| |
| |
| |
Abc-boeken
door Frits Booy
Het eerste in West-Europa bekende abc was bedoeld als leermiddel voor de jeugd. Het bestond uit een velletje papier bevestigd op een rechthoekig plankje met een handvat. Op het papier stond het alfabet. Het werd beschermd door een doorzichtig plaatje van heel dun hoorn dat vastgemaakt was op het plankje. Om die reden werd het leermiddel ‘hornbook’ genoemd. Het was in gebruik vanaf plusminus 1400. Er bestonden ook versies waarbij het abc in het hout gesneden of erop geschilderd was.
Vanaf ongeveer 1740 ontstonden in ons land abc-prenten: losse, eenzijdig bedrukte bladen papier met bij elke letter of elk woord een kleine afbeelding van een mens, dier of ding.
Het eerste Nederlandse abc-boek heette Abecedarium of Liturgie (ca. 1470), een schoolboek in het Latijn waaruit de kinderen leerden spellen en lezen. Het bestond uit losse bladen waarop een alfabet en enkele gebeden zoals het paternoster (onzevader) waren gedrukt. Het was tegelijk een leer- en gebedenboekje.
Vanaf de zestiende eeuw leerden Nederlandse kinderen het abc uit boekjes gedrukt op één vel perkament of dik papier dat zo gevouwen was dat er zestien pagina's ontstonden. Het boekje bevatte enkele alfabetten in diverse lettertypen, vele lettergrepen, de tien geboden, een aantal gebeden en de twaalf artikelen des geloofs. Leesonderwijs en geloofsonderricht werden zo in één boekje verenigd. Er stonden maar één of twee ongekleurde prentjes in: van een schoolklas en/of van een haan, symbool van vroeg uit de veren. Zo'n abc-boek werd ook wel ‘haneboek’ genoemd.
In 1759 verscheen een nieuw type van het abc-boek, Een Nieuwlijks Uitgevonden A.B.C. Boek. enzovoort, geschreven en uitgegeven door de Amsterdamse boekverkoper Kornelis de Wit. Nieuw was dat het boek vier pagina's bevatte. Daarop stonden bij de letters van het alfabet kleine, ongekleurde afbeeldingen van bijpassende wezens of voorwerpen; vanaf een arend, een boek, een citroen tot en met een zoutvat. Op de pagina's ernaast stonden de woorden. Alleen de X moest het zonder afbeelding en woord doen. Via de afbeeldingen konden de kinderen makkelijker op de bijbehorende letter komen.
De volgende vernieuwing kwam van Jan Hendrik Swildens, een filosoof die in 1781 anoniem het Vaderlandsch
| |
| |
A-B Boek voor de Nederlandsche Jeugd publiceerde. Door middel van dit voor het onderwijs bedoelde boek wilde de idealistische Swildens de jongeren wijzen op het belang van de natie en ze aansporen daarvoor de handen uit de mouwen te steken. Op elke pagina stonden één letter met een bijbehorende ongekleurde prent, een tweeregelig rijmpje, een prozatekst en vier schrijfwijzen van de letter. Nieuw was de gedetailleerdheid en de grootte van de prenten. Daarom werd zo'n abc-boek een prent-abc of abc-prentenboek genoemd.
