| |
| |
| |
Hans Andreus
door Remco Ekkers
Hans Andreus - pseudoniem van Johan Wilhelm van der Zant - werd op 21 februari 1926 in Amsterdam geboren. Hij bezocht de hbs en later de toneelschool. Drie maanden werkte hij in loondienst als corrector bij de Volkskrant, vluchtte toen naar Parijs en bleef vijf jaar weg. Terug in Nederland ontdekte hij tot zijn verbazing dat hij een bekend dichter was geworden en besloot van zijn pen te leven. Als vriend van Lucebert vond hij aansluiting bij de Vijftigers (met onder andere G. Kouwenaar, R. Campert, S. Vinkenoog en J. Elburg). In het literaire tijdschrift Podium introduceerde hij als redacteur de experimentele dichters.
Hij trouwde tweemaal, kreeg twee zoons en een dochter. Op 9 juni 1977 stierf hij thuis, in Putten, na in het ‘Laatste gedicht’ zijn oeuvre te hebben afgesloten.
Zijn poëzie voor volwassenen werd meermalen bekroond. In 1958 ontving hij de Bijenkorfprijs voor het beste kinderboek, in 1969 de jaarlijkse CPNB-prijs voor het kinderboek van het jaar (voor Meester Pompelmoes en de mompelpoes) en in 1971 een Zilveren Griffel voor de bundel met kindergedichten De Rommeltuin.
| |
Werk
De belangrijkste drijfveer voor het schrijven van kinderboeken is voor Hans Andreus het plezier geweest, het spelen met fantastische gebeurtenissen, mensen en dieren. Zijn eerste jeugdboek, De reis van Langbaard de Twaalfde, schreef hij toen hij 19 was. De uitgever stuurde het terug. Ruim tien jaar later werd het, in een bewerkte versie, toch uitgegeven. De hoofdpersoon, de kabouterkoning, wordt uitgenodigd om een groot feest te komen vieren bij koningin Zonnegoud van het elfenrijk Zonneland. Voordat het zover is, gebeuren er, op kinderlijk niveau, allerlei enge avonturen.
| |
Meester Pompelmoes
De bekendste creatie van Hans Andreus is Meester Pompelmoes. Elk boek uit de reeks is opgebouwd uit min of meer losse, afgeronde verhalen waarin één gebeurtenis wordt uitgewerkt. Het grappige - ook voor de auteur - is dat een eenmaal opgeroepen figuur een eigen leven gaat leiden. Zo duikt in het eerste boek plotseling Joachim de Geleerde Kater op, die net als Sikkeneur Heideland van Overveld, een adellijke hond uit het tweede boek, bij meester Pompelmoes gaat wonen. Samen beleven ze dan weer nieuwe avonturen. De meester is het ouderwetse droombeeld van een onvergetelijke schoolmeester: (eigen)wijs, vol begrip
| |
| |
voor zijn kinderen, een beetje streng, maar rechtvaardig en altijd bereid met de kinderen mee te denken en te doen voor zover zijn stand en leeftijd dat toelaten.
De auteur staat aan de kant van de kinderen: hij vindt de wereld van de volwassenen absurd en hij laat zijn lezertjes lachen om het vreemde gedoe van grote mensen. Daarbij geeft hij milde kritiek op bureaucratische toestanden, commercieel belang en gewichtigdoenerij. Uiteindelijk zijn de meeste volwassenen toch wel aardig, je moet alleen een beetje geduld met ze hebben. De felle kritiek van Guus Kuijer zul je in de boeken van Hans Andreus nooit aantreffen. Dank zij de wijsheid van kinderen, wonderlijke sprookjesachtige figuren en enkele begripvolle gezagsdragers wordt voor menig milieuprobleem een prettige oplossing gevonden. Zijn hoofdpersonen vinden meestal een uitweg uit benarde omstandigheden dank zij hun creativiteit en lichtvoetigheid. Zo beleeft het arme robotje uit Blikkie de Robot, die moet sloven voor zijn lastige bazin, veel plezier aan zijn eigen robot-hondje Pirrr en het schrijven van reuze knappe limmeriks.
