Brieven 1888-1961
(1997)–Alexander Cohen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 668]
| |
Aan H. KuijperToulon, 10.II.'60
Lieve menschen,
Morgen, donderdag in de namiddag, verlaat ik, voor een ander verblyf, waarvan ik - wat myn verzorging betreft - onderstel véél te kunnen verwachten, dit ‘maison de repos’, waar ik, gedurende de 14 dagen, die ik er doorbracht, weinig ‘rust’ heb genoten. Zoodra ik dit zelf te weten zal zyn gekomen, zend ik jelui myn nieuwe adres. Laat my, lieve menschen, nogmaals myn verwondering uiten over jullie stilzwygen sedert, ja, ik geloof wel sedert drie weken of daar omtrent. Op myn laatsten brief, nog uit Saint Roman de Bellet aan jelui geadresseerd, heb ik geen antwoord gekregen. Jelui hebt [die] toch zeker wel ontvangen? Ik ben, om my te verzetten tegen myn ontroostbaar leed, weer een beetje a/h werk gegaan... géén nieuwe copy maar het overschryvend ‘verfrisschen’ en publiceerbaar maken van stukken die ik in portefeuille heb, en waarvan ik er een binnenkort aan Nord wil sturen, in de hoop - niet de verwachting! - dat hy dit hier of daar zal pogen onder dak te brengen. Met alle liefs,
Sandro
Dus, eerstdaags - misschien morgen of overmorgen wel - myn nieuwe adres... en daarna eenig bericht uit de Tuintjeslaan 4.Ga naar eindnoot1 |
|