Van anarchist tot monarchist
(1936)–Alexander Cohen– Auteursrecht onbekend
[pagina 133]
| |
Hoofdstuk XIIILaat mij, uit de twintig nummers van dit voor bijna veertig jaar geschreven en onder de puinhoopen der vergetelheid bedolven pamflet, een bladzijde-of-wat reproduceeren. Korte nootjes, die de algemeene strekking van het geschriftje aangeven, een uitval tegen de professionneele ‘vrije denkerij’, èn, om den onbetwistbaar-profetischen geest waarvan het getuigt, een der hoofdartikels: ‘Sociaal-democratische Idealen’. (De sociaal-democratische idealen, waarvan ik, in het tweede nummer van de Paradox, dd. 20 november 1897, een benaderend begrip gaf, zijn, zooals ik dit voorspelde, op den kop af dertig jaar later in Soviétië, voorheen Rusland, verwezenlijkt. Tot de algemeene satisfactie!) * * * | |
Sociaal-Democratische idealenIn dat sociaal-democratische land
Zijn sociaal-democratische steden
In die sociaal-democratische steden
Wonen sociaal-democratischie menschen
Die sociaal-democratische menschen
Hebben sociaal-democratische kinderen
En die sociaal-democratische kinderen
Eten sociaal-democratische pap
Met den sociaal-democratischen lepel
Uit den sociaal-democratischen nap.
(Oud kinderrijmpje)
Dat ze in 1898 zal plaats grijpen, de stichting van den sociaal-democratischen heilstaat - zooals de za- | |
[pagina 134]
| |
lige Friedrich Engels uit goede bron wist en verzekerde - dàt komt me twijfelachtig voor. Maar wáár is het: de sociaal-democratie staat voor de deur. De uitgehongerde sociaal-democratie. Hongerend.... naar baantjes, naar de macht en naar de kas.
In de plaats der nog slechts uit sleur en kracht-van-gewoonte voortbestaande regeerings-vormen: constitutioneele en andere monarchieën en republieken, die elken dag iets van haar prestige verliezen, staat ons eerst-daags de ijzeren scepter der volks-regeering te wachten. (Dit ‘eerst-daags’ kan nog een jaar of dertig verwijderd zijn. Misschien vijftig. Liefst honderd!)
Een areopagus van verloopen en nog-gangbare advocaten (daarvan wemelt het in elke rechtgeaarde volksbeweging), ‘volks’-koffiehuis-houders, kappers, honden-scheerders, blik-slagers, rook-verdrijvers, glazenwasschers, zuiveraars-van-wandgedierten, konijnenfokkers, turf-, melk-, groen- en andere boeren, schoolmeesters, uit-de-zaken-teruggetrokken deurwaarders, prulblad-redacteurs e.t.q. die àllen, met uitzondering van de prul-redacteurs en de advocaten - in de oprechte meening verkeeren, dat het nu hun beurt is te regeeren, zal ons dwingen tot het verorberen van 8-uren-zuurkool, het inzwelgen van 8-uren-bier en het baggeren van 8-uren-turf. Onze versnaperingen zullen bestaan in Guesde-chocolade en Marx-saliemelk en in onze vrije uren zullen we moeten marcheeren làngs, in en dòòr Liebknecht-pleinen, Bebel-markten, Anseele-lanen, Jaurès-grachten, Plechanoff-sloppen en Hyndman-stegen. De onschuldige kracht-meters die op sommige openbare plaatsen - in spoorweg-stations, speel-tuinen enz. - den belangstellende de gelegenheid bieden zijn spierkracht te beproeven, zullen van regeerings-wege worden vervangen door grimmige ‘têtes-de-turc’ - | |
[pagina 135]
| |
op vaderlandsche kermissen bekend onder den naam: ‘Kop-van-Jut’ - waarvan het gebruik even verplicht als kosteloos zijn zal Onomkoopbare en stomme getuige, zal de dynamograaf onze nieuwe heeren en meesters op de hoogte brengen van onze Leistungsfähigkeit op het gebied van ploegen, leerlooien, metselen, scharenslijpen, bestraten, koffiebranden, parelduiken, maaien, wolkammen, schoenpoetsen, aardappel-jassen enz. Een ‘volks’-leger zal in de plaats treden van de tegenwoordige militaire organisaties, de schutterij zal worden afgeschaft.... als niet krijgshaftig genoeg ter eventueele onderdrukking van ‘reactionnaire woelingen’ en de gendarmerie of maréchaussée in stand gehouden om de hand te leggen op de ‘misdadigers van gemeen recht’ - een zeer rekbare rubriek waaronder natuurlijk een ieder zal worden gerangschikt die niet verkiest te dansen op de betooverende muziek der sociaal-democratische chefs-d' orchestre. En, o! nec plus ultra van zelf-bestuur, eenmaal binnen de muren van de-een-of-andere Singer-gevangenis zullen we het recht hebben zelven onze bewaarders te kiezen.
