| |
| |
| |
Carl Barks
door R. van Eijck
Foto: Ineke Overeem
De tekenfilm- en stripfiguur Donald Duck staat bekend als een creatie van Walt Disney, maar Disney zelf heeft de wereldberoemde eend nooit getekend. De Disney-films werden door zijn Studio-medewerkers vervaardigd, en de Disney-strips door een groot aantal Studio- en free-lance tekenaars, van wie Carl Barks de beste en bekendste is.
Carl Barks is op 27 maart 1901 geboren op het platteland van Oregon. In 1917 volgde hij een schriftelijke tekencursus, maar omdat hij lange tijd geen baan als tekenaar kon vinden, moest hij werk verrichten als houthakker, spoorwegreparateur en muilezeldrijver. Toch bleef hij tekenen en zijn cartoons naar kranten sturen, met het gevolg dat in 1928 zijn eerste tekening werd gepubliceerd. Daarna kreeg hij steeds meer opdrachten en trad hij in 1931 in vaste dienst bij het tijdschrift The Calgary Eye-Opener.
In 1935 solliciteerde Carl Barks bij de Disney Studio's, die hun tekenfilmafdeling sterk aan het uitbreiden waren, waarna hij een aantal jaren deel uitmaakte van het team dat scenario's schreef en story-boards maakte van de Donald Duck-tekenfilms. In 1942 had hij echter genoeg van het leven in de grote stad Los Angeles en vertrok hij weer naar het platteland om een kippenfokkerij te beginnen. Vlak voor hij de Disney Studio's verliet had hij echter samen met zijn collega Jack Hannah zijn eerste Donald Duck-strip getekend, ‘Pirate Gold’, die zo'n succes had dat de Studio's hem om meer strips vroegen. Zo begon Carl Barks op 41-jarige leeftijd
| |
| |
strips te tekenen en dat heeft hij tot zijn pensionering in 1966 volgehouden.
| |
Werk
Vijfentwintig jaar heeft Barks zich bijna uitsluitend met de Donald Duck-strip bezig gehouden. Daarvan heeft hij ongeveer 250 tien-pagina-verhalen, ongeveer 125 verhalen van ruim twintig pagina's, zo'n 60 verhalen van wisselende lengte en een groot aantal één-pagina-grappen getekend. De Amerikaanse comic-series Walt Disney's Comics & Stories en Uncle $crooge Comics dreven bijna volledig op de strips van Barks, terwijl hij ook regelmatig bijdragen leverde aan series als Four Color Comics en Donald Duck en aan periodieke gelegenheidsuitgaven als Vacation Parade en Christmas Parade.
In zijn strips heeft Carl Barks aan Donald Duck een eigen leefwereld en een eigen karakter gegeven, die verschillen van het beperkte karakter dat Donald en zijn omgeving in de tekenfilms hebben. Barks is de schepper van Duckstad en zijn meest kenmerkende inwoners. Hoewel de Neefjes Huey, Louie en Dewey (Kwik, Kwek en Kwak) en Daisy Duck (Katrien) al in de tekenfilms bestonden, zijn de steenrijke Uncle $crooge (Oom Dagobert), de arrongante Gladstone Gander (Guus Geluk) en de Uitvinder Gyro Gearloose (Willie Wortel) scheppingen van Barks. Deze vaste mede- of tegenspelers, alsmede de vaste leefsituatie in Duckstad en wijde omgeving, gaven Barks voldoende materiaal om de avonturen van Donald Duck vijfentwintig jaar lang gevarieerd te kunnen houden.
Barks' Donald Duck-verhalen zijn in twee hoofdcategorieën in te delen: verhalen van tien pagina's en langere verhalen, waarbij elke soort een eigen karakter heeft. De tien-pagina-verhalen spelen meestal in Duckstad en gaan over ruzies tussen Donald en de Neefjes, rivaliteit tussen Donald en Guus Geluk of het beschermen van het gigantisch fortuin van Oom Dagobert tegen de Zware Jongens. In de langere verhalen worden regelmatig reizen ondernomen naar verre, bestaande of niet-bestaande werelden, waardoor deze verhalen avontuurlijker van inhoud zijn.
Uit het verschil in onderwerp tussen de lange en korte verhalen vloeit een verschil voort in de Duck-karakters: in de korte verhalen is Donald Duck een veel opvliegender, bekrompener karakter dan in de lange verhalen, waarin hij moediger en handiger is en soms zelfs weet bij te dragen aan de goede afloop van het verhaal. Ditzelfde geldt voor de Neefjes, die in de korte verhalen vooral kwajongens zijn, maar zich in de lange verhalen eerder als volwassen eenden gedragen.
