en dergelijke. Soms is het taalgebruik gevoelig maar niet sentimenteel, bijvoorbeeld in Kleine Sarina en Zangvogeltje. In haar laatste boeken komen vaak beschouwende passages voor, zoals in Het aangenomen kind en De Iezegrim, waarin uitvoerig de gedachten beschreven staan die de hoofdpersonen hebben over geloofskwesties. Soms hanteert ze een enigszins geëxalteerde toon, die in haar eerste boeken ontbreekt.
| |
Uit het leven van Tom Arlington
In Uit het leven van Tom Arlington (1932) dragen de twee hoofdpersonen allebei de naam Tom Arlington. De ene Tom is het buitenbeentje in een harmonieus gezin; de afstammeling van een slavenhouder. Hij werkt in de stad, krijgt ‘verkeerde’ vrienden en raakt op het criminele pad. Zijn opvattingen over negers zijn nogal uitgesproken: ze zijn lui en deugen niet. Hij vindt het maar niks dat er bij de afschaffing van de slavernij veel bezittingen verloren zijn gegaan.
De andere Tom Arlington is mr. Thomas, een neger. Zijn ouders hebben hem uit dankbaarheid vernoemd naar hun meester, de slavenhouder Thomas Arlington, grootvader van de andere Tom. Mr. Thomas zet zich in voor de verbetering van de positie van de negers en het overbruggen van de kloof tussen blanken en zwarten. Samen met zijn dochter Arabella richt hij een school en een ziekenhuis op.
| |
| |
Illustratie van Anton Pieck Uit het leven van Tom Arlington
Als de blanke Tom Arlington verstrikt raakt in zijn criminele daden en geen uitweg meer ziet, vlucht hij de bergen in. Ziek en uitgeput wordt hij gevonden door de neger oom Daniël. Deze roept de hulp in van mr. Thomas, die Tom helpt en hem terugbrengt naar zijn ouders. Tom wil opnieuw beginnen als ‘een rechtschapen en eerlijk man, zooals de beide andere Toms...’.
In Womrcruyt met suycker (1950) vertelt Clemence Bauer over dit boek: ‘Een tendenz heeft ook Tom Arlington (1932), het verhaal van negers en blanken in Amerika, hoewel ik volstrekt niet wilde, noch kàn beweren, dat ik een oplossing weet voor het uiterst moeilijke kleuringen-probleem aan de andere zijde van de Oceaan. De kinderen wenste ik echter onder oog te brengen dat een goed mens.... een goed mens is, onverschillig de kleur van zijn huid.’
| |
Waardering
Dat de boeken van Clemence Bauer populair waren, mag blijken uit de herdrukken van Miesje, Blondje, Vriendinnetjes, Twee zwervelingen in Amerika, Een Indisch troepje, Kleine Sarina en Haar vaders dochter. D.L. Daalder schrijft in Wormcruyt met suycker over haar werk: ‘Het wijkt door de thema's en de forse wijze van behandeling af van wat door de meeste vrouwen werd geschreven: niet alleen meisjes maar ook jongens zullen er van kunnen profiteren. En niet minder volwassenen.’
In de jeugdboekengids De Kleine Vuurtoren zijn ook enkele van haar boeken besproken. De editie 1927 van deze gids vermeldt een positieve waar- | |
| |
dering over Vriendinnetjes en Twee zwervelingen in Amerika. Ook in recensies in kranten en tijdschriften, door uitgeverij Van Goor als reclamemiddel opgenomen in boeken en fondscatalogi, krijgt Clemence Bauer lof toegezwaaid. Zo zijn er positieve besprekingen van Miesje te vinden in Een Indisch troepje. De in 1921 verschenen tweede druk van Kleine Sarina vermeldt op het titelblad een uitspraak van Nynke van Hichtum: ‘'t Is een prachtig werk!’ Lovende citaten uit recensies van Haar vaders dochter en Uit het leven van Tom Arlington zijn opgenomen in een catalogus van de uitgeverij uit 1933. Waardering is er ook voor Zangvogeltje. Een recensent van Voor 't jonge volkje schrijft: ‘Voor 14-jarige en oudere meisjes is het een prachtig verhaal en ongetwijfeld zullen zij de lotgevallen van Tamara met spanning volgen en zich verheugen, dat de kleine Russin eindelijk haar doel bereikt.’
Minder positief is het oordeel over De Iezegrim. M. de Kort, recensente van het nblc, Bureau Boek en Jeugd noemt dit boek in 1956 een ‘opgeschroefd verhaal’.