* * * Charge? Overdrijving? Een nederlandsch sociaal-democraat, de heer van Kol, heeft in eene brochure Ga naar voetnoot*)uitéén-gezet hoe kracht- en vermoeidheids-meters zullen dienen tot regeer-instrumenten in de handen onzer toekomstige collectivistische richteren. Het ‘volks’-leger komt op elk sociaal-democratisch, staatkundig menu voor. De heer Vandervelde, sprekend in naam zijner partij, beloofde, ter handhaving der orde in zijn toe-komst-staat, de inrichting van een gendarmerie-korps (Zitting der belgische Kamer van 8 Maart 1895). En een Duitscher, Genosse Kurt Falk zette onlangs in een geschrift uiteen hoe in een sociaal-democratische | |
[pagina 136]
| |
gevangenis de bewoners hun eigen.... cipiers zullen benoemen! Het is een stellige òn-waarheid dat ‘het belachelijke doodt.’ Dàn immers ware de sociaal-democratie sinds jaar en dag tot hare vaderen verzameld geweest! * * * Uittreksel uit de Sociaal-Democratische Staatscourant van 14 Maart 19.... Hoofdkwartier (Berlijn), 13 Maart: Het Marx-feest is hier heden met groote geestdrift gevierd. Een kwaadwillige, die gedurende de onthulling van 's Grooten-Meesters ruiter-standbeeld smadelijk de schouders optrok, werd door het volksleger met groot verlies uiteengedreven.
Brussel, 13 Maart. Heden-nacht is een kracht-en-plicht-meter, staande voor den ‘Socialen Papegoaiken’, estaminet gehouden door gezel Sieske Druppel, van slechterikken vernield geworden. Burger-gendarm Foucaert heeft de hand gelegen op den genaamden Polleken Bertels, ook gezegd den Muyter, die reeds verscheiden malen gerefuseerd heeft het hem door den plicht-meter opgelegde aantal klakskens te maken. Heiligerlee, 13 Maart. De bewaarders-verkiezing heeft hier gisteren plaats gehad in de Troel-gevangenis. Burger Slot is met algemeene stemmen op drie na hèrbenoemd tot hoofd-cipier. De drie weerspannigen die weigerden hun kies-plicht te vervullen en zelfs getracht hebben gedurende de stemming te ontvluchten, zitten in het cachot op water en brood. Burger Slot bedankte in treffende woorden zijn logeergasten voor het hem nu reeds voor de derde maal hèrschonken vertrouwen en beloofde, voortààn als voorhéén, orde, tucht en grendels te zullen handhaven. De gevangenis is versierd en de roode vaan wappert lustig boven de poort. | |
[pagina 137]
| |
Bolsward, 13 Maart: De beruchte X die in de ellendige bourgeois-maat-schappij het òn-nutte baantje uitoefende van schilder is hier Zondag gevankelijk binnen-gebracht. Het is nu reeds de tweede keer sedert het begin der maand dat X een alleszins òn-voldoende hoeveelheid steenen stuk-geklopt heeft. De opzichter, burger Knuppel, had hem reeds verscheiden malen aangeraden wat méér op de gemeenschappelijke keien en wat minder op zijn individueele vingers te slaan. X. beweert wel-is-waar het steenen-kloppen te zwaar te vinden en verzoekt te mogen schilderen, maar wie belet hem dit 's nachts te doen? Naar in den Minister-raad besloten is zal X, eenvoudig dood-gehongerd worden. | |
Van de mislijke vrijdenkerijJa, het zijn de vrijdenkers die mij genezen hebben van de vrijdenkerij, en ik heb voor die lui en bloc niets over dan minachting. Hoe dat gekomen is? Het is jaren geleden dat ik voor 't eerst in aanraking kwam met een ‘vrijdenker’ van den echten stempel. Dat was in Parijs en 's mans voornaam was Armand, wat de voornaam is van àlle parijsche vrijdenkers die niet ‘Ugène’ of Anatole of Jules heeten. Armand was een man van beginsel! Hij bleef altijd buiten de kerkdeur staan als een van zijn grootmoders begraven