Ondanks het feit dat Barks' strips karikaturaal getekend zijn, hebben ze toch een hoge realiteitswaarde, zowel
| |
| |
in decors en kledij van vreemde volkeren, die realistisch uitgebeeld zijn, alsook in inhoudelijke aspecten.
Barks' Duckstrips zijn geen brave strips in de zin waarin vele andere kinderstrips in die tijd dat wèl waren: daarin won de ‘held’ altijd, zolang hij het ‘goede’ deed. Bij Donald is dit niet het geval. Ook als hij het ‘goede’ doet, lijdt hij vaak de nederlaag: hij leeft in een onzekere, bedreigende wereld, waarin het noodlot hard kan toeslaan om zijn goedbedoelde plannen te doorkruisen. Hij leeft dus in de reële wereld en is menselijk; aan deze eigenschappen ontleent hij zijn herkenbaarheid en populariteit.
Niet alleen in zijn verhalen, maar ook in zijn tekeningen onderscheidde Carl Barks zich van de andere Duck-tekenaars. Zijn stijl is zeer efficiënt: hij tekende slechts dat wat nodig was voor het verloop van het verhaal. Dit geeft zijn verhalen een helderheid waardoor hij een optimale duidelijkheid in het vertellen weet te bereiken. Daarnaast legde hij steeds een groot ruimtelijk effect in zijn tekeningen, die vooral zijn langere avonturenverhalen een weidse indruk meegeven. De grootste kracht van Carl Barks lag echter in zijn vermogen expressieve gelaatsuitdrukkingen te tekenen, die variëren van doffe wanhoop tot extatische vreugde. Deze emoties spreken niet slechts uit de gezichten van zijn stripfiguren, maar uit hun hele lichaamshouding.
Carl Barks gaf zijn strips - vooral zijn tien-pagina-verhalen - een krachtig ritme door zijn goede gevoel voor timing en door het feit dat hij van zijn pagina's steeds een eenheid wist te maken, zowel doordat zij een complete sc/ene uit het verhaal bevatten, als door de eenheid van compositie van de samenstellende plaatjes.
Deze kenmerken zorgden ervoor dat een Barks-verhaal steeds kristalhelder is, zowel in verhaal als in beelden, en dat zijn verhalen opvielen temidden van Duck-verhalen van andere in de anonimiteit werkende tekenaars. Daardoor spraken de Donald Duck-liefhebbers reeds jaren voordat Barks' naam bekend werd, van ‘the good artist’, de man die de ‘echte’ Duck-verhalen maakte. Pas na zijn pensionering is Carl Barks door zijn fans uit de anonimiteit gehaald waarin hij vijfentwintig jaar lang de wereld van Donald Duck gestalte heeft gegeven. De laatste vijftien jaar verschijnen de herdrukken van zijn strips dan ook niet meer uitsluitend onder de naam van Walt Disney, maar ook onder de naam van hun ware maker, Carl Barks.
| |
Bibliografie
Donald Duck
|
Donald Duck als piloot. Amsterdam, Mulder & Zn., 1950. |
| |
| |
Serie Donald Duck en andere verhalen
|
In de volgende delen verschenen één of meer verhalen van Carl Barks:
Donald Duck en andere verhalen, deel 2 t/m 17, Amsterdam, Geïllustreerde Pers, 1958-1971; deel 20 t/m 22, Haarlem, Oberon, 1974-1976. |
|
Serie Donald Duck Pockets
|
In de volgende delen verschenen één of meer verhalen van Carl Barks:
2. | De schat van Ali Baba. Amsterdam, Geïllustreerde Pers, 1970. |
10. | Donald Duck en de verdubbelspiegel. Amsterdam, Amsterdam Boek, 1975. |
|
Serie De beste verhalen van Donald Duck
|
1. | Donald Duck als brandweerman, Haarlem, Oberon, 1975. |
2. | Donald Duck als cowboy. Haarlem, Oberon, 1976. |
3. | Donald Duck als schipper. Haarlem, Oberon, 1976. |
4. | Donald Duck als postbode. Haarlem, Oberon, 1977. |
5. | Donald Duck als slaapwandelaar. Haarlem, Oberon, 1977. |
6. | Donald Duck als fotograaf. Haarlem, Oberon, 1977. |
7. | Donald Duck als kampeerder. Haarlem, Oberon, 1977. |
