| |
| |
| |
S. Abramsz
door Anne de Vries
Simon Abramsz werd op 23 april 1867 in Amsterdam geboren. Na de hbs en de kweekschool werd hij onderwijzer en ten slotte schoolhoofd in zijn geboortestad. Daarnaast was hij een zeer productief schrijver en redacteur.
Hij debuteerde in 1893 met de kinderroman Een bewogen leven, maar de grote stroom van publicaties begon pas na 1900. In 1909 werd hij redacteur van de kindertijdschriften Voor de kinderkamer, De Kinderwereld en Voor 't jonge volkje, die na het overlijden van P. Louwerse, in 1908, een jaar lang waren verzorgd door A.C.C. de Vletter.
Na een vervroegde pensionering verhuisde hij in 1921 naar Velp, waar hij op 28 januari 1924 overleed.
| |
Werk
Abramsz' debuut, Een bewogen leven (1893), is een romantisch-sentimenteel verhaal in de traditie van Alleen op de wereld. Met grote tussenpozen volgden nog vier kinderromans. De bekendste is Veertien dagen op een ijsschots (1898). Dat hij een brede belangstelling had, blijkt uit de grote diversiteit van de drie volgende romans: de bewerking van een reisverhaal van Frithjof Nansen, Op sneeuwschoenen door Groenland (1902); een historisch verhaal, Omringd door gevaren (1907) en een biografie van Joseph Haydn, De roem van Rohrau (1917).
In de laatste vijftien jaar van zijn leven lag het accent in zijn werk op de kinderpoëzie. In 1909 verscheen het eerste deel van zijn bloemlezing uit de kinderpoëzie vanaf Van Alphen, Onze kinderversjes van vroeger en nu, in 1911 gevolgd door het klassiek geworden Rijmpjes en versjes uit de oude doos. Als redacteur van de drie belangrijkste kindertijdschriften van die tijd schreef hij zelf ook versjes, die hij verzamelde in een groot aantal bundeltjes. Bovendien schreef hij veel liedjes, die op muziek werden gezet door Arno Lijsen, T.J.L. Senecaut, L. Adr. van Tetterode, Daniël Tresfon en Hendrika van Tussenbroek. Het bekendste voorbeeld is ‘Hollands liedje’: ‘Holland, ze zeggen: je grond is zoo dras/ Maar malsch zijn je weiden en puik is je gras/ En vet zijn je glanzende koeien’.
Hij zette zelf ook liedjes op muziek, maakte pianobegeleidingen bij oude kinderrijmen en schreef speelliedjes voor jonge kinderen (tekst en muziek, met aanwijzingen voor de bewegingen).
| |
Rijmpjes en versjes uit de oude doos
Omstreeks 1900 werden baker- en kin-
| |
| |
Illustratie van Jan Sluijters uit Rijmpjes en versjes uit de oude doos
derrijmen een belangrijk onderdeel van de kinderpoëzie. Er verscheen een stroom van mooi verzorgde boekjes, met illustraties van bijvoorbeeld Nelly Bodenheim en Rie Cramer, die putten uit de verzamelingen van Van Vloten (1871) en Boekenoogen (1898). En veel kinderdichters lieten zich door de oude versjes inspireren.
Abramsz kwam als eerste met een verzameling van grotere omvang, Rijmpjes en versjes uit de oude doos (1911), een heel aantrekkelijk boekje, mede dankzij de plaatjes van Jan Sluijters. Het bleek een schot in de roos. In het oorspronkelijke kleine formaat beleefde het boekje negentien drukken. In 1971 verscheen de twintigste druk op groot formaat, en in een grote oplage, als ‘Boek van de maand’, met nieuwe illustraties van Bert Bouman; sindsdien is het nog meer dan tien keer herdrukt.
| |
Eigen versjes
Zoals in veel kinderpoëzie uit het begin van deze eeuw, is de stof van Abramsz' versjes meestal ontleend aan het alledaagse leven van kinderen; daarnaast zijn er veel versjes over dieren. Een vorm die hij regelmatig gebruikt, is het samenspraakje, waarin de kinderwereld direct wordt opgeroepen. Vaak is er een komische wending aan het eind, zoals in ‘Een knappe dokter’ uit Versjes en prentjes voor het kleine volkje (1913):
Een knappe dokter
Dag mevrouwtje, doet uw maagje
Altijd nog een beetje zeer?
Och, wat zal 'k u zeggen, dokter:
Soms wat minder, soms wat meer.