werd, at in het openbaar worst op Goeden Vrijdag, kon geen dom-uitzienden frère ignorantin en geen soeur de charité op straat voorbijgaan zonder luide zijn afkeer te betuigen, en stelde als raadslid van een aan Parijs grenzende gemeente voor, een groot kruisbeeld, dat aan den ingang der begraafplaats stond, wèg te nemen. Hetgeen geschiedde in weerwil van het protest van duizenden die het daar wilden houden. Sedert deze laatste heldendaad ben ik Armand altijd uit den weg gegaan. Wat ik nièt kon ontloopen, dat was de fààm die uitging van die luì, leurs pompes et leurs oeuvres. | |
[pagina 138]
| |
Sedert de stichting van het Maison du Peuple had de vrijdenkerij, in Parijs, een tot dusver ongekende vlucht genomen. Er werden bùrgerlijke dooppartijen (baptêmes civils) georganiseerd - alsof de kèrkelijke niet even goed waren! - waarbij zalvend-glimlachende collectivistische priesters de roomsch-catholieke vervingen. Het aantal Benoîts, Jules, Ugènes, Clovissen en Anatoles nam op onrustbarende en verwarring-wekkende wijze toe in de omstreken van Montmartre, en hét éérste dat zorgzame ouders-en-opvoeders hun burgerlijk-gedoopte kroosten inprentten was, te spreken van den faubourg Antoine, de rue Honoré, de place André-des-Arts, waar andere, ònciviel-gedoopte kinderen zeiden: place Saint-André-des-Arts, rue Saint Honoré, faubourg Saint-Antoine Ga naar voetnoot*). En dan waren daar de groote feesten! En het Vrijdenkersgastmaal op Goeden Vrijdag in het Maison du Peuple gehouden, en waarvan het menu wéken van te voren al geannonceerd stond in alle democratische kranten van Parijs en ommelanden: DINER DU VENDREDI, DIT: SAINT En nà het maal - of daarvóór, of entre la poire et | |
[pagina 139]
| |
le fromage, precies weet ik het niet - de allegorische voorstelling van ‘de overwinning der Vrije Gedachte op het Bijgeloof’, voorafgegaan door een van-fijnesthetisch-gevoel-getuigenide parodie op de Passie. De ‘vrije gedachte’, voorgesteld door een meisje van een jaar of twaalf, met een roode muts op en gewapend met een breinaald of een hoede-pen, doorsteekt, tot stichting der aanwezigen en onder het uitspreken van een innig: ‘Au nom de la Liberté, de l'Egalité et de la Fraternité’, een blaas in varkensvorm: het Bijgeloof. Tot laat in den nacht blijven de vrijdenkers, mannetjes en wijfjes, bijéén onder het zingen van toepasselijke liederen.
Ik ben niet catholiek, maar als, op den een of anderen Goeden Vrijdag, een stuk of wat geloovigen het Maison du Peuple binnendrongen om het daar feestvierend gespuis ùit-of-in-elkaar te knuppelen, dan zou ik dat in mijn hart toejuichen. Ik zou er zelfs heel graag aan mee doen. Nu weet men waarom ik het land heb aan de professionneele vrijdenkers en die lui schuw als de pest. Ik ben vies van dat volkje! | |
HomeopathieIk zou wel wat méér willen weten van dien Hahnemann, zijn ‘Leben, Meinungen und Thaten’ en ook hoe hij geraakt is tot zijn geneeskundige theorieën. Probaat zijn ze, in de toepassing. Op het openbare leven en de politiek ten-minste. Daar kan ik van meespreken. Mij hebben de vrijdenkers van de vrijdenkerij, de republikeinen van het republicanisme, de democraten van de democratie, de socialisten van het socialisme en de anarchisten van het anarchisme genezen. Ik spreek van de officieele belijders van al deze | |
[pagina 140]
| |
officieele gelooverijen, die, àl of niet koninklijk goedgekeurd, geen andere religies, meer of minder dwaas dan, naast zich dulden. Mij zijn die lui en die doctrines niet vrijzinnig, niet geavanceerd genoeg.
