hij als plaatsvervanger van zijn vader door voedseltochten het gezin van voedsel te voorzien. Onderweg wordt hij bestolen. Een boek vol kommer en kwel, waarbij de personen nogal zwart-wit zijn afgeschilderd, zonder dat er veel diepte in het verhaal zit. Dit ondanks de symboliek die Banen gebruikt. Zoals bij het omkappen van een Gouden Regen voor brandstof, waarmee de schrijver verwijst naar het afkappen van de vreugde van het bestaan.
In Een geheimzinnig huis (1989) vertelt Banen hoe twee kinderen uit verschillende culturen reageren op onbegrepen gebeurtenissen. De Nederlandse Bora is blij als haar familie naar een oud grachtenhuis verhuist. Haar pleegzusje Afi denkt dat het huis niet pluis is. Door haar Surinaamse achtergrond is ze erg gevoelig voor de sfeer in het huis, die volgens haar bedreigd wordt door winti's, een soort geesten. Een mysterieuze dode en een vondst in de kelder versterken het gevoel van onbehagen dat Afi beklemt. Zij rust niet voor zij de geheimzinnige dreiging, die gestalte krijgt in een zwarte kat die in het huis rondsluipt, heeft verdreven. Afi moet niet alleen vechten tegen de geesten, maar ook tegen het onbegrip van haar zusje.
Het dorp Do-Do en de berg van Li Lui (1984) is een sprookjesachtig verhaal met een Chinees tintje. De dorpelingen uit het dal creperen door de hebzucht van Li Lui, de eigenaar van het bergmeer dat het dorp van water moet voorzien. Hij eist van de dorpelingen goederen en voedsel in ruil voor water. Veel mensen kunnen niet aan zijn eisen voldoen en sterven van honger. Als het gaat regenen worden de rollen omgedraaid. Nu moet Li Lui smeken om voedsel. Als Li Lui sterft zijn er weinig mensen op zijn begrafenis.
Ook in dit boek doen de mensen al het mogelijke om in leven te blijven. Vaak tevergeefs. Toch is er uiteindelijk een oplossing voor de dorpsgemeenschap. Weliswaar niet door de vindingrijkheid van de mensen, maar door een weersomslag. Het zijn echter de dorpelingen die door hun creativiteit voorgoed een einde maken aan de droogte op het land. Zij gaan naar het bergmeer en graven een geul, waardoor het water voor iedereen bereikbaar wordt.
Leven en dood komen veelvuldig voor in het werk van Jan Banen. Zelfs in Minjoe op zwerftocht (1981), dat de omzwervingen van een dorpskat beschrijft. Via de avonturen van Minjoe krijgt de lezer veel informatie over de dieren en planten die Minjoe ontmoet. En over de wetten in de natuur, waarin zowel dier als plant moeten leven, al gaat dit ten koste van andere levende wezens.
Centraal thema in de boeken van Jan Banen is de noodzaak in moeilijke omstandigheden zo te reageren dat