| |
| |
| |
Lloyd Alexander
door Roel Siegers
Lloyd Alexander werd op 30 januari 1924 geboren in Philadelphia, Amerika. Al op jeugdige leeftijd kondigde hij aan dichter te willen worden. Hij bezocht het Teachers College en het Lafayette College. Zijn ouders wilden dat hij op een degelijke manier zijn brood zou verdienen. Hij werkte een jaar lang als bode op een bank en schreef 's nachts. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, kwam hij als militair in Texas terecht en werd later als tolk geplaatst bij de Inlichtingendienst in Wales, Engeland. Deze omgeving maakte diepe indruk op hem, maar voor schrijven was nauwelijks tijd. Hij werd overgeplaatst naar Parijs en leerde zijn vrouw Janine Denni kennen. Hij trouwde in 1946. Een beurs maakte het hem mogelijk letterkunde te studeren aan de Sorbonne. Hij begon met het vertalen van werk van J.P. Sartre en Paul Eluard. Heimwee bracht hem terug naar zijn geboorteland, waar hij tot op heden woont in Drexel Hill bij Philadelphia.
Hij schreef een aantal boeken voor volwassenen, maar zonder succes. Pas toen hij over deze teleurstelling schreef en over de belevenissen van zijn Franse vrouw in Amerika, kreeg hij aandacht. Hij begon voor een jonger lezerspubliek te schrijven. In 1964 verscheen The book of three, het eerste deel van de Prydain-cyclus, die hem roem en erkenning bracht. Sinds die tijd heeft hij een groot aantal jeugdboeken geschreven, waarvan er vele in het Nederlands zijn vertaald.
Zijn werk werd vaak bekroond: in 1969 ontving hij de Newbery Medal voor The high king; in 1971 de National Book Award voor The marvelous misadventures of Sebastian; in 1980 een Vlag en wimpel voor De straatkat-
| |
| |
ten en andere verhalen; in 1981 een Zilveren Griffel voor De eerste twee levens van Lukas-Kasha; in 1982 The American Book Award voor Westmark.
Walt Disney verfilmde Taran en de Toverketel.
Sinds 1973 werkt hij als adviseur mee aan het jeugdtijdschrift Cricket. Hij houdt veel lezingen en bezoekt scholen waar hij over zijn werk vertelt.
| |
Werk
Al heel jong las Lloyd Alexander sprookjes, legenden en de verhalen over koning Arthur en de ridders van de Tafelronde. Later werden Shakespeare, Dickens, Mark Twain en Lewis Caroll zijn grote voorbeelden. Tijdens zijn verblijf in Wales raakte zijn fantasie geprikkeld door de Keltische mythen- en sagenwereld. Hij herinnerde zich de boeken uit zijn jeugd en toen hij teruggekeerd was naar Amerika verdiepte hij zich in de Mabinogion, een verzameling mythen en legenden uit de vroege middeleeuwen in Wales. Deze verhalen en de omgeving waar ze zich afspeelden, vormen de inspiratiebron voor zijn werk. Hij verzon echter een heel eigen wereld: Prydain, een denkbeeldig koninkrijk waar wonderlijke wezens wonen, die uit de Mabinogion stammen, maar gevormd en aangevuld zijn door Alexanders fantasie.
Lloyd Alexander betoogt dat hij geen verre reizen hoeft te maken om avonturenverhalen te schrijven: ‘Fantasie maakt van mijn achtertuin een oerwoud, van mijn katten tijgers en de bobbel in de straat wordt de Mount Everest.’ Hij spreekt vaak zijn bezorgdheid uit over het feit dat kinderen in de wereld van wetenschap en techniek niet de waarde zullen leren kennen van de waarachtige droom, die hoop op de toekomst mogelijk maakt. In zijn boeken schept hij voor zijn jeugdige lezers een wereld waarin magie, bijgeloof en strijd om eer een grote rol spelen.
Lloyd Alexander is een groot liefhebber van muziek en bespeelt vele instrumenten. De viool is zijn lievelingsinstrument. Al in 1960 schreef hij My love affair with music voor volwassen lezers. In De buitengewone belevenissen van Sebastiaan speelt de liefde voor de viool een belangrijke rol. Sebastiaan raakt zijn baantje als violist kwijt bij een adellijke heer en raakt betrokken bij een machtsstrijd om de troon. Met behulp van zijn wonderbaarlijke viool en zijn van de dood geredde zwerfkat verzet hij zich met succes tegen een wrede tiran.