8. | Donald Duck als nachtwaker. Haarlem, Oberon, 1978. |
9. | Donald Duck als kangoeroe. Haarlem, Oberon, 1978. |
10. | Donald Duck als muzikant. Haarlem, Oberon, 1978. |
11. | Donald Duck als poolreiziger. Haarlem, Oberon, 1978. |
12. | Donald Duck als klusjesman. Haarlem, Oberon, 1979. |
13. | Donald Duck als topverkoper. Haarlem, Oberon, 1979. |
14. | Donald Duck als sportman. Haarlem, Oberon, 1979. |
15. | Donald Duck als kustwachter. Haarlem, Oberon, 1979. |
16. | Donald Duck als circusclown. Haarlem, Oberon, 1980. |
17. | Donald Duck als avonturier. Haarlem, Oberon, 1980. |
18. | Donald Duck als regenmaker. Haarlem, Oberon, 1980. |
19. | Donald Duck als spoorzoeker. Haarlem, Oberon, 1980. |
20. | Donald Duck als wildeman. Haarlem, Oberon, 1981. |
21. | Donald Duck als zeezeiler. Haarlem, Oberon, 1981. |
22. | Donald Duck als goochelaar. Haarlem, Oberon, 1981. |
23. | Donald Duck als Kerstman. Haarlem, Oberon, 1981. |
24. | Donald Duck als walskoning. Haarlem, Oberon, 1982. |
25. | Donald Duck als sheriff. Haarlem, Oberon, 1982. |
26. | Donald Duck als walvisvaarder. Haarlem, Oberon, 1982. |
27. | Donald Duck als eierzoeker. Haarlem, Oberon, 1982. |
28. | Donald Duck als geheim agent. Haarlem, Oberon, 1982. |
29. | Donald Duck als dubbelganger. Haarlem, Oberon, 1982. |
30. | Donald Duck als toneelspeler. Haarlem, Oberon, 1983. |
31. | Donald Duck als moerasgast. Haarlem, Oberon, 1983. |
32. | Donald Duck als superman. Haarlem, Oberon, 1983. |
33. | Donald Duck als maharadja. Haarlem, Oberon, 1983. |
34. | Donald Duck als kwiskandidaat. Haarlem, Oberon, 1983. |
35. | Donald Duck als weldoener. Haarlem, Oberon, 1983. |
36. | Donald Duck als roerganger. Haarlem, Oberon, 1984. |
37. | Donald Duck als zandloper. Haarlem, Oberon, 1984. |
38. | Donald Duck als geluksvogel. Haarlem, Oberon, 1984. |
39. | Donald Duck als kwelgeest. Haarlem, Oberon, 1984. |
| |
| |
40. | Donald Duck als kwitantieloper. Haarlem, Oberon, 1984. |
41. | Donald Duck als suikeroom. Haarlem, Oberon, 1984. |
42. | Donald Duck als dagdromer. Haarlem, Oberon, 1985. |
43. | Donald Duck als krachtpatser. Haarlem, Oberon, 1985. |
44. | Donald Duck als strandjutter. Haarlem, Oberon, 1985. |
45. | Donald Duck als taxichauffeur. Haarlem, Oberon, 1985. |
46. | Donald Duck als toerist. Haarlem, Oberon, 1986. |
47. | Donald Duck als verzekeringsagent. Haarlem, Oberon, 1986. |
48. | Donald Duck als spokenvanger. Haarlem, Oberon, 1986. |
49. | Donald Duck als ridder. Haarlem, Oberon, 1986. |
50. | Donald Duck als jubilaris. Haarlem, Oberon, 1987. |
51. | Donald Duck als leeuwentemmer. Haarlem, Oberon, 1987. |
52. | Donald Duck als drijver. Haarlem, Oberon, 1987. |
53. | Donald Duck als stationschef. Haarlem, Oberon, 1987. |
54. | Donald Duck als beeldhouwer. Haarlem, Oberon, 1988. |
55. | Donald Duck als lawaaischopper. Haarlem, Oberon, 1988. |
56. | Donald Duck als verhuizer. Haarlem, Oberon, 1988. |
57. | Donald Duck als banketbakker. Haarlem, Oberon, 1988. |
58. | Donald Duck als makelaar. Haarlem, Oberon, 1989. |
59. | Donald Duck als betweter. Haarlem, Oberon, 1989. |
60. | Donald Duck als koerier. Haarlem, Oberon, 1989. |
Serie Ik Donald Duck
|
1. | Ik Donald Duck. Haarlem, Oberon, 1976. |
2. | Ik Donald Duck. Haarlem, Oberon, 1976. |
Serie De avonturen van een steenrijke eend (Oom Dagobert)
|
1. | De steen der wijzen. Haarlem, Oberon, 1977. |
2. | Terug naar Klondike. Haarlem, Oberon, 1978. |
3. | De Vallei van Tralla La. Haarlem, Oberon, 1978. |
4. | McSchobbejaks spinazie erfenis. Haarlem, Oberon, 1978. |