Weet u, wat u eens moest nemen?
Ieder uur een groot stuk taart
En 't zal goed zijn, als u telkens
Ook een stuk voor mij bewaart.
Zoals bijna vanzelf spreekt bij een verzamelaar van Rijmpjes en versjes uit de oude doos, vinden we bij Abramsz een duidelijke invloed van het baker- en kinderrijm. Bijna alle vormen zijn in zijn werk aanwezig: speelversjes, raadsels, kettingrijmen... en ga zo maar
| |
| |
door. Een variant op het leugenrijm is ‘Een rare droom’ uit Geïllustreerde kinderliedjes, zesde bundel (1922), dat zo begint:
Een rare droom
Het eendje stond te schreien;
De schelvisch bakte brood;
De haring pelde een noot;
Het aapje zong een liedje;
De ijsbeer kuste Grietje;
Het vinkje trok een slee.
Door de grote productiedwang - hij moest nu eenmaal drie tijdschriften vullen - is de poëzie van Abramsz wisselend van niveau. Bovendien herhaalt hij zich nogal eens: sommige motieven worden in de loop der jaren twee, drie, vier keer gebruikt. Dat neemt niet weg dat hij een van de meest oorspronkelijke kinderdichters van zijn generatie is.
| |
Veertien dagen op een ijsschots
Dit verhaal uit 1898 is gebaseerd op een ware gebeurtenis. Een visser uit Durgerdam, Klaas Klaassen Bording, en zijn zoons Klaas en Jacob werden op 14 januari 1849 bij het botkloppen verrast door een plotseling opgestoken storm en dreven veertien dagen op een ijsschots in de Zuiderzee. Zij hielden zich in leven met rauwe bot. De afloop was dramatisch: nadat zij op 28 januari aan land waren gebracht in Vollenhove, overleed op 4 februari de
Illustratie van Jan Sluijters uit Rijmpjes en versjes uit de oude doos
oudste zoon, en drie weken later zijn vader.
Hun avonturen werden in mei 1849 geboekstaafd door een commissie en uitgegeven ‘ten voordeele der geredden’. Abramsz heeft dankbaar gebruik gemaakt van dit Authentiek verhaal der wonderbare redding van Klaas Klaassen Bording en zijne beide zonen, na een veertiendaagsch omzwerven op het drijvend ijs in de Zuiderzee. Hij maakt er een spannend verhaal van, zonder dramatisering. Als een goede schoolmeester voegt hij hier en daar de nodige informatie toe. Zo legt hij uit hoe botkloppen in zijn werk gaat, compleet met een schematische tekening waarop de stand van de netten is aangegeven. Ook een kaartje met de omzwervingen van de Bordings wordt niet vergeten: langs Uitdam naar Enkhuizen; dan een
| |
| |
scherpe wending doordat de wind draait; langs Schokland, dat toen nog bewoond werd; dan weer een wending, waardoor ze ten slotte in Vollenhove landen.
Van Abramsz' kinderromans had dit boek het meeste succes: in 1962 verscheen nog een zesde druk. Ruim 20 jaar later publiceerde Miek Dorrestein háár Veertien dagen op een ijsschots (1986, 19943), dat behalve in de titel weinig of geen overeenkomsten heeft met het boek van Abramsz.
In 1998 maakte de theatergroep Huis aan de Amstel een kindervoorstelling gebaseerd op dit gegeven, Drijfijs: opnieuw een blijk dat deze tocht vol ontberingen nog steeds tot de verbeelding spreekt.
| |
Waardering
Over de waardering van Abramsz in zijn eigen tijd is weinig bekend. Er is alleen een lang artikel van J.D.C. van Dokkum, uit 1918, die vooral opgetogen is over de versjes van deze dichter ‘die het kinderhart en het kinderverlangen zoo doorgrondt’. Enkele liedjes van Abramsz hebben lang repertoire gehouden: zo lang er op de lagere school nog gezongen werd, leerden de kinderen ‘Hollands liedje’.
