Aan H. Kuijper
Toulon, 2.11.'60
Lieve menschen,
Ik ben sterk verwonderd niets van jelui te horen, en dat sedert ruim 2 weken. - Ik verblyf op het moment - ziek genoeg om niet naar buiten te kunnen gaan - in een soort ‘Rustoord’, waar weinig rust is, ik het niet al te goed heb en hoop zoo gauw mogelyk een ander onderdak te vinden. Er zyn een paar bevriende menschen die daar moeite voor doen, maar makkelyk is het niet iets geschiktst te vinden, ik bedoel: waar ik rustig werken kan, en my door werken afleiding verschaffen in myn mateloos en troosteloos verdriet. Ik ben gister al begonnen met het overtikken van eenige oude, maar nog nergens gepubliceerde copy, waar Nord, van wien ik óok niets hoor, misschien plaatsing zal kunnen vinden. - Hebben jelui, (Henk) en Nord, gevolg gegeven aan myn suggestie met betrekking tot een ‘oproep’, te mynen behoeve, in het Parool of elders? Hebben jelui daarover gesproken met Gomperts, die dat voor my zoo welwillende stuk heeft geschreven in het Parool ddo 24.12/59, en met J.H.W. Veenstra, die een zoo sympathieke ‘open brief’ tot my richtte in ‘Vry Nederland’, ddo 26.12/59. Zit in 's hemelsnaam niet ‘by de pakken neer’! Anders zal het gauw gedaan met Sandro zyn! Myn tegenwoordig en tydelyk adres is: ‘Pension Bon Repos, 50 Avenue Pierre Renaudel, Toulon’. Antwoord s.v.p. per Express.
Laat my niet in pynigende ongerustheid omtrent jelui doen en laten.
Met alle, alle liefs,
Sandro