Aan H. Kuijper
Maandag, 21.6.60.
Lieve menschen,
Om dol te worden! Ik verwacht jelui sedert 15 dagen ongeveer, datum door Henk zelf opgegeven als ongeveer zéker.
En nu lig ik hier, dag aan dag onherroepelyker aftakelend en zoo goed als radeloos. Laat my toch in 's hemels naam weten wat ik nog te verwachten heb aangaande het door jelui beloofde (en dan zeker laatste) bezoek en of ik daarop nog kan rekenen.
Ik schreef jelui - of dééd jelui schryven - dat ik in dringende geldverlegenheid zit, die dag aan dag nypender wordt, en weet my geen raad meer.
Als jelui schryft, dan weer aan het oude adres: les Petites Soeurs. Anders komt er vertraging in de distributie.
Met alle liefs, aan jelui beiden, jelui wanhoopige, vertwyfelende oude vriend
Sandro
p.s. Antwoord zonder vertraging, of liever nog, telegrafeer òf jelui nog komen en dan wanneer!?