Brieven 1888-1961
(1997)–Alexander Cohen– Auteursrechtelijk beschermdAan H. KuijperSr Roman de Bellet, (a.m.), ce 23.1.'60
Lieve menschen,
Adresseer voortaan, tot nader informatie, niets meer naar St Roman vanwaar, als alles naar wensch en schriftelyke, positieve afspraak met de Petites,Ga naar eindnoot1 verloopt, ik overmorgen, maandag, vertrek, met bestemming naar Toulon, waar ik, zoodra ik een beetje zal zyn bekomen van de hier ruim drie maanden lang ‘genoten’ gastvryheid, myn best wil doen een my passend, (d.w.z. financiëel bereikbaar) logies te vinden. Lukt dit niet, dan denk ik, door de my áángeboden bemiddeling van onze oude vrienden te Flins (Seine-et-Oise)Ga naar eindnoot2 een geschikt onderdak te vinden. Maar éérst moet ik weer op myn verhaal komen, en a.s. woensdag onzen uitstekenden docter en vriend raadplegen met betrekking tot myn lichamelyken toestand, die alles behalve bevredigend noch geruststellend is. Ik gevoel my uiterst àfgemat en grootendeels ontredderd. - Gister ben ik, voor de twééde en laatste maal, aan Kaya's graf geweest, waarop alléén haar naam: KAYA vermeld staat, zonder éénige andere aanduiding. Die arme, lieve Kaya, die haar heele leven lang, nóóit aan zichzelve heeft gedacht, en my nu heeft verlaten, my, een hulpeloos, reddeloos wrak voortaan. - Dag, lieve menschen!
Sandro
(Zeg aan Nord dat hy my niet meer naar St Roman schryft.) Binnenkort iets naders! |