5. | 'n Meer vol Misère. Haarlem, Oberon, 1979. |
6. | 't Spook van de Notre Duck. Haarlem, Oberon, 1979. |
7. | De 7 steden van Cibola. Haarlem, Oberon, 1979. |
8. | Terug naar lang geleden. Haarlem, Oberon, 1980. |
9. | Geld in de grond. Haarlem, Oberon, 1980. |
10. | De kroon van de Maya's. Haarlem, Oberon, 1980. |
11. | Het goud van de Vliegende Hollander. Haarlem, Oberon, 1981. |
12. | 't Land onder de aarde. Haarlem, Oberon, 1981. |
13. | De mijnen van Koning Salomon. Haarlem, Oberon, 1981. |
14. | De verdwenen kroon van Djengis Khan. Haarlem, Oberon, 1982. |
15. | De lemming met het medaillon. Haarlem, Oberon, 1982. |
16. | Paniek om een papegaai. Haarlem, Oberon, 1982. |
17. | 't Geheim van het oude kasteel. Haarlem, Oberon, 1982. |
18. | 't Geheim van het Gouden Vlies. Haarlem, Oberon, 1983. |
19. | De stad met de gouden daken. Haarlem, Oberon, 1983. |
20. | Het drama van het Drasmoeras. Haarlem, Oberon, 1983. |
21. | De spoorweg van Spookstad. Haarlem, Oberon, 1983. |
22. | Het goud van de Inca's. Haarlem, Oberon, 1984. |
23. | Het eiland der verstening. Haarlem, Oberon, 1984. |
24. | Het verzonken continent. Haarlem, Oberon, 1984. |
| |
| |
25. | De vele gezichten van Zwarte Magica. Haarlem, Oberon, 1984. |
26. | Duel met Zwarte Magica. Haarlem, Oberon, 1985. |
27. | De grote geldwedstrijd. Haarlem, Oberon, 1985. |
28. | Het gouden graan. Haarlem, Oberon, 1985. |
29. | Kerstvakantie op de Berenberg. Haarlem, Oberon, 1985. |
30. | Oom Dagobert en de noottoestand. Haarlem, Oberon, 1986. |
Serie Groot Vakantieboek
|
In de volgende delen verschenen één of meer verhalen van Carl Barks:
Groot Vakantieboek, deel 1 t/m 3. Haarlem, Oberon, 1978-1980. |
|
Serie Willie Wortel
|
2. | Willie Wortel. Haarlem, Oberon, 1982. |
Serie Donald Duck, Alle verhalen van Carl Barks/Alle Klassieke verhalen
|
1. | 1945-1946. Amsterdam/Haarlem, Loeb/Oberon, 1986. |
2. | 1947-1948. Amsterdam/Haarlem, Loeb/Oberon, 1987. |
3. | 1948-1949. Amsterdam/Haarlem, Loeb/Oberon, 1987. |
4. | 1942-1944. Amsterdam/Haarlem, Loeb/Oberon, 1988. |
5. | 1950-1951. Amsterdam/Haarlem, Loeb/Oberon, 1988. |
6. | 1951-1952. Amsterdam/Haarlem, Loeb/Oberon, 1989. |
Weekblad Donald Duck
|
Bijna alle verhalen van Carl Barks zijn tevens verschenen in het weekblad Donald Duck, in de periode vanaf 1952 tot heden. |
Over Carl Barks
|
Wim van Helden, Donald Duck, eend en weekblad. In: Stripschrift, jaargang 7 (1973), nr. 59/60, blz. 11-15. |
Daan Jippes, Duckman Barks over Carl Barks. In: Stripschrift, jaargang 7 (1973), nr. 59/60, blz. 18-21. |
Diverse auteurs, artikelen in: Inkt, jaargang 1 (1974), nr. 1, blz. 8-12. |
Ron Kaal, De wrede wereld van Donald Duck. In: Ron Kaal, Hiëroglyfen, Amsterdam, De Harmonie, 1977, blz. 20-33. |
Rob Stechweij, Barks Boek, bibliografie van Carl Barks' Walt Disney-strips. Den Haag, Uitgeverij Panda, 1977. |
E. Barbara Boatner & Daan Jippes, Gekwaak bij Barks. In: Stripschrift, jaargang 11 (1977), nr. 105, blz. 5-7. |
Marcia Blitz, Boeken en strips. In: Marcia Blitz, Donald Duck, het levensverhaal van een Wereldberoemde Eend, Haarlem, Oberon, 1980. blz. 185-196. |
Wim van Helden, Carl Barks en de mythe van Walt Disney's Donald Duck. Zeist, Vonk Uitgevers, 1985. |
Wim van Helden, De verboden werken van Carl Barks. In: Stripschrift, jaargang 19 (1985), nr. 198/199, blz. 44-46. |
Diverse auteurs, artikelen in: Striprofiel, nr. 60 (1987), blz. 8-18. |
Frans Hasselaar, Het verhaal achter de plaatjes. In: Stripschrift, jaargang 22 (1989), nr. 4, blz. 12-15. |
23 Lexicon jeugdliteratuur
juni 1990
|
|