Ten slotte heeft de bloemlezer Abramsz de dichter en de romanschrijver overleefd. Rijmpjes en versjes uit de oude doos is klassiek geworden: het haalde in 75 jaar 32 drukken.
| |
Bibliografie
Voor volwassenen
|
Levende beelden (1909), Het Artisboek (met A.F.J. Portielje, 1922). |
Kinderboeken (romans en verhalen)
|
Een bewogen leven. Geïllustreerd door E.S. Witkamp Jr. Amsterdam, H.J.W. Becht, [1893]. (2e, herziene druk, onder de titel Wilskracht, [1912]; 3e, herziene druk, geïllustreerd door Eelco Leegstra, [1926].) |
Veertien dagen op een ijsschots. Met platen van J. van Oort. Amsterdam, E.L.E. van Dantzig, 1898. (Vanaf de 3e druk verschenen bij L.J. Veen, Amsterdam, [1914]; 4e druk met platen van C. Damen, [1921]; 5e, herziene druk met illustraties van R. van Looy: [1952]; 6e druk, in de Amstel junior serie, [1962].) |
Op sneeuwschoenen door Groenland. Naar dr. Frithjof Nansen. Amsterdam, W. Versluys, [1902]. |
Omringd door gevaren. Een verhaal uit den tijd der Noordsche compagnie. Heusden, L.J. Veerman, [1907]. |
Sprookjes uit moeders jeugd. Met vele gekleurde afbeeldingen door Jan Sluijters. Amsterdam, Meulenhoff & Co., [1912]. |
De gelaarsde kat. Een sprookje. Met silhouetten van Jan Wiegman, versierd door Matthieu Wiegman. Amsterdam, S.L. van Looy, [1915]. |
De roem van Rohrau. Een verhaal uit het leven van Jozef Haydn. Met platen naar teekeningen van Jan Wiegman. Zutphen, P. van Belkum Az., [1917]. |
Wat kinderooren kan bekoren. Geïllustreerd vertelselboek. Twee delen. Zutphen, P. van Belkum Az., [1917]. |
Sinterklaas-vertellingen. [Naar F.J. Hoffman]. [Illustraties Jan Franse]. Zutphen, P. van Belkum Az., [1919]. |
Genotvolle uren. Nieuw geïllustreerd vertelselboek. Zutphen, P. van Belkum Az., [1921]. |
In en om het rozenhuisje. Een dik boek voor de hééle kleintjes. Amsterdam, L.J. Veen, [1923]. |
Kleine vertellingen voor kleine kinderen. Velp, P. van Belkum Az., 1925. |
| |
| |
Kinderpoëzie
|
Hans, waar moet je henen? Versjes bij gekleurde prenten. Amsterdam, L.J. Veen, [1910]. |
Ja, we willen dansen gaan! Versjes bij gekleurde prenten. Amsterdam, L.J. Veen, [1910]. |
Hollandsch liedje. Zutphen, P. van Belkum Az., 1910. |
In 't droomenland. Amsterdam, Scheltens & Giltay, [1910]. (Lilliput-serie; 1) |
Lachjes en traantjes. Amsterdam, Scheltens & Giltay, [1910]. (Lilliput-serie; 2) |
Van kleine kleuters. Twaalf eenstemmige kinderliedjes voor zangstem en piano. Woorden van S. Abramsz; muziek van L. Adr. van Tetterode. Twee delen. Amsterdam, G. Alsbach & Co., [ca. 1911]. |
Van Sinterklaas en Pieterbaas. Twaalf sinterklaasliedjes met pianobegeleiding. Met gekleurde illustraties van Jan Franse. Zutphen, P. van Belkum Az., [1911]. |
Versjes en prentjes voor het kleine volkje. Met prentjes van A. Rünckel. Zutphen, P. van Belkum Az., [1913]. |
Een boek vol versjes en mooie prentjes voor het kleine volkje. Met prentjes van A. Rünckel. Zutphen, P. van Belkum Az., [1915]. |
Zingen en spelen. Speelliedjes voor de kinderkamer, de voorbereidende scholen en de laagste klassen van lagere scholen. Woorden en muziek van S. Abramsz. Met prentjes van Jan Wiegman. Acht bundels. Zutphen, P. van Belkum Az., [1915-1922]. |
Rijmpjes bij zwartjes. Rijmpjes van S. Abramsz, zwartjes van Jan Wiegman e.a. Zutphen, P. van Belkum Az., [1916]. |
't Kameraadje heeft op ieder blaadje een versje of een plaatje. [Met] prentjes van Jan Wiegman. Zutphen, P. van Belkum Az., [1916]. |
Versjes lezen en prentjes kijken. Versjes voor het kleine volkje. Prentjes van Jan Wiegman. Zutphen, P. van Belkum Az., [1917]. |