| |
Poëzie
Hans Andreus is in de eerste plaats dichter, ook in de kinderliteratuur. Hij schrijft soms over dezelfde onderwerpen voor volwassenen en kinderen. De kindergedichten zijn eenvoudiger, humoristischer, fantasti-
Illustratie van Babs van Wely uit Meester Pompelmoes en de mompelpoes
| |
| |
scher, maar de melancholische ondertoon geeft ze een ‘onzware ernst’ die weldadig aandoet in vergelijking met veel flauwekul-rijmpjes die voor kinderpoëzie willen doorgaan. Hans Andreus heeft na Annie M.G. Schmidt en Han G. Hoekstra een revolutionaire rol gespeeld bij de vernieuwing van de kinderpoëzie. Hij publiceerde vier bundels kindergedichten. Ze zijn geschreven in een taal die het kind zelf gebruikt, en zo muzikaal en precies dat je het gevoel krijgt: zo is het helemaal goed.
Met zijn illustratrice, Babs van Wely (geboren 1924), had de dichter een goed contact. Hij schreef haar dat hij in zijn poëzie de kinderen ‘als mens, als volwaardig beschouw(de), ook al zijn ze dan kind’. Hij vraagt haar speelsheid in de tekeningen te leggen. Dat is voor Babs van Wely geen probleem. Haar tekeningen sluiten goed bij de gedichten en verhalen aan: luchtig, speels, kinderlijk en met een trefzekere lijn.
| |
Bibliografie
Keuze uit het werk voor volwassenen
|
Muziek voor kijkdieren (1951), De sonnetten van de kleine waanzin (1957), Valentijn (roman) (1960), De witters, toneelstuk in één bedrijf (1966), Om de mond van het licht, een kleine case-story (1973), Gedichten 1948-1974 (1975), Laatste gedichten (1977). |
Kinderboeken
|
De reis van Langbaard de Twaalfde. Amsterdam, Holland, 1956. |
Stel je voor. Met illustraties van Babs van Wely. Amsterdam, Holland, 1957. |
De Kikako. Met illustraties van E. v. Beek. Amsterdam, Holland, 1958. |
En toen... Met illustraties van Babs van Wely. Amsterdam, Holland, 1960. |
Tjirp de krekel. Amsterdam, Holland, 1961. |
Viermaal J en Janus. Met illustraties van Babs van Wely. Amsterdam 1963, Kinderboekenweekgeschenk (2e druk, Haarlem, Holland, 1976). |
Kinderverhalen. Met illustraties van Babs van Wely. Amsterdam, Holland, 1963. |
Henry de filmhond. Met illustraties van Babs van Wely. Amsterdam, Holland, 1963. |
De verhalen van Meester Pompelmoes. Met illustraties van Babs van Wely. Haarlem, Holland, 1964. (3e druk, 1978, onder de titel Meester Pompelmoes en de geleerde kat.) |
Op avontuur met Meester Pompelmoes. Met illustraties van Babs van Wely. Haarlem, Holland, 1965. (3e druk, 1978, onder de titel Meester Pompelmoes en het vliegende jongetje.) |
De nieuwe avonturen van Meester Pompelmoes. Met illustraties van Babs van Wely. Haarlem, Holland, 1965. (3e druk 1978, onder de titel Meester Pompelmoes vindt een schat.) |
Spookuur tussen de middag. Met illustraties van E. v. Beek. Haarlem, Holland, 1965. (2e druk, 1978, onder de titel Blijf van ons bos af.) |
Mannetje Muk. Met illustraties van Babs van Wely. Haarlem, Holland, 1966. |
Meester Pompelmoes koopt een auto en andere verhalen. Met illustraties van Babs van Wely. Haarlem, Holland, 1966. |
Straat op stelten. Met illustraties van Babs van Wely. Haarlem, Holland, 1967. |
Waarom daarom, Kinderversjes. Met illustraties van Babs van Wely. Haarlem, Holland, 1967. |
Meester Pompelmoes en de lachplaat. Met illustraties van Babs van Wely. Haarlem, Holland, 1967. |
| |
| |
Meester Pompelmoes en de mompelpoes. Met illustraties van Babs van Wely. Haarlem, Holland, 1968. |
Het grote boek van Meester Pompelmoes, waarin opgenomen: De verhalen van Meester Pompelmoes, Op avontuur met Meester Pompelmoes, Nieuwe avonturen van Meester Pompelmoes, Meester Pompelmoes koopt een auto en Meester Pompelmoes en de lachplaat. Met illustraties van Babs van Wely. Haarlem, Holland, 1969. |