Men kent de fransche gravure, voorstellend een pas getrouwd paartje, in zijn slaapkamer, nà het vertrek van vervélende en door làng blijven ergerlijke gasten. Man en vrouw drukken elkaar in de armen met den uitroep: Enfin seuls! Ook ik schreeuw, uit den grond van mijn hart: Enfin seul!
- Gij hebt gisteren zóó gesproken, eer-gisteren zùs geschreven. En tans schrijft gij dit! - Dat bewijst dat ik van meening veranderd ben en géén gevangene van verroeste denkbeelden en beschimmelde formules.
Er behoort veel moed toe de beschuldiging van lafheid te trotseeren.
Daar zijn tàl van zaken, hònderde, waaromtrent ik sedert geruimen tijd reeds denk zooals n ù, maar die ik versmaad heb vroeger uit-een-te-zetten. Dat kwàm doordat ik destijds nog iets àf-te-rekenen had met onze heeren en meesters, en nog wat tegoed. En ik wilde zelfs den schijn vermijden van àl wat maar in de vèrste verte zou kunnen gelijken op een amende honorable, of een berouwvolzondaarschap. Nù, dat ik quitte ben met het hóóge canaille, zal ik zonder schroom ook aan het làge de waarheid zeggen. Maar tòch aan 't hóóge ook.
Ik heb een òf-en-défensief verbond gesloten met mijzelf. | |
[pagina 141]
| |
Toch niet. Alleen maar òffensief!
Ook ik ben iconoclast! Maar alleen waar het betreft leelijke beelden. Ik ben vóór het instandhouden van kerken, tempels en standbeelden - al waren de laatsten van tyrannen - wanneer ze schoon zijn en kunst-genot opwekken. En voor de vernietiging er van, als ze leelijk zijn.... en de lui die in tempels en kerken zaken hebben die opruiming goedkeuren. Mijnentwege mogen ze er nieuwe en mooiere heiligdommen voor in de plaats zetten. | |
Verwensching‘Zalig zijn de armen van geest.’ Best mogelijk. Maar de duivel hale de halven-van-geest, de treurige slaven van 't vervloekte: The line must be drawn somewhere. Uit die categorie worden de ‘partijen’ gerecruteerd. Ik bedoel de meest-vooruitstrevende. Ik schrijf zonder de minste hoop en alléén uit behoefte-aan-uiting.
De sterkste man is de man die alléén staat, zegt Ibsen's ‘Vijand des Volks’. Juist! En alleen staat ieder die den moed heeft alléén te staan.
Niets is het martelaarschap waard! Tòch eerbied voor hen die anders hierover dachten.... en dit toonden door martelaar te zijn. Onverschillig voor welke overtuiging.
Opsluiting in een cel gedurende zes of méér maanden, wegens ‘majesteitschennis’ e.d., maakt iemand niet tot martelaar. Maar een marteling is het wèl! | |
[pagina 142]
| |
Die materialisten hebben wat op hun geweten! Iedere vlegel, iedere Grobian, iedere voor-iets-hoogers-onbevattelijke geestdrijver noemt tegenwoordig zijn onbevattelijkheid, zijn grofheid en zijn vlegelachtigheid héél wetenschappelijk: materialisme. 't Is om godsdienstig te worden!
Gevoelen, in den zin van raden, ahnen, staat oneindig hooger dan weten. Weten kan een ieder die daartoe in de gelegenheid gesteld wordt. Ràden doen alleen menschen met ziel. Zielen zijn zeldzaam.
Als ik neigingen voel opkomen tot humanitarismen, solidariteiten, philanthropieën en broederlijkheden - het gebeurt niet vaak! - dan loop ik maar even de straat op en kijk wat voorbijgangers aan. Dan ben ik weer voor drie maanden genezen.