Alexanders liefde voor katten is ook te vinden in De kat die een mens wilde zijn, De straatkatten en andere verhalen en Mijn kleine tijgers. Hij vindt katten verstandiger dan mensen en wilde dit met een aantal verhalen aantonen. Omdat de katten binnen de verhalen moesten spreken, kreeg het verhaal automatisch een
| |
| |
sprookjeskarakter. De verhalen zijn boeiend en grappig en vol wijsheid geschreven.
| |
Prydain-cyclus
Taran, de ouderloze hulpvarkenshoeder die zijn afkomst niet kent, is de hoofdpersoon in de cyclus. Voortdurend voert hij strijd tegen de kwade machten die het koninkrijk Prydain bedreigen. Taran droomt ervan een held te worden en hij wil avonturen beleven in plaats van hoefijzers smeden en in de moestuin werken. Als in Het boek van drie het orakelvarken Hen Wen verdwijnt, slaagt hij er in met zijn wonderlijke metgezellen het beest terug te brengen naar Caer Dallben. In dit eerste deel worden de belangrijkste karakters geïntroduceerd, zoals Gwydion, Gurgi, Flewddur Fflam, Eilonwy en Arawn. In De zwarte ketel gaat het om het veroveren van een heksenketel met een geheimzinnige kracht: lijken van gesneuvelde soldaten komen na onderdompeling weer tot leven en worden onverzoenlijke krijgers. De macht van de ketel kan slechts gebroken worden wanneer er een levend mens in springt.
In Het kasteel van Llyr reist prinses Eilonwy met twee dienaren naar het eiland Mona waar ze ontvoerd wordt door de gevreesde heks Achren. Na een hevige strijd en vele beproevingen wordt ze gered door prins Rhun en Taran.
Taran zwerver is het op een na laatste
Illustratie van Onno Janssen uit Het boek van drie
boek van de cyclus. Taran vraagt zich af: wie ben ik eigenlijk? Hij trekt er op uit om zijn ouders te zoeken. Hij hoopt dat hij van edele afkomst is want hij wil prinses Eilonwy huwen. Aan het eind van zijn omzwervingen leert hij dat het van wezenlijker belang is, dat hij zichzelf heeft leren kennen, dat hij een uniek wezen is met zwakke en sterke eigenschappen.
De grote koning is het prachtige sluitstuk van de cyclus. Ook nu staat de strijd tussen goed en kwaad centraal. De boze machten hebben zich
| |
| |
vereend om de mens slaaf te maken van Arawn, de Heer van het Dodenrijk, die Prydain heeft beroofd van zijn schatten. Taran trekt met prins Gwydion en en vele anderen ten strijde om het gestolen machtige zwaard Dyrnwyn weer in bezit te krijgen. Na een bloedige strijd overwint het goede en nu blijkt dat Taran voorbeschikt is om de nieuwe grote koning te worden.
De delen zijn afzonderlijk te lezen, maar te zamen vormen ze een prachtig opwindend avonturenverhaal voor kinderen vanaf tien jaar. Voor sommige lezers kan het gebruik van vreemde, moeilijk uit te spreken namen een probleem zijn.
Na de Prydaincyclus schreef Lloyd Alexander De vondeling en andere verhalen. Deze zes korte, op Keltische motieven gebaseerde verhalen gaan over gebeurtenissen vóór de geboorte van Taran. Menselijke tekortkomingen en ondeugden worden aan de kaak gesteld en in eenvoudige bewoordingen wordt een diepe levenswijsheid begrijpelijk gemaakt voor jonge lezers.