Meester Pompelmoes en het tijgervel. Met illustraties van Babs van Wely. Haarlem, Holland, 1969. |
Maarten en Birro. Met illustraties van Babs van Wely. Haarlem, Holland, 1970. (2e druk, 1978, onder de titel De beer die op zijn kop stond.) |
Meester Pompelmoes gaat naar Parijs. Met illustraties van Babs van Wely. Haarlem, Holland, 1970. |
De rommeltuin, Versjes voor kinderen. Met illustraties van Babs van Wely. Haarlem, Holland, 1970. |
Meester Pompelmoes en de kriebels. Met illustraties van Babs van Wely. Haarlem, Holland, 1971. |
Grote dieren, kleine dieren. Met illustraties van Babs van Wely. Haarlem, Holland, 1971. |
Dorp zonder muziek. Muziek van T. de Marez Oyens. Met illustraties van M. Postma. Bussum, De Toneelcentrale, 1972. |
Blikkie de robot. Met illustraties van Babs van Wely. Haarlem, Holland, 1972. |
Het vliegende tuintje. En andere verhalen. Met illustraties van Babs van Wely. Haarlem, Holland, 1972. |
De fontein in de buitenwijk. Gedichten voor kinderen. Met illustraties van Babs van Wely. Haarlem, Holland, 1973. |
Kiliaan op weg naar de stad. Met illustraties van Babs van Wely. Haarlem, Holland, 1973. |
Meester Pompelmoes en het zoekgeraakte grapje. Met illustraties van Babs van Wely. Haarlem, Holland, 1974. |
De wijze vis. En andere verhalen. Met illustraties van Babs van Wely. Haarlem, Holland, 1974. |
Een boek vol verhalen van Meester Pompelmoes, waarin opgenomen: De verhalen van Meester Pompelmoes, Op avontuur met Meester Pompelmoes, Nieuwe avonturen met Meester Pompelmoes, Meester Pompelmoes koopt een auto, Meester Pompelmoes en de lachplaat, Meester Pompelmoes en de mompelpoes, Meester Pompelmoes en het tijgervel, Meester Pompelmoes gaat naar Parijs. Met illustraties van Babs van Wely. Haarlem, Holland, 1975. |
Kinderversjes. Met illustraties van Babs van Wely. Haarlem, Holland, 1975. |
Het verhaal van Baldus Beer en Iwan Krasnowitsj. Met illustraties van J. Prince. Haarlem, Holland, 1976. |
Dierenverhalen. Met illustraties van T. Schinkel. Haarlem, Holland, 1976. |
Het verhaal van de draak Fabiaan. Met illustraties van J. Prince. Haarlem, Holland, 1976. |
Woutertje Wonderling. Met illustraties van Babs van Wely. Haarlem, Holland, 1978. |
Over Hans Andreus
|
Een complete bibliografie, samengesteld voor Jan van der Vegt, is te vinden in: Kritisch Lexicon van de Nederlandstalige Literatuur na 1945. Onder redactie van Ad Zuiderent, Hugo Brems, Tom van Deel. Alphen aan den Rijn-Brussel/Groningen, 1980. |
Bio- en bibliografische gegevens. Verzorgd door de dienst lektuurvoorlichting volwassenen van het NBLC. |
Dokumentatie auteurs en illustratoren van jeugdboeken, knipselkrant jeugdliteratuur, jaargang 1 (1977), nr. 6. |
Hans Andreus, Hans Andreus geïnterviewd
|
| |
| |
door Hans Andreus. In: Idil, 1960. |
M. Boonstoppel, Hans Andreus. NBLC-Monografieën, serie g, nr. 4, Den Haag, 1979. |
Erik Slagter, Hans Andreus: schrijven met het hart in de hand. In: Lezerskrant, jaargang 4, (1977), nr. 3, blz. 8-10. |
Mies Bouhuys, Hans Andreus: ‘Bij een boom staande...’ In: Literama-Magazine, jaargang 14, (1979). (Hans Andreus-nummer) |
Myrle Tjoeng, Gesprek met Mies Bouhuys en uitgever Rolf van Ulzen over Andreus als schrijver van kinderboeken. In: Literama-Magazine, jaargang 14 (1979), nr. 7/8. (Dubbelnummer met onder meer de teksten van vier radio-uitzendingen over Hans Andreus onder de titel ‘Herinner mij. Ik heb mij neergeschreven’.) |
Lexicon jeugdliteratuur
september 1982
|
|