| |
Negentiende eeuw
Het bloeitijdperk van het abc-prentenboek, zowel qua onderwerp, druktechniek als productie lag in de negentiende eeuw, met name in de eerste helft ervan. De meeste abc-boeken waren toen niet meer voor schoolgebruik bedoeld en hadden meestal vermakelijke en soms leerzame of opvoedende teksten. Ze bevatten overwegend met de hand gekleurde prenten en toonden in hun titels verschillende benamingen: Ab boek(je), ABC boek, ABé boek, ABÉ boek, AB Prentgeschenk, Alphabet en Letterkransje. Voor het eerst werden binnen het genre talloze onderwerpen behandeld, zoals raadsels, speelgoed, voedsel, vogels en zoogdieren. De voorkeur ging uit naar aardrijkskunde, dieren en geschiedenis. De teksten varieerden van één woord tot hele versjes of verhaaltjes. De Q en X kwamen weinig voor en de Y stond voor een IJ. Auteur, illustrator en jaar van uitgave werden vóór circa 1860 nauwelijks vermeld. Onder de schrijvers waren destijds bekende auteurs van kinderboeken als Agatha, J.J.A. Goeverneur, F.H. van Leent, J.F.L. Müller en Jan Schenkman. In 1836 verscheen Nieuw ABÉ-Boekje voor Lieve Kinderen, dat bekendheid kreeg onder de titel A is een aapje.
Een aantal abc-boeken was gewijd aan beroepen en dus leerzaam. In De Nijverheids Spiegel. A.B. Boek voor Vlijtige Kinderen (ca. 1840) worden 26 beroepen opgesomd, van Apotheker, Boekverkooper en Confiturist tot en met Xerxes (naam van een Griekse marktkoopman), Yzerverkooper en Zadelmaker. Aan de C en X is te zien dat men soms geforceerd te werk ging.
Zeer opvoedkundig is Het A-B-Boek voor Meisjes (ca. 1847) waarin het uitsluitend gaat over vaardigheden en eigenschappen van toekomstige huisvrouwen en moeders. Bij de X is Xantippe het afschrikwekkend voorbeeld van een snibbige vrouw. Een boekje als dit heet ook wel namen-abc, omdat het alfabet (in dit geval op de Z na) wordt gevormd door voornamen.
Twee heel bijzondere abc-boeken zijn uitgegeven door de Directie der Houtgraveerschool te Leiden. Het Boek op Linnen, getallen-alphabet, versierd met fraai gekleurde houtgravuren (1853) is bijzonder omdat het van linnen is, én omdat het een combinatie van letters en getallen biedt. Het Gulden Boekske voor Lieve Kleinen, versierd met houtgravuren (1852) heeft fraaie vergulde let-
| |
| |
Uit Alphabetisch Letterkransje (ca. 1836) van J.F.L. Müller
ters, grafisch verfijnde versieringen en is in twee kleuren gedrukt (vroege kleuren druk) met per letter vele lettergreepcombinaties.
Na circa 1860 verschenen steeds meer abc-boeken op groter formaat (kwarto en folio). Jan Schenkman maakte Arlequin's bont A-B boek (1860). Bij elke letter hoort een illustratie- én een tekstpagina waarop acht à negen voorwerpen en/of personen worden afgebeeld en besproken. Erg moralistisch is het handgekleurde Godsdienstig A B C (ca. 1860) van F.H. Greb en A. van der Hoop Jr's Zoon, waarbij één regel nogal opvalt: ‘N is de nood, die tot misdaden spoort.’
In 1872 verscheen een abc gebaseerd op de vermaarde versjesbundel van Hieronymus van Alphen uit 1778: Van Alphen's ABC Boekje. Van Alphens teksten zijn nogal gewijzigd, meestal vanwege de alfabetische volgorde. Het beroemde vers ‘De pruimeboom’ werd bij de J van ‘Jantje’ geplaatst en bestaat uit de eerste vier regels van de originele tekst.
Een zeldzame combinatie van genres is St. Nicolaas A.B.C. (ca. 1873). In dit alfabet, zonder X en Y, gaat het bij de K over de knecht die Karel of Koenraad moet heten! Ook heel apart is Rijden met den Bokkenwagen. Nieuw ABC voor het jonge volkje (1886). In de vierre- | |
| |
gelige versjes is geprobeerd elke letter zo veel mogelijk te verwerken. Humoristisch is een abc met als thema ‘de omgekeerde wereld’, anoniem verschenen als ‘Byvoegsel van de Kinderkrant no 11-22’ (ca. 1890): ‘De Apen staan hier voor de kooi en vinden 't menschensoort niet mooi’, ‘De Brief brengt den Besteller thuis, de Bezem veegt de meid uit 't huis’, enzovoort.