Ik beschouw het waarheid-spreken - dat met het waar-zijn vaak niets uit te staan heeft - niet als een plicht. Ik zou liegen zonder een schaduw van scrupule als ik daar lust toe gevoelde. Maar het waarheid-spreken, èn, méér nog, het dewaarheid-zeggen aan Monsieur-tout-le-monde in 't algemeen en aan X, Y en Z in 't bizonder, behaagt me, tot vervoering toe, omdat het brutaal en ongewoon is en het liegen algemeen en laf. Misschien zou ik me gaan toe-leggen op 't liegen als Jan-Rap-en-zijn-maat aan 't waarheid-spreken gingen. Ik heb dus den tijd nog met die studie.
Wees u zelf! zei ik tot Iemand
Maar hij kòn niet, hij was Niemand.
De Génestet heeft vergeten de geschiedenis ùit te vertellen: Onmiddellijk na zijn mislukte poging om Iemand te zijn trok Niemand zijn jas aan, zette zijn hoed | |
[pagina 143]
| |
op, schoot zijn pantoffels aan, nam zijn parapluie en ging in een ‘partij’ waar hij in minder dan géén tijd tot eer en aanzien geraakte.
Ik zou den ‘draak’ steken met de sociaal-democratie? Quelle idée! En hoe àl te tragisch opgevat, deze sport: 't Is een eenvoudig, onschuldig slakken-steken.
Het idee van een klassen-strijd stuit mij tegen geest en hart. Trouwens, de logische doorvoering daarvan is een onmogelijkheid. Wààr begint een klasse en waar houdt ze op? Wie zal de grenslijn trekken? | |
Alles naar wenschVolgens de Java-Bode gaat op Lombok ‘alles naar wensch. De bevolking is zoo met ons bestuur ingenomen dat zij onlangs een ter dood veroordeeld misdadiger, die uit de gevangenis wist te ontkomen, opspoorde en afmaakte voordat hij het nog eens kon probeeren.’ Ik heb het altijd gezegd: die lui zijn zoo dom niet! Dat zwarte goedje is vlug genoeg van ‘aannemen’ als ze maar eerst op den goeden weg gebracht zijn. | |
IndividualismeBij wijze van anti-dosis tegen het veel-verkondigde: ‘Wat het volk niet weet, dat weet nog niemand’, geef ik deze formule: Wat de massa weet en begrijpt, dat is de moeite van het weten en begrijpen niet meer waard. * Hoe meer een idee begrepen en geapprecieerd wordt door de massa, hoe meer het verliest van zijn intellectueele, moreele en esthetische waarde. * Hoe meer dichters, hoe platter de poëzie. Hoe meer | |
[pagina 144]
| |
moralisten, hoe bekrompener de moraal. Hoe meer geleerden, hoe vervelender de wetenschap. * Hatelijker nog dan het vooruitzicht van een sociaal-plebocratisch régime, is me het idee van te worden geregeerd door een sanhedrin van ‘geleerden’: economisten, psychologen, anthropologen, anthropometers, criminologen, materialistische-geschiedenis-opvatters. Maar dat alles is sociaal-democratie, ni plus ni moins. * Ieder waant zijn uil een valk, en elk sociaal-democraat zich-zelf een geleerde. * De sociaal-democratie moest geboren worden in Duitschland, het vaderland van de moraal-preeken, de schoolmeesterij en de pedanterie. * Waarom ik bij voorkeur de sociaal-democratie aanval, en niet de andere politieke partijen? Niet - wat sommigen meenen - uit haat of antipathie tegen de chefs-d'orchestre van deze on-artistieke kapel. Maar omdat de sociaal-democratie de naaste, nare toekomst is. * Ik voer strijd tegen Morgen, ten-behoeve van Overmorgen, en versmaad te vechten tegen Gisteren en Vandaag: twee dooden. * | |
Weer een deceptie!En ik die me altijd verbeeld heb dat de koninklijke scepter, straks met lieflijk-beleidvolle hand gezwaaid, door onze jeugdige koningin, van goud was.... 't Ding is van zilver.... ‘zwaar in 't goud verguld.’ Eveneens van zilver en eveneens ‘zwaar in 't goud verguld’, de rijksappel. Dat doet me denken aan mijn jeugd, de prille. | |
