Aan H. Kuijper
Toulon, [24] augustus '60
Lieve menschen,
Dank voor de prompte toezending v/d ‘oproep’ in het Parool. De redactie daarvan is volkomen naar myn zin, en ik ben Max Nord zeer erkentelyk voor de, ongetwyfeld door hèm, althans door zyn toedoen verwezenlykte opname. - Ik heb volstrekt en aller-dringendst een bedrag noodig dat my in staat zal stellen my te laten behandelen in een cliniek, want geheel en al overeenkomstig myn verwachting, myn zekerheid (die ik je meedeelde, Henk! by je recente bezoeken) kan my hier, d.w.z. in het Asyl, onmogelyk de noodzakelyke geneeskundige behandeling ten deel vallen voor myn toestand vereischt. Men is daar hier niet voor ingericht, en de aan my op medisch gebied besteede zorgen, zyn noodzakelykerwyze schroomelyk onvoldoende. Tot zoover daarover. - Ik onderstel, Henk!, dat onder de stapel papieren, die je hiervandaan meegenomen hebt, ons, d.w.z. Kaya's en myn, Livret de familie (Trouwboekje) zich bevindt. Verificeer dat eens als je een oogenblik beschikbaar hebt, en stuur het my per ‘aangetekend’ op als je het in handen mocht krygen. - Ik lyd in de laatste tyden veel pyn, en de operatie-wonde, dateerend van 15 of (16) maart, d.i. dus sedert ruim 5 maanden, blyft ongeheeld. Ik zal misschien en zelfs waarschynlyk een 2de operatie noodig hebben en zie daar met groote angst tegen op. Denk eens aan, menschen, op myn leeftyd! - Met alle, alle liefs aan jelui tweeën,
Sandro