let torschte, en zij hield er een major domus op na, Mr. Francis, die tegelijk haar sweetheart was en op zijn hoogst drie-en-twintig lentes telde.
De meeste habitués van het eetkrot waren fransche en italiaansche souteneurs, die hier zonder hun in Soho op en neer trippelende dames kwamen, en ons, indringers in hun milieu, met onverholen wantrouwen beschouwden. Zij spraken ons, tot onze intense voldoening, nooit aan en zij groetken ons, tot ons soelaas, ook niet. Wij gevoelden nooit grooter opluchting dan wanneer wij, na de maaltijden, konden opstaan en heengaan, hetzij naar buiten, hetzij, en dit zoo zelden mogelijk als het niet in den avond was en tijd om te gaan slapen, naar onze afgrijselijke, ijskoude dakkamer, waar het modderige daglicht van Dean Street, als het dag wàs! door een gebarsten ruit naar binnen sijpelde.
Dat wij hier gestrand waren en het laatste restant van ons meubilair verpand en afgegeven hadden vóórdat wij de schunnige, schubbige omgeving kenden, die ons, een week of wat, tot toevlucht zou dienen, dat hadden wij te danken aan de vriendelijke tusschenkomst van kameraad Sarocco, een semi-dickensiaansch, semi-conradesken, schilderachtigen en compromettanten Levantijn, dien wij, entre nous, nooit anders dan ‘le vieux Voleur’ noemden en wiens authentiek bedrijf, naar ik sterk vermoedde, zonder het volstrekt te wéten, dat van heler was. Zijn schijn-kostwinning, volgens zijn uithangbord, was die van ‘umbrella mender’, maar hij had even goed, net als Mr. Venus, in Our Mutual Friend, aan wien hij mij vaak herinnerde, reparateur van geraamten kunnen zijn. Men vond hem, gewoonlijk, in zijn minuscuul winkeltje, met een kosterskalotje op het eerwaardige hoofd en de onwaarschijnlijk-bijziende, uitpuilende, witte oogen tot aanrakens toe gebogen over het skelet van een parapluie, altijd dezèlfde, die geen mènsch hem had toevertrouwd en die hij dus ook aan niemand had af te leveren.
Eens, dat ik hem een bezoek bracht, kwam een klant binnen, een heer, met een onthoofden wandelstok, waarop hij een nieuwen knop verlangde, toevallig van een model dat Sarocco niet meer in voorraad had....
‘Just sold the last one this very morning, sir! I'm sorry!’ - ‘So am I, sure!.... Good afternoon, sir!’, zei de