menschen, en andere redactieleden (Mr Davids en Dr Alberts) my ook hun ingenomenheid met myn medewerking betuigd hebben, mòet ik wel tot de conclusie komen dat alleen gevoelens van jammerlyke solidariteit met kameraad Wiessing hun tegenwoordige houding ten mynen opzichte verklaren.
A propos van Wiessing:
Ingesloten vind je een stukje dat hy, ddo 30.1v.37 aan zyn vriend-en-geloofsgenoot Wynkoop stuurde, by wyze van protest tegen een vuilspuitery, aan myn adres, door laatstgenoemden kameraad in het Volksdagblad van verscheidene dagen daarvóór. W. verdedigt my daar - wel is waar anoniem om zich niet te compromitteeren in de oogen van de Party kornuiten! - tegen de imputatie van verkocht te zyn aan de ergste ‘Reactie’. Hy deed dit, trouwens, niet spontaan, maar pas nadat ik hem had geschreven dat ik, als W. dit lasterpraatje niet uitdrukkelyk introk, een klacht wegens smaadschrift en beleediging tegen hem zou indienen. Een looze bedreiging, maar die toch zyn (W's) stukje in het Volksdagblad tot resultaat had, een stukje waarin hy, zooals je ziet, my zoo'n beetje ‘neerhaalt’ als het gepersonifieerd onbegrip van ‘de arbeidersbeweging’, waar ik ‘als een blinde tegenaan liep’ en zoo ‘allerlei kwaad stichtte.’ Het was, destyds, niet de éérste maal (noch de éénige) dat hy my in het publiek te lyf ging, iets wat ik, te zynen opzichte, nooit heb gedaan. Ik heb hem toen natuurlyk gezegd wat ik van zyn pleidooi voor myn onomkoopbaarheid dacht, maar hem geen wrok nagedragen. Daarvoor hield ik toch te veel van hem en was hem te erkèntelyk voor zyn my (en óns) jarenlang betoonden vrienschap, dèstyds nog niet van ‘stoffelyken’ aard zooals de institutie van het ‘potje’. Denk eens aan, lieve menschen, plus minus een halve eeuw van intieme vriendschap! Per saldo hebben zyn wel-overwogen pogingen my, onder het pseudoniem R.J. Zoethout, te denigreeren en belachelyk te maken, my eerder bedroefd dan verbitterd.
Bygaand briefje van v. Oorschot, dat ik je ter-kennisneming toezend, en dat ik aan Reitsma terug moet sturen, zal je my wel willen retourneeren.
Wy hebben, in den loop der laatste paar maanden, twee keer bezoek gehad van Hollanders: Reitsma en zyn vriendin, die 24 uur in Toulon doorbrachten, en het echtpaar Turksma, uit Amsterdam, waarmee wy verleden jaar kennis hebben gemaakt. En wy verwachten begin augustus a.s. het bezoek van den voortreffelyken Sjoerd de Vry en zyn vrouw die hier ergens aan de kust, niet ver van Cannes, een halve maand van hun vacantie komen doorbrengen.