[pagina 145]
| |
Ik kreeg toen eens op mijn verjaardag een horloge cadeau, een ‘gouden’ horloge volgens den gelei-brief. Later bleek me dat 't ding van zilver en (niet eens ‘zwaar’) verguld was. Sedert die ontdekking geloof ik aan niets meer. Als nu de koningin maar niet aan alles gaat twijfelen, wanneer zij merkt dat men haar een scepter ‘entoc’ in de handen heeft gestopt voor een èchte! * | |
Nog een legendeAltruïsme in absoluten zin, n.l. als het tegenover-gestelde van egoïsme = zelfzucht, bestaat niet.... tenzij gepaard gaande met zèlf-moord. Die zèlf-moord kan gepleegd worden door ànderen dan de altruïst, en tòch op zijn persoon. Door len beul b.v. Zóó stierven - om van den laatsten tijd alleen te spreken - Caserio, Pallas, Angiolillo, Overigens bestaat er slechts egoïsme...... van min-of-meer edelen aard. En dat wel om de zéér eenvoudige reden dat het ego, het ik-zelf, niet weggecijferd kàn worden. Al wat we doen of làten, doen of làten we òmdat het ons zelf-voldoening = genot schenkt. En waar we ons bewust zijn dat leed, of pijn, of dood het gevolg zullen zijn van ons beredeneerd doen-of-làten, dáár zelfs weegt de voldoening, ons geschonken dóór dat doen-of-làten, zwáárder dan leed, pijn en dood. Blijf me dus asjeblieft van-'t lijf met opofferingen-voor-'t-volk (of voor wat ànders) en edele-martelaarschappen van spring-levende-en-rustig-rondkuierende lui. (Dat ik hier niet doel op lichamelijk-en-zedelijk gefolterden en mijn uitval tegen de beroepsmartelaren géén verontschuldiging meent van folteraars en pijnigers, hoeft zeker niet te worden betoogd). Naar den rommel-zolder met de martelaars-legende: Die wat doet, kàn niet anders. | |
[pagina 146]
| |
AverijBij de discussies over de marine-begrooting verzekerde minister Roëll dat hij ‘overtuigd (is) van den ernstigen invloed van den godsdienst op de schepen.’ Dan moeten die schepen bij-tijds worden nagezien, meneer Roëll! | |
Hollandsch binnenhuisjeDe vader, een dronkaard, ligt ziek te bed. Naast hem, en binnen het bereik van zijn rechterhand, de geduchte, een zweep. Op den grond, in een hoek, een stuk-of-wat-kinderen. Komt binnen de bode van een zieken-fonds of zooiets. - Leg jij met een zweep onder de wol? - Ja, dat is om die jongus op er bliksem te slaan, as ze leve make.... De oudste die het em ook wel es noodig om sen bokkie op sen verdommenis te komme. En de jongste die slaat er de kat mee op sen s.... r! Als 't een beetje meeloopt beroept deze vader zich straks op ‘gemoeds-bezwaren’ tegen het sturen van zijn kinderen naar de openbare school. | |
Staatsmans-eerzuchtEn Goeman Borgesius sprak: - Ik sta hier niet als partij-man, maar als slaaf der wet. Partij-man, slaaf-der-wet! Die jonge was altijd vol ambiesje, meheer! | |
VolksleidersSterk-gekaakte | |
Gedemonetiseerd sprookjeDe spaansch-amerikaansche oorlog levert het bewijs | |
[pagina 147]
| |
- even-als de grieksch-turksche - dat het niet altijd de vorsten zijn die den oorlog willen en provoceeren. De koningin van Spanje - en de koning van Griekenland - aanvaardden den oorlog à leur corps défendant, en onder den onweerstaanbaren drang van hun opgezweepte volken. Zoo is er een eind aan de tot-op-den-draad-versleten grap van de koningen en keizers ‘die 't maar zelf uitvechten moeten’. Sedert Napoleon I, de laatste veldheer-vorst van beteekenis, maken de koningen den oorlog niet meer. De kranten-jakhalzen doen het en de beurs-schuimers. | |