Voor kleine meisjes en kleine ventjes. 24 oorspronkelijke gedichtjes, met prentjes van Jan Wiegman. Zutphen, P. van Belkum Az., [ca. 1918]. |
a.b.c., wie van de kindertjes leest er méé? Rijmpjes voor de kleintjes, met prentjes van D. Viel. Zutphen, P. van Belkum Az., [1920]. |
Nieuwe versjes en nieuwe prentjes voor het kleine volkje. Met prentjes van D. Viel. Zutphen, P. van Belkum Az., [1920]. (Herdrukt als: Oude versjes en oude prentjes. Bewerking Nelly Kunst. Omslag en illustraties D. Viel. Amsterdam... [enz.], De Centaur... [enz.], [1980].) |
Geïllustreerde kinderliedjes. Met begeleiding van piano. Woorden en muziek van S. Abramsz. Met prentjes van D. Viel. Zes bundels. Zutphen, P. van Belkum Az., [1921-1922]. |
Keurige versjes en kleurige prentjes voor het kleine volkje. Met prentjes van D. Viel. Zutphen, P. van Belkum Az., [1921]. |
Mijn eerste versjesboek. Nieuwe kindergedichtjes, met plaatjes van Ella Riemersma. Amsterdam, J.M. Meulenhoff, [1921]. (Bonte boekjes voor onze kleinen; 5) |
Een schat van versjes. Nieuwe kindergedichtjes, met prentjes van Ella Riemersma. Zutphen, P. van Belkum Az., [1922]. |
Vroolijke versjes en vroolijke prentjes voor het kleine volkje. Met prentjes van Ella Riemersma. Zutphen, P. van Belkum Az., [1922]. |
Kleurig en fleurig. Nieuwe versjes en prentjes voor het kleine volkje. Met prentjes van Ella Riemersma. Zutphen, P. van Belkum Az., [1923]. |
Plezier voor twee. Versjes en prentjes voor het kleine volkje, met prentjes van Ella Riemersma. Velp, P. van Belkum Az., [1926]. |
Bloemlezingen kinderpoëzie
|
Onze kinderversjes van vroeger en nu. Bloemlezing voor school en kinderkamer, verzameld door S. Abramsz. Met teekeningen van Jan Sluijters. Twee bundels. Amsterdam, Meulenhoff en Co., 1909-1915. |
Oud en nieuw. Een bundel gedichten, verzameld door S. Abramsz. Zutphen, P. van Belkum Az., [1911]. |
Rijmpjes en versjes uit de oude doos. Verzameld door S. Abramsz. Met teekeningen van Jan Sluijters. Amsterdam, Meulenhoff & Co., 1911.
- | 8e, herziene druk, met tekeningen van Jan Sluijters, Sluijters junior en Jan Wiegman, Amsterdam, J.M. Meulenhoff, 1947. |
- | 20e druk, met tekeningen van Bert Bouman. Amsterdam, Meulenhoff, 1971. |
|
| |
| |
Onze oude kinderdeuntjes. Verzameld en van pianobegeleiding voorzien door S. Abramsz. Met teekeningen van Ella Riemersma. Drie deeltjes. Zutphen, P. van Belkum Az., 1923. |
Series voor het leesonderwijs
|
(Met J. Eigenhuis), Personen en landschappen. Leesboek voor het herhalingsonderwijs, de hoogste klasse eener lagere school of voortgezet onderwijs. Met teekeningen van J.J. Damme. Twee deeltjes. Amsterdam, W. Versluys, 1902-1903. |
(Met T. van den Blink), Lentegroen. Een serie geïllustreerde leesboeken ten behoeve van het voortgezet onderwijs. Met teekeningen van W.K. de Bruin en J. Sluijters. Vier delen. Groningen, P. Noordhoff, 1908-1909. |
Zomerloover. Een serie geïllustreerde leesboeken ten behoeve van het voortgezet onderwijs. Met teekeningen van Jan Sluijters. Vier delen. Groningen, P. Noordhoff, 1913-1914. |
Lezen en genieten. Een serie leesboeken voor de lagere school. Met teekeningen van J. Sühl. Acht delen. Zutphen, P. van Belkum Az., [1914]. |
Kennis is macht. Een serie geïllustreerde leesboeken ten behoeve van het onderwijs in de hoogste klassen der lagere scholen en het vervolgonderwijs. Drie delen. Zutphen, P. van Belkum Az., 1916. |
Over S. Abramsz
|
J.D.C. van Dokkum, Hieronymus de Tweede. In: Den Gulden Winckel, jaargang 17 (1918), blz. 36-39. |
49 Lexicon jeugdliteratuur
februari 1999
|
|