| |
Twintigste eeuw
Na 1900 kregen abc-boeken een overwegend amuserend karakter. Nieuwe onderwerpen zijn: avonturen, boeven, gezondheid, kinderversjes, koninklijke feesten, poppen, reclame en sprookjes. Er is uitsluitend kleurendruk en de namen van auteurs en illustratoren worden meestal in de boeken vermeld. Voorbeelden van bekende illustratoren zijn: Sijtje Aafjes, Nelly Bodenheim, Dick Bruna, Rie Cramer, Daan Hoeksema, Piet Marée, Joost Roelofsz en Jan Wiegman.
In 1907 verscheen voor het eerst een abc-boek dat niet uit een aantal versjes of verhaaltjes bestaat maar uit één verhaal: Het ABC (1907) van mevr. (B.E.) Van Osselen-van Delden, met illustraties van Louis Raemaekers. P tot en met W gaan over: het plukken van pruimen, Quirinus die mee wil snoepen, de rustbank en de steen waarop men eet, Tinus en Ulriek die muziek erbij maken, een vlinder en enkele wespen. Het geheel is grappig uitgebeeld. Dat geldt in nog sterkere mate voor Allermerkwaardigste Avonturen van de Aardige Aapjes van Admiraal Adrianus Apekolio (1935), een vindingrijke tekst van M.C. van Oven-van Doorn, geïllustreerd door Rie Cramer. Het verhaal heeft zesentwintig hoofdstukken waarin telkens één letter uit het alfabet centraal staat. Dat leidt tot een kolderiek avonturenverhaal van twee aapjes; ook de ‘moeilijke’ letters doen mee.
Een echt juweel is Een bonte rij. Een alphabet in rijmpjes & prenten (1913), vervaardigd door Nelly Volker van Waverveen. Tekst en prenten - gelithografeerd in veertien (!) kleuren - doen modern aan en zijn vaak geestig van karakter (o.a. Quadrilleerende Quintus, Uitgelaten Ulricus en Zoete Zoë). Ook geestig zijn twee abc-boeken van tekenares Bas van der Veer. In A dat is Aafje (1918) doen ook Q en X mee: ‘X is het X-Been van X Xenia's man’. Het Borstel A.B.C. (1920) is een reclameboekje van Melis Pikstop (waarschijnlijk Bas van der Veer), uitgegeven door een kwasten- en borstelfabriek te Zuilen (Utrecht). De letters slaan uiteraard voornamelijk op de producten van het bedrijf: Scheerkwast, Teerkwast, Vaatkwast, enzovoort.
Nelly Bodenheim combineerde in Groen groen grasje (1923) het alfabet met oud-Hollandse kinderrijmpjes. Bij de C, Q, X en Y kon zij geen versjes vinden. Overwegend didactisch zijn Indisch ABC (1925) en Nieuw Indisch ABC (1927) met illustraties van J. van der Heyden. Deze twee boekjes informeerden de jeugd over het leven in Nederlands-Indië: arit, baboe, dapoer, hadji,
| |
| |
karbouw, oppas. Een enkele keer is het opvoedkundige aspect nadrukkelijk aanwezig, bijvoorbeeld in het ABC over de Tanden (1931) van de Nederlandsche Vereeniging tot bestrijding van het tandbederf, met illustraties van F.H. Abbing. Het taalgebruik in dit boekje bezorgt de lezer overigens kiespijn.
Na circa 1960 namen de abc-boeken in aantal af, maar wat er verscheen was meestal bijzonder. Voor kleuters kwamen er boekjes met prentjes met één woord of één of twee versregels, bijvoorbeeld b is een beer (1967) van Dick Bruna. Ook werd meer aandacht besteed aan ‘passende’ woorden bij de Q en Y, bijvoorbeeld in Aap en Beer (1983) met tekst en tekeningen van Wim Hofman. Het bestaat uit een doorlopend, soms wat geforceerd verhaal, waarin zesentwintig dieren en dingen een rol spelen. Een lasso vormt de Q en bij de Y staat een yak.
Joost Roelofsz schreef en tekende A B C ga je mee? (1982), een groot prentenboek over drie kleuters met dierenhoofdjes die naar Amerika gaan. Elke prent heeft surrealistische elementen die bij de letter horen. Bij de A wemelt het van de aapjes, appels, een atlas, een ananas en dergelijke. Bij de Q spelen twee vissen, de gebroeders Quatremain, samen piano.
Het kinderboekenweekgeschenk Het boeven ABC (1986), geschreven en getekend door Joost Rietveld, zit vol criminele zaken en is bepaald geen opvoedkundig boekje. Het enige verband met boeken is de Z van zitten (in een cel!) te
Illustratie van Jan Jutte uit Van Aap tot Zet van Mensje van Keulen
lezen. Speels en fantasievol is Van Aap tot Zet (1990) van Mensje van Keulen, geïllustreerd door Jan Jutte: 26 dieren op rijm beschreven met zoveel mogelijk beginrijm. Bertus Bok die in bad gaat; Maurits Miereneter, een mopperkont; Xerafijn Boxer, een bokser met x-benen.
Een vergelijkbaar boek is Olie Bol van Krentenkoek las een prachtig prentenboek (1991) van Koos Meinderts, met wel dertien illustratoren. Het wordt bevolkt door merkwaardige figuren als Caramella Cantarel, Quuc le Cocq en Selma Salmonella.
Nannie Kuiper maakte met illustrator Philip Hopman Het abc rijmboek van Softe en Maarten (1998) waarin beleve-
| |
| |
Illustratie van Rie Cramer uit A is een Aapje (1948)
nissen staan van twee kinderen van een jaar of acht. De X staat voor kusjes: xxx (onderaan een brief), de Y is een trechter op een fles: ‘Voor uitgeperste sinaasappels? Reken maar van yes!’
| |
A is een aapje
Het populairste en langst uitgegeven abc-prentenboek is het anonieme Nieuw ABÉ-Boekje voor Lieve Kinderen, voor het eerst verschenen in 1836 bij H. Frijlink te Amsterdam. Op twaalf bladzijden staan per bladzij: twee letters, op vier verschillende manieren gedrukt, een tweeregelig rijmpje en een met de hand gekleurde prent die gedetailleerd is weergegeven. De Q en X komen in de eerste druk niet voor. Zeer bekend zijn de eerste vier tekstjes:
A is een Aapje, dat eet uit zijn poot.
B is de Bakker, die bakt voor ons brood.
C is Charlotte, die drinkt chocolaad.
D is een Dame, die drentelt op straat.
| |
| |
Er is geprobeerd elke letter minstens tweemaal in het versje als beginletter te verwerken. Opvallend voor die tijd is de grote amusementswaarde: moraliserende opmerkingen komen niet voor (maar wel: ‘R is een Roover, die appelen steelt’). De versjes beschrijven wat op de prentjes te zien is. Het boekje is vele malen in al dan niet gewijzigde vorm door verschillende uitgevers herdrukt. In circa 1852 gaf uitgever D. Noothoven van Goor te Leiden het boekje met dezelfde prentjes maar een iets andere tekst uit, duidelijk om opvoedkundige redenen. Bij de N staat bijvoorbeeld: ‘N is een Nestje, dat Nicolaas vindt’. De tekst bij de H (‘H is een Held, met een houwer op zij’) werd later een paar keer gewijzigd: ‘een Held, met een sabel op zij’ of ‘ons Hansje, met een sjerp op zij’ (Rie Cramer). De tekst door D. Noothoven van Goor in 1869 uitgebracht, werd het voorbeeld voor latere uitgaven. Hij gaf het boekje de titel die het in onze tijd ook nog ongeveer heeft: Het vanouds gerenommeerde A is een Aapje.
Door deze titel maar meer nog door de eenvoudige tekst met pakkende beginrijmen bleef het boekje lange tijd zeer populair. Dit kwam ook door de folio-uitgave van uitgever J. Vlieger (1907) met de fraaie, gedrukte kleurenplaten van P. van Geldorp. In 1948 verscheen een uitgave met prenten van Rie Cramer. Zij voegde er de Q en X aan toe: ‘Q is Quirinus, die zuurtjes uitdeelt’ en ‘X is een letter, ken je die wel?’. In 1936 had Cramer overigens al een A is een Aapje uitgegeven met een bijna geheel eigen tekst van vierregelige allitererende versjes. In 1951 verscheen bij Gebr. Koster in Naarden-Bussum een uitgave met nagetekende prenten naar de Vlieger-uitgave van circa 1875. In 1964 kwam een herdruk met plaatjes van Max Velthuijs uit. De laatst verschenen uitgave, een fotografische herdruk van de Vlieger-uitgave van circa 1875, stamt uit 2000.
| |
Bibliografie
Abc-boeken
|
[Kornelis de Wit], Een Nieuwlijks Uitgevonden A.B.C. Boek. enz. Amsterdam, K.D.W. (=Kornelis de Wit), 1759. |
Groot A/B/C/Boek. Zeer bekwaam voor de Jonge Kinderen te Leeren. Amsterdam, Adam Meyer, 1781. |
[J.H. Swildens], Vaderlandsch A-B Boek voor de Nederlandsche Jeugd. Amsterdam, W. Holtrop, 1781. |
Het Nederlandsch AB-boek; enz. 's Gravenhage, weduwe J. Allart en Comp., 1823. |
J.F.L. Müller (ook: Muller), Alphabetisch Letterkransje. Amsterdam, Johs. Guykens, [1836]. |
Nieuw ABÉ-Boekje voor Lieve Kinderen. Amsterdam, H. Frijlink, [1836]. |
De Nijverheids Spiegel A.B. Boek voor Vlijtige Kinderen. Amsterdam, D.H. Fikkert, [ca. 1840]. |
Het A-B-Boek voor Meisjes. Gouda, G.B. van Goor, [ca. 1847]. |
Het Gulden Boekske voor Lieve Kleinen. Leyden, A.W. Sijthoff, [1852]. |
Het Boek op Linnen, getallen-alphabet. Leyden, [A.W. Sijthoff], 1853. |
Nieuw vermakelijk A.B. Boek; of Kluchtige avonturen van den Aap, den Hond en het Poesje. Gouda, G.B. van Goor, [1856]. |
Jan Schenkman, Arlequin's bont A-B boek. Amsterdam, G. Theod. Bom, [1860]. |
Van Alphen's ABC Boekje. Utrecht, J.G. van Terveen & Zoon, [1872]. |
| |
| |
Een Kindervriend, St. Nicolaas A.B.C. 's-Gravenhage, Gebr. Belinfante, [ca. 1873]. |
R. Koopmans van Boekeren, Aardige Letters. Nieuw AB Boek. Tiel, H.C.A. Campagne, [1876]. |
Rijden met den Bokkenwagen. Nieuw ABC voor het jonge volkje. Alkmaar, P. Kluitman [1886]. |
Het Kronings ABC. Haarlem, De Erven Loosjes, [1898]. |
ABC. Het komisch A.B. Boek. Amsterdam, Uitg. Joh. G. Stemler Cz., [1902]. |
Mevr. (B.E.) Van Osselen-van Delden, Het ABC. Met illustraties van Louis Raemaekers. Amsterdam, L.J. Veen, [1907]. |
Nelly Volker van Waverveen, Een bonte rij. Een alphabet in rijmpjes & prenten. Rotterdam, W.L. & J. Brusse, 1913. |
Bas van der Veer, A dat is Aafje. Amsterdam, H. Meulenhoff, 1918. |
