Uit Tante Nans zat op een gans van An Debaene en Cathy Goossens
vreemde, vaak grappige verhoudingen; met ongewoon dunne, gebogen armpjes en benen die ook nog meestal te ver uiteen staan. Ze heeft een uitgesproken voorkeur voor clowns en voor koeien, die ze een clownsgezicht geeft met een brede lach op de dikke lippen. Bijzonder grappig zijn de lezende koe in
Een mondje vol (1995) en de koeien die zakdoekje leggen in
De deur is moe (1997), twee boeken van Riet Wille.
Een hoogtepunt in haar werk zijn de tekeningen bij de bakerrijmen in Tante Nans zat op een gans (1993). De zwierige lijnvoering komt er tot haar volle recht in de vele dansende figuurtjes. Mannen, vrouwen en kinderen, een pater en een non, kabouters, clowns, een oma, een koning, zelfs de paardjes dansen mee. Bij de schootspelletjes combineert Aertssen gezelligheid met speelsheid in de prenten van ouders met het kleine kind op schoot. Eenzelfde combinatie valt op in de tekening bij het gedicht ‘Dag en nacht’ uit De deur is moe. De zon ligt er slapend in de kromming van de maan, die een clownsneus op heeft. Ook in haar zelfontworpen letterboekjes voor kleuters en beginnende lezertjes komen humor en speelsheid voor.
Als techniek combineert Kristien Aertssen liefst pen met waterverf. Haar kleurenpalet is vrolijk en uitbundig. Ze experimenteerde ook met gouache op gekleurd papier en met collage en acryl om meer schilderachtige effecten te krijgen.