beschouwde, heeft hij eigenlijk maar één verhaal voor kinderen geschreven, het verhaal waaraan hij zijn blijvende roem te danken heeft: Peter Pan.
Peter is onafhankelijk en ongebonden. Het begrip tijd bestaat voor hem niet. Er is geen verschil tussen heden en verleden, noch tussen dagen en jaren. Daardoor blijft hij altijd kind en ontkomt hij aan het volwassen worden. Opgroeien betekent aan de fantasie ontgroeien. Voor kinderen is alles mogelijk want er bestaat geen grens tussen realiteit en fantasie. Volwassen worden legt beperkingen op.
Al in Sentimental Tommy (1896), dat in grote lijnen autobiografisch is, voert Barrie een figuur op die, ondanks zijn volwassen worden, kind blijft. Een eigenschap die Tommy gemeen heeft met Barrie zelf, blijkens brieven en memoires van neven en nichten en vooral van de jongens Llewelyn Davies. Hij was een gelijke, een kind onder de kinderen. De figuur waarin Barrie zijn ideeën over kinderen en volwassenen nog verder uitwerkt, is Peter Pan.
Rond deze zelfde Peter Pan-figuur bestaan twee verschillende verhalen. Het oudste verhaal speelt in Kensington Gardens. Peter is dan nog een baby. In het tweede verhaal is hij een jongen van een jaar of twaalf, die samen met de kinderen Lieveling allerlei avonturen beleeft op een gefantaseerd eiland. Alleen van dit laatste verhaal, dat mede door een speelfilm en Walt Disney's tekenfilm bekend is geworden, bestaat thans nog een Nederlandse vertaling.
In 1902 komt een bundel verhalen van Barrie uit, The Little White Bird. Eén verhaal daaruit, Peter Pan in Kensington Gardens, verschijnt in 1906 apart, met vijftig platen van Arthur Rackham. In Engeland wordt dit verhaal nog steeds herdrukt. In Nederland zijn er twee vertalingen van geweest, die echter beide niet herdrukt zijn. Misschien komt dat door hetgeen in de openingszin van het verhaal staat: ‘Het is niet gemakkelijk de avonturen van Peter Pan te volgen voor wie niet bekend is in het Kensington-Park.’
In de Serpentine (een vijver in Kensington Gardens) ligt een eiland ‘waar al de vogeltjes geboren worden die in kleine jongens of meisjes veranderen’. Na zijn geboorte vliegt Peter Pan van zijn moeders huis terug naar het eiland. Maar hij is eigenlijk al te ver ontwikkeld: hij is noch vogel, noch mens. Een ‘tussenschepsel’. Toch wordt hij uiteindelijk door alle wezens in het park aanvaard, zelfs door de elfen. Als hij door zijn fluitspel op de Pans fluit van hen één wens mag doen, kiest hij twee kleine wensen. De eerste stelt hem in staat een bezoek te brengen aan zijn moeder, waarvan hij aanneemt dat zij wanhopig is van verdriet door zijn verdwijning. Hij constateert dat hij gelijk heeft, maar hij blijft niet. Om zijn rechten op de tweede wens niet te verspelen, vliegt hij naar het park terug. Als hij ten slotte na lang