Oignez vilainIn de Jonge Gids van mei komt voor een ‘Enquête over de behandeling van politieke gevangenen in Nederland.’ De heer Poutsma verhaalt daarin hoe hij, ontbrand in medelijden met de politie-agenten die zijn huis omsingelden met het doel hem te arresteeren, die lui op cigaren en warme koffie onthaalde ('t was in januari en erg koud) en hoe die beweldadigden, toen hij op hun verzoek zijn tuinhek ontsloot om hen hun koffie daar binnen te laten uitdrinken, hem aangrepen en zonder hoed en zonder schoenen mee naar 't politiebureau sleepten, vanwaar hij, met de handen op den rug geboeid, naar de gevangenis werd getransporteerd. Meneer Poutsma, neem me niet kwalijk, maar ik heb hartelijk gelachen om je avontuur. Welk mensch die de ‘vijf’ bij-mekaar heeft geeft er cigaren en koffie aan politie-lui die hem in de wacht moeten slepen? Mij zal zoo iets niet overkomen. 't Is waar: ik vergat daar dat de sociaal-democraten - de heer Poutsma is sociaal-democraat - strijd voeren niet tegen personen maar tegen instellingen. Een kop koffie en een cigaar aan wie mij zoo'n on- | |
[pagina 148]
| |
geïncarneerde instelling laat zien. | |
Eenvoudig en smaakvolIk krijg daar een exemplaar in-handen van De Volksonderwijzer. Die krant is gezet volgens de ‘vereenvoudigde spelling’. B.v.: internasieonale sosieaal-demokraatsie; internasieonale sosiealistiese kongressen, republiekeinse school, landnasieonaliesasie, otoriteit, otoriteitstussenkomst. Inderdaad, ‘vereenvoudigder’ kan het niet! | |
ProtectionismeEen van de collectivistische leden der belgische Kamer laat geen gelegenheid voorbij-gaan den koning zijn relaties te verwijten met Mlle (of is 't Mme?) Cléo de Mérode.... te Parijs. Nu, pour une fois, sais-tu!, heeft die collectivist gelijk. Als het tòch noodig is dat ‘le roi s'amuse’, waarom begunstigt Z.M. dàn de nationale.... vermakelijkheden niet in-plaats van de uitheemsche? | |
Dieren-mishandelingJuffrouw Kath. Leopold heeft, onder den gemeenschappelijken titel van: Het Kroningsfeest, ‘Zeven liedjes voor de kleintjes’ geconfectionneerd en uitgegeven. Ik ben een vijand van denuncieeren maar toch wil ik de aandacht van de ‘Maatschappij tot bescherming van dieren’ vestigen op het volgende couplet: Wie heeft er ooit zoo'n feest gevierd;
De huizen zijn met groen versierd,
En aan oranjekoorden leidt de voerman 't paard,
Wie is er nu niet in zijn' schik,
'k Zie hondjes met oranjestrik
En opgeheven staart.
| |
[pagina 149]
| |
Ik vermoed dat de weldenkende maar wreedaardige eigenaars van deze hondjes, ten-einde die staarten tot een even loyale als feestelijke verticaliteit te nopen, er peper onder gesmeerd hebben. | |
De arbeider is zijn loon waardOnder de onlangs door de regentes geridderden, figureert de protestantsche predikant Stapfer, te Parijs, die, bij den dood van koning Willem III, zaliger nagedachtenis, in den Temple de l'Oratoire een ‘schitterende lijkrede’ op den overleden vorst hield. Die dominee heeft zijn ridderorde dubbel-en-dwars verdiend. Ik ten-minste zie geen kans hem dat oratorisch karweitje nà te doen. | |
Grootheid en vervalJapan is verloren. 't Begon met zich te wapenen à l'instar van het Westen. Toen kwam de machinale industrie. Daarna 't parlementarisme. En nu zijn bij de laatste verkiezingen twee sociaal-democraten in de Kamer gekozen. Dat is het einde! Over twintig jaar zal de kunst dood zijn in Japan, 't land waar, vijftig jaar geleden nog, elk inboorling een artist was. De kunstenaars zijn kiezers geworden. |
|