| |
Bibliografie
Jeugdboeken
|
Miesje. Met illustraties van Willem Hardenberg. Gouda, G.B. van Goor Zonen U.M., Keurbibliotheek voor jongens en meisjes, [1910]. |
Blondje: een verhaal voor meisjes. Zutphen, P. van Belkum Azn., [1912]. |
Een Indisch troepje. Met illustraties van Rie Cramer. Gouda, G.B. van Goor Zonen, [1912]. |
Een nieuwe wereld in: verhalen voor kinderen van 6-12 jaar. Met illustraties van B. Midderigh-Bokhorst. Gouda, G.B. van Goor Zonen, Voor 't kleine volkje, deel 7, [1912]. |
Vriendinnetjes: een verhaal voor meisjes. Zutphen, P. van Belkum Azn., [1913]. |
Kleine Sarina: een schets uit het leven van een inlandsch meisje. Met illustraties van B. Midderigh-Bokhorst. Gouda, G.B. van Goor Zonen, [1916]. |
Vrienden en vijanden: verhalen voor kinderen. Met illustraties van Tjeerd Bottema, omslag B. Midderigh-Bokhorst. Gouda, G.B. van Goor Zonen, Voor 't kleine volkje, deel 16, [1916]. |
De grootste deugniet van de klas. Met illustraties van Tj. Bottema en O. Verhagen. Gouda, G.B. van Goor Zonen, Voor 't kleine volkje, deel 34, [1927]. |
Twee zwervelingen in Amerika. Met illustraties van J. Rotgans. Den Haag, N.V. G.B. van Goor Zonen's U.M., Na schooltijd: bibliotheek voor jongens en meisjes, [1927]. |
Dotje. Met illustraties van Sijtje Aafjes. Gouda, G.B. van Goor Zonen, Gezellige uurtjes, deel 16, [1927]. |
Cl.M.H. Bauer en K. Breebaart, Wim uit het dwergenland: een verhaal voor kinderen van zes tot negen jaar. Met illustraties van Sijtje Aafjes. Gouda, G.B. van Goor Zonen, Gezellige uurtjes, deel 21, [1927]. |
Cl.M.H. Bauer en K. Breebaart, Passagiers van de blauwe tram. Met illustraties van Hans Borrebach. Den Haag, N.V. G.B. van Goor Zonen's U.M., [1929]. |
Cl.M.H. Bauer en K. Breebaart, Een gelukkig jaar. Met illustraties van Henri Pieck. Gouda, G.B. van Goor Zonen, Na schooltijd: bibliotheek voor jongens en meisjes, [1929]. |
Cl.M.H. Bauer en K. Breebaart, Het kleine meertje op de heide. Met illustraties van Nans van Leeuwen. Den Haag, G.B. van Goor Zonen, Gezellige uurtjes, deel 30, [1929]. |
Twee Adri's. Met illustraties van Sijtje Aafjes. Den Haag, G.B. van Goor Zonen, Gezellige uurtjes, deel 32, [1929]. |
Cl.M.H. Bauer en K. Breebaart, Kammetje, Akse en Vike. Met illustraties van Nans van Leeuwen en
|
| |
| |
Sijtje Aafjes. Den Haag, N.V. G.B. van Goor Zonen's U.M., Gezellige uurtjes, deel 34, [1929]. |
Haar vaders dochter. Met illustraties van Miep de Feijter. Den Haag, G.B. van Goor Zonen's U.M. N.V., [1930]. |
Uit het leven van Tom Arlington: een oorspronkelijke vertelling over negers en blanken in Noord-Amerika. Met illustraties van Anton Pieck. Den Haag, G.B. van Goor's Zonen U.M. N.V., [1932]. |
Zangvogeltje. Vermelding op omslag: Een Russisch meisje in Holland. Met illustraties van B. Midderigh-Bokhorst. Den Haag, G.B. van Goor Zonen's Uitg. Mij. N.V., [1933]. |
Amadeus' avonturen. Met illustraties van Ton Cozijnsen. Den Haag, G.B. van Goor Zonen's U.M. N.V., [1937]. |
Het aangenomen kind. Met illustraties van M. Beuling-Eland. Den Haag, G.B. van Goor Zonen's Uitgeversmaatschappij N.V., [1949]. |
De Iezegrim. Met illustraties van Irmgard Wille. Den Haag, G.B. van Goor Zonen's Uitgeversmaatschappij N.V., [1956]. |
Over Clemence Bauer
|
Henriëtte J. Kluit & Saskia Lobo, De Kleine Vuurtoren. Jeugdboekengids 1927. Den Haag, Boekhandel M. Dijkhoffz, v.h. A. Hoogstraten & Zoon, 1927. |
Henriëtte J. Kluit & Saskia Lobo, De Kleine Vuurtoren. Jeugdboekengids 1932. Den Haag, Boekhandel M. Dijkhoffz, v.h. A. Hoogstraten & Zoon, 1932. |
[Anoniem], Zangvogeltje door Clemence Bauer. In: Voor 't jonge volkje, nr. 4, 1933. |
D.L. Daalder, Wormcruyt met suycker. Historisch-critisch overzicht van de Nederlandse kinderliteratuur met illustraties en portretten. Amsterdam, N.V. De Arbeiderspers, 1950, blz. 163-164. |
Joris Baers (red.), Lectuur-Repertorium. Antwerpen, Algemeen Secretariaat voor Katholieke Boekerijen, Vlaamsche Boekcentrale en Nederland's Boekhuis, Tilburg, 1952, blz. 118. |
M. de Kort, Kaartrecensies, Den Haag, Bureau Boek en Jeugd, 1956. |
Paul Hardy en Xaveer de Win, pr., Lectuur-Repertorium 1952-1966. Antwerpen, Algemeen Secretariaat voor Katholieke Boekerijen, Vlaamsche Boekcentrale en Nederland's Boekhuis, Tilburg, 1968, pag. 98. |
Bidprentje ter nagedachtenis aan Clemence Mariëtte Henriëtte Bauer. Een exemplaar hiervan bevindt zich bij de Gemeentelijke Archiefdienst Sittard. |
Dorothée Buur, Indische jeugdliteratuur. Geannoteerde bibliografie van jeugdboeken over Nederlands-Indië en Indonesië. Leiden, KITLV Uitgeverij, 1992. |
Toos Zuurveen, Van Zedenleer tot Bruintje Beer. Kind, Kindbeeld en kinderboek door de eeuwen. Kampen, Uitgeverij Roorda/Zalsman Grafische Bedrijven, 1996, blz. 405, 706, 721. |
55 Lexicon jeugdliteratuur
februari 2001
|
|