Brieven 1888-1961
(1997)–Alexander Cohen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 604]
| |
Aan H. KuijperToulon, 13.iv.'54
Lieve menschen,
Je als altyd hartelyke brief, Henk, met het daarbygaande artikeltje van ‘Kronkel’-Carmiggelt, een paar dagen geleden ontvangen.Ga naar eindnoot1 Merci! - Ik had dit knipsel al gekregen van Wiessing, met een vriendelyk woordje in margine, wat my verraste, want W, in zyn laatsten brief, had my zóó de mantel uitgeveegd, dat ik onderstelde niets meer van hem te zullen hooren, en ik, van myn kant, had óók besloten hem maar niet meer te antwoorden. Tot dusver heb ik my dan ook onthouden van verdere correspondentie met de Kerkstraat 461 maar ik denk W. nu toch even te bedanken voor de toezending ‘met veel liefs’ van het stukje in het Parool. (Dit tussch en jullie en my.) Ik ben toch bly, dat W. weer blyk van ‘toenadering’ heeft gegeven, want de onderstelde breuk tusschen hem en my - na 50 jaar!!! - was my toch ‘aan het hart’ gegaan, dat begrypen jelui wel. Kronkels stukje was wèl vriendelyk en aardig geschreven, maar óf het, zooals dat in Holland heet, ‘effect sorteeren’ zal, komt my twyfelachtig voor. Het aantal kranten waarin ik zou kunnen schryven, ik bedoel: die my zouden toestaan te schryven wat ik wil, is onvergelykelyk beperkt. Daar was nu de Groene, die twee bydragen van my opnam, maar my nu het stuk waarvan ik jelui een doorslagje stuurde, heeft geretourneerd. Ik was met dezen brief tot zóóver gekomen, toen ik, vanmorgen, onder aangeteekend couvert, inliggend epistel van Mr Dykstra ontving, dien je my wel zult willen terugsturen. D. had my niet vriendelyker kunnen schryven dan hy deed en zyn brief is zeker aanmoedigend wat het hem, voortaan, toezenden van copy mynerzyds betreft. Maar of nu, (entre nous gezegd) de bedoelde bydrage, getiteld: ‘Een voorbeeldige restitutie’, alléén daarom niet in de Groene is opgenomen omdat ze daar ‘geen bepaald Franco-phile, politieke inzichten’ hebben, komt my een beetje twyfelachtig voor. In myn stuk repte ik met geen woord van Franco, maar alleen van Spanje, onverschillig (zei ik) welk regiem daar heerscht, en ik bepleitte de restitutie van Gibraltar aan Spanje, met kracht van bezwaarlyk te ontzenuwen redenen. | |
[pagina 605]
| |
Voor de rest ben ik géén ‘Franco-phile’! Wèl vind ik dat de lui, die, uitdrukkelyk of stilzwygend (d.w.z. zonder protest van éénigen aard) alle door-en-önder Stalin bedreven gruwelen hebben goedgekeurd, hun mond hermetisch gesloten hebben te houden met betrekking tot de qualitatief minder wreede en quantitatief minder frequente oneindig minder slachtoffers makende euveldaden van het Franco-regiem. Ik denk dat het slot van het my geretourneerde artikel, waar ik herinner aan de al van Peter de Groote dagteekenende russische veroverings-politiek in de richting van het Westen, wel den doorslag zal hebben gegeven tot de ‘afwyzende beschikking’. Want vergis ik my niet, dan is de Groene, zonder misschien formeel crypto-communist te zyn, nog al moscovisch gezind, wat, overigens, voor my geen beletsel is daarin te schryven. Ik schryf overal waar men my de gelegenheid daartoe geeft, en neem my voor binnen kort weer een bydrage aan Mr Dykstra te zenden. Myn door de Groene geweigerd artikel heb ik nu, via Luger, - van wien ik sinds een kleine twee jaar niets had gehoord! - de Haagsche Post gestuurd, met dien verstande dat ik Luger verzocht heb dit stuk persoonlyk in handen te geven van den hoofdredacteur van de h.p. Mr Hiltermann. Ik wacht nu op L's antwoord en H's beschikking. Daar zou ik byna vergeten, Henk! je de ontvangst te berichten van de drie deeltjes ‘Zeven maanden concentratiekamp’, door Dr Hemelryk, die my uiterst belangwekkend voorkomen, maar die ik, tot nu toe door gebrek aan tyd, alleen maar heb kunnen doorbladeren.Ga naar eindnoot2 Maar ik zal die zéker van begin tot eind hebben gelezen wanneer wy jelui, over een week of zes nu (?), hier zullen zien, als daar nu, in godsnaam, maar weer niets tusschen komt. Wy hooren vóór dien tyd zeker nog wel iets van jelui, en ik kom dan met een (bepèrkt) ‘lystje van verlangens’ op de proppen, een zich tot weinige artikels bepalende opsomming van dingen die wy graag zouden hebben. In de eerste plaats - om die niet te vergeten! - een paar Lola (of Hola! -?) borsteltjes (te gebruiken by het bordenwasschen)Ga naar eindnoot3 zooals jelui, twee eeuwen geleden nu, er al voor Kaya hebt meegebracht, en die zy kostelyk vindt. Stien, je weet zeker wel wat ik bedoel! Ik kan, door de slytage, niet duidelyk meer zien welