| |
| |
| |
Kim Fupz Aakeson
door Wilma van der Pennen
De Deense schrijver en illustrator Kim Fobian ‘Fupz’ Aakeson is op 12 september 1958 in Kopenhagen geboren. Na het voltooien van zijn gymnasiumopleiding zwierf hij een tijd de wereld over. Vanaf begin jaren tachtig werkte hij als freelance illustrator voor verschillende kranten en tijdschriften. In het linkse dagblad København verschenen satirische cartoons van zijn hand, gebundeld in het album Gå løs på livet (1982). In 1984 debuteerde hij als kinderboekenschrijver. Later maakte hij ook romans en novellen voor volwassenen, theaterstukken en filmscenario's.
Aakeson woonde ruim twintig jaar in Christiana, de vrijstaat in de buurt van Kopenhagen waar de bewoners leven volgens eigen wetten en waar iedereen inspraak heeft. Eind jaren negentig verhuisde hij met zijn gezin naar Kopenhagen.
In 1990 ontving hij de Deense Kinderboekenprijs voor Dengang min onkel Kulle blev skør (De dag dat mijn oom Karel gek werd) en voor het prentenboek Stor og staerk (1990). In 1992 deed hij mee aan een grote romanwedstrijd, waaraan zeshonderd schrijvers uit heel Scandinavië deelnamen. Met het boek De Gale (Waanzinnige wereld) won hij deze wedstrijd. In Nederland kreeg hij er in 1998 een Zilveren Zoen voor.
Van Verhaaltjes voor Sallie, dat hij schreef voor zijn dochter Sallie, maakte hij zelf een tekenfilm.
| |
Werk
Na vier stripalbums voor volwassenen begon Aakeson in 1984 voor kinderen te tekenen en te schrijven. Daarbij maakte de harde satire plaats voor milde humor en fantasie. Hij publiceert vooral voor jonge kinderen; slechts een deel van dit werk is in het Nederlands uitgebracht, vaak met illustraties van de auteur zelf. De krasserige zwart-wittekeningen tonen Aakesons
| |
| |
stripachtergrond: het zijn niet meer dan snelle pentekeningen die de humor van de verhalen onderstrepen. Geleidelijk aan is hij zich steeds meer gaan toeleggen op het schrijven. Zijn meest recente prentenboeken verschenen met illustraties van bekende Deense illustratoren als Mette-Kirstine Bak en Cato Thau-Jensen.
In zijn jongerenromans toont Aakeson zich een geëngageerd schrijver, die de lezer aan het denken wil zetten. Hij schrijft over gekte, macht en manipulatie en de reactie van de omgeving op ongewoon gedrag. In Waanzinnige wereld bijvoorbeeld beschrijft hij hoe Denemarken er in 2010 uitziet, nadat de mensheid is besmet door een virus. Anders en Ulla Vilstrup gaat over twee uit een psychiatrische inrichting ontsnapte patiënten. De zwakbegaafde ikverteller verhaalt over zijn speurtocht naar de vrouw achter zijn geliefde filmactrice: Ulla Vilstrup. Aakeson laat de lezer de grillige gedachtewereld van deze ‘gestoorde’ jongen volgen.
In zijn werk voor jonge kinderen is de toon luchtiger, staan de onderwerpen dichter bij wat de lezers bezighoudt en toont Aakeson zijn ongebreidelde fantasie. De prentenboeken en verhalen zijn bevolkt door ‘lastige’ kinderen, vreemde volwassenen en zeer menselijke dieren. Zo is er oom Karel, uit De dag dat mijn oom Karel gek werd, die zijn mens-zijn heeft ingeruild voor het bestaan als rododendron. En de buitengewoon dikke moeder uit Moeder!, voor wie Koen zich zo verschrikkelijk schaamt dat hij op zoek gaat naar een andere moeder. Een dunnere uiteraard! Een onconventioneel prentenboek is Een man, een vrouw, en iets in de buik. Het gaat over een echtpaar dat niet het te verwachten roze baby'tje krijgt, maar een aapje met een harig lijf en flaporen. De teleurstelling en het verdriet over de geboorte van een kind dat ‘anders’ is, zijn treffend beschreven. Bijzondere figuren komen ook voor in de verhalenbundel Verhaaltjes voor Sallie: het stoutste jongetje van de wereld bijvoorbeeld, maar ook de koning die van beroep verandert en fritesverkoper wordt. Aakeson houdt ervan dingen op hun kop te zetten. Het lijkt dat volwassenen meer kunnen en weten dan kinderen, maar wanneer het erop aankomt, weten juist de kinderen uit zijn verhalen waar het in de wereld om draait. Zijn sympathie ligt dan ook bij de kinderen of bij het kinderlijke in volwassenen.
| |
Waanzinnige wereld
In dit toekomstverhaal dat in het jaar 2010 speelt, is in een laboratorium een virus ontwikkeld dat bij iedereen die ouder is dan vijfentwintig jaar geheugenverlies veroorzaakt. Dat blijkt wanneer het virus is ontsnapt en de Deense bevolking voor een groot deel waanzinnig is geworden. Twee vrienden, Steff en Topper, zitten op Jutland op kostschool. Ondanks het verbod de school te verlaten, gaan de twee jongens op weg naar huis. Onderweg sluit de ondernemende Popsy zich bij hen aan. Tijdens deze
| |
| |
Illustratie uit De dag dat mijn oom Karel gek werd
uiterst gevaarlijke reis merken zij in welke staat van chaos het land verkeert. Bij de weinigen die niet door de gekte zijn getroffen, komt veelal het slechtste boven. Er is sprake van geweld en financiële uitbuiting. Diverse groeperingen proberen de macht te grijpen en uiteindelijk komt er een nieuw regiem, dat de orde probeert te herstellen.