| |
Bibliografie
Keuze uit het werk voor volwassenen
|
And let the credit go (1955), Janine is French (1958), My love affair with music (1960), Park Avenue Vet (1962). |
Keuze uit de niet in het Nederlands vertaalde kinderboeken
|
August Bondi, Border Hawk (1959), Time Cat (1963), The beggar Queen (1984), The Illyrian Adventure (1986). |
In het Nederlands vertaalde kinderboeken
|
My five tigers (1956): Mijn kleine tijgers. Vertaald door M.M. Koster-Klusman. Hoorn, Westfriesland, 1983. |
The book of three (1964): Het boek van drie. Vertaald door Ton Stam. Met illustraties van Onno Janssen. Hoorn, Westfriesland, 1973. |
The black cauldron (1965): De zwarte ketel. Vertaald door Ton Stam. Met illustraties van Onno Janssen. Hoorn, Westfriesland, 1975. |
The castle of Llyr (1966): Het kasteel van Llyr. Vertaald door Ton Stam. Met illustraties van Onno Janssen. Hoorn, Westfriesland, 1975. |
Taran wanderer (1967): Taran zwerver. Vertaald door Ton Stam. Met illustraties van Onno Janssen. Hoorn, Westfriesland, 1975. |
The high king (1986): De grote koning. Vertaald door Ton Stam. Met illustraties van Onno Janssen. Hoorn, Westfriesland, 1976. |
The marvelous misadventures of Sebastian (1970): De buitengewone belevenissen van Sebastiaan. Vertaald door A.M.E. Jacobze-Melcher de Leeuw. Hoorn, Westfriesland, 1979. |
The foundling and other tales of Prydain (1973): De vondeling en andere verhalen van Prydain. Vertaald door M. van der Heyden. Met illustraties van Onno Janssen. Hoorn, Westfriesland, 1976. |
The cat who wished to be a man (1973): De kat die een mens wilde zijn. Vertaald door A.M.E. Jacobze-Melcher de Leeuw. Hoorn, Westfriesland, 1978. |
The wizard in the tree (1975): De tovenaar in de boom. Vertaald door M. van der Heyden. Met illustraties van Laszlo Kubinyi. Hoorn, Westfriesland, 1977. |
The town cats and other tales (1977): De straatkatten en andere verhalen. Vertaald door M. van der Heyden. Met illustraties van Laszlo Kubinyi. Hoorn, Westfriesland, 1979. |
The first two lives of Lukas-Kasha (1978): De eer- |
| |
| |
ste twee levens van Lukas-Kasha. Vertaald door M. Slagt-Prins. Met illustraties van Tejo Hendriks. Hoorn, Westfriesland, 1980. |
Coll and his white pig (1965), The truthful harp (1967), The king's fountain (1971), The four donkeys (1972): Dappere Coll en andere vertelsels. Vertaald door W. van Friesland. Met illustraties van The Tjong Khing. Hoorn, Westfriesland, 1982. |
Westmark (1981): Westmark. Vertaald door M. Slagt-Prins. Hoorn, Westfriesland, 1982. |
Over Lloyd Alexander
|
Ann Durell, Lloyd Alexander: Newbery winner. In: School library journal 52 (1968/69) nr. 9, blz. 52-54. |
Ann Durell, Who is Lloyd Alexander?. In: The Horn Book Magazine 45 (1969) nr. 4, blz. 382-383. |
M.L. Colbath, Worlds as they should be. Middle Earth, Narnia and Prydain. In: Elementary English, 48 (1971), nr. 8, blz. 937-945. |
H.W. Painter, Lloyd Alexander; the man and his books. In: Reaching children and young people through literature. Newark, International Reading Association, 1971, blz. 30-36. |
Justin Wintle, Lloyd Alexander. In: The Pied Pipers. New York, Paddington Press, 1974, blz. 208-220. |
Myra Cohn Livingston, A tribute to Lloyd Alexander. Philadelphia, Drexel Institute, 1976. |
Ann Block and Carolyn Riley, Childrens Literature Review. Detroit, Gale Research Co. Book Tower, 1976, deel 1, blz. 11-18. |
I.M. Tiedt, Traveling to Prydain - Lloyd Alexander. In: Exploring books with children. Boston, Hougthon Mifflin, 1979, blz. 121-123, 135-136. |
Marijke van Raephorst, Lloyd Alexander. In: Verkenningen op het gebied van de jeugdliteratuur, jaargang 10 (1979/80), nr. 8, blz. 157-160. |
P. Klein, Lloyd Alexander - an author study unit for grade 2-4. In: Exploring books with gifted children. Littleton, Libraries Unlimited, 1980, blz. 148-155. |
H. Verschuren en E. Nannings-Roozenburg, Lloyd Alexander. De Prijzenslag. In: En nu over jeugdliteratuur, jaargang 8 (1981), nr. 4, blz. 133. |
An Swinfen, In defence of fantasy. A study of the genre in the English en American Literature since 1945. Routledge, 1984. |
15 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 1987
|
|