Melis Pikstop, Het Borstel A.B.C. Met illustraties van Bas van der Veer. Zuilen, Gebrs. Jonker, 1920. |
Groen groen grasje. Met illustraties van Nelly Bodenheim. Amsterdam, Van Holkema en Warendorf, [1923]. |
Indisch ABC. Met illustraties van J. van der Heyden. Amersfoort, Valkhoff & Co, [1925]. |
Nieuw Indisch ABC. Met illustraties van J. van der Heyden. Weltevreden, N.V. Boekhandel Visser & Co, [1927]. |
ABC over de Tanden. [z.p.]. Met illustraties van F.H. Abbing. Nederlandsche Vereeniging tot bestrijding van het tandbederf, [1931]. |
M.C. van Oven-van Doorn, Allermerkwaardigste Avonturen van de Aardige Aapjes van Admiraal Adrianus Apekolio. Alfabet voor Allen. Met illustraties van Rie Cramer. Den Haag, G.B. van Goor Zonen's U.M. n.v., [1935]. |
Rie Cramer, A is een Aapje, 's-Gravenhage, G.B. van Goor Zonen's U.M. N.V., [1936]. |
Rie Cramer, A is een Aapje, Amsterdam, M&Z (=Mulder & Zonen), [1948]. |
Dick Bruna, b is een beer. Utrecht/Antwerpen, A.W. Bruna & Zoon, [1967]. |
Joost Roelofsz, A B C ga je mee? Amsterdam, Meulenhoff, 1982. |
Wim Hofman, Aap en Beer. Een ABC boek. Weesp, Van Holkema en Warendorf, 1983. |
Joost Rietveld, Het boeven ABC. Amsterdam, Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek, 1986. |
Mensje van Keulen, Van Aap tot Zet. Met illustraties van Jan Jutte. Amsterdam, Em. Querido's Uitgeverij bv, 1990. |
Koos Meinderts, Olie Bol van Krentenkoek las een prachtig prentenboek. Amsterdam, Uitgeverij Ploegsma bv, 1991 |
Willem Wilmink, Het ABC. Met illustraties van Olivia Ettema. Amsterdam, Em. Querido's Uitgeverij bv, 1995. |
Nannie Kuiper, Het abc rijmboek van Sofie en Maarten. Met illustraties van Philip Hopman. Amsterdam/Antwerpen, uitgeverij Piramide, 1998. |
Over abc-boeken
|
E. Tierie-Hogerzeil, Hoe men het ABC begeerde en leerde. Utrecht/Brussel, 1946. |
C. Versteegen, Aandacht, Behoud en Conservering. Een onderzoek naar de aanwezigheid van ABC-kinderboekjes in Nederland. Deventer, WSF-bureau, 1993. |
John Landwehr, Prentgeschenk van 60 ABC Boekjes. Alphen aan den Rijn, Repro-Holland BV, 1995. |
J. ter Linden e.a., A is een aapje. Opstellen over ABC-boeken van de vijftiende eeuw tot heden. Amsterdam, Em. Querido's Uitgeverij b.v., 1995. |
P.J. Buijnsters en Leontine Buijnsters-Smets, Bibliografie van Nederlandse school- en kinderboeken 1700-1800. Zwolle, 1997, blz. 13-25. |
Frits Booy, Een verborgen genre in kinderprentenboeken. In: Boekenpost, jaargang 6 (1998), blz. 4 en 5. |
P.J. Buijnsters en Leontine Buijnsters-Smets, Lust en Leering. Zwolle, 2001, blz. 144-161. |
Frits Booy, Aantrekkelijk-Belangrijk-Curieus. Bijzondere abc-boeken voor de jeugd. In: Jaarboek van het Nederlands Genootschap van Bibliofielen 2000. Amsterdam, 2001, blz. 119-135. |
59 Lexicon jeugdliteratuur
juni 2002
|
|