Aakeson geeft in dit boek zijn kritiek op de hedendaagse maatschappij. Hij hekelt de onverschilligheid waarmee men reageert op rampen, maar ook de waanzin van veel machtshebbers, die zaken nastreven zonder de gevolgen te overzien. Het verhaal is meeslepend geschreven. Vaak weten de jongeren nog maar net op tijd aan grote gevaren te ontsnappen. Daarbij schuwen zij het gebruik van een mes, een pistool of lichamelijk geweld niet. De sfeer is beklemmend, maar ook heel herkenbaar en ondanks alles hoopvol.
| |
Waardering
In een artikel voor Leesidee jeugdliteratuur geeft Karin van Camp aan dat in Nederlandstalige kritieken steeds benadrukt wordt dat Aakesons boeken voor jonge kinderen niet afgestemd zijn op de beoogde leeftijdsgroep. ‘De hoofdfiguren zijn vaak erg jong, kinderen van vijf of zes jaar, maar lijken niet de doelgroep voor wie het boek in de eerste plaats bedoeld is. Door de complexe woorden en zinnen, de absurde humor en gekke toestanden lijken het doorgaans geen boeken voor die jonge leeftijdsgroep.’
Positief is doorgaans het oordeel over de humor in het werk van Aakeson. Die wordt door Erick Kila aanste- | |
| |
kelijk en kostelijk genoemd, maar dezelfde recensent is minder te spreken over de humor in Moeder!, vanwege de eenzijdige manier waarop de omvangrijke moeder wordt neergezet in het verhaal.
Dorien Pels (Trouw) waardeert het feit dat Aakeson niet op zijn knieën gaat zitten: ‘hij neemt zijn jonge lezers serieus.’
| |
Bibliografie
Keuze uit de niet in het Nederlands vertaalde boeken
|
Hvem vover at vaekke guderne? (1984), Op og stå (1989), Stor og staerk (1990), Stakkels konge (1996), Fandens far! (1998), Da Gud fik en hobby (1999), Min uartige mund (2000), Den grusomme jaeger (2001), Min onkel og min onkels nye hund (2003) |
In het Nederlands vertaalde boeken
|
Dengang min onkel Kulle blev skør (1990): De dag dat mijn oom Karel gek werd. Vertaald door Mieke de Jonge. Met illustraties van de auteur. Esbeek, Mirran, 1997. |
Pip og papegøjer (1991): Piep en de papegaaien. Vertaald uit het Deens. Met illustraties van de auteur. Esbeek, Mirran, 1999. |
De Gale (1992): Waanzinnige wereld. Vertaald door Mieke de Jonge. Esbeek, Mirran, 1997. |
Sallies historier (1992): Verhaaltjes voor Sallie. Vertaald door Mieke de Jonge. Esbeek, Mirran, 1996. |
Svendman (1994): Stefman. Vertaald uit het Deens. Met illustraties van de auteur. Esbeek, Mirran, 1998. |
Mor (1998): Moeder! Vertaald door Annelies Hees. Met illustraties van Mette-Kirstine Bak. Amsterdam, Querido, 1999. |
Alting og Ulla Vilstrup (1998): Alles en Ulla Vilstrup. Vertaald door Mieke de Jonge. Esbeek, Mirran, 2000. |
Pigen der krøb (1999): Het meisje dat steeds kleiner werd. Vertaald door Lieke van Duin. Met illustraties van Cato Thau-Jensen. Amsterdam, Mercis, 2000. |
Manden og damen og noget i maven (2002): Een man, een vrouw, en iets in de buik. Vertaald door Mieke de Jonge. Met illustraties van Eva Eriksson. Esbeek, Mirran, 2002. |
Over Kim Fupz Aakeson
|
Erick Kila, Een vader vol verhalen. In: Haagsche Courant, 22-11-1996. |
Irene Verhiel, [Over De dag dat mijn oom Karel gek werd]. In: Dagblad de Limburger, 10-7-1997. |
Casper Markesteijn, Kim Fupz Aakeson: science-fiction in de wereld van nu. In: Tikker, jaargang 20 (1997-1998), nr. 3 (februari 1998). |
Dorien Pels, [Over Waanzinnige wereld]. In: Trouw, 26-8-1998. |
Anke Büttner, Verkehrte Welt mit verkehrter Moral: Kim Fupz Aakeson - Geheimtip aus Dänemark. In: Eselsohr (1999) aflevering 7, blz. 12. |
Erick Kila, Eenzijdige humor. In: Haagsche Courant, 29-1-2000. |
Erick Kila, Een andere logica. In: Haagsche Courant, 7-10-2000. |
Jan Smeekens, De beste van de klas met een beetje toverhulp. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 3-11-2000. |
Erick Kila, Op zoek naar de werkelijkheid. In: Literatuur zonder leeftijd, jaargang 14 (2000), nr. 53, blz. 401-403. |
Karin van Camp, Gekke kinderboeken uit Denemarken: een portret van Kim Fupz Aakeson. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 7 (2001), nr. 3, blz. 134-135. |
Marjon Kok, Als het maar geen aapje wordt. In: Tubantia, 15-6-2002. |
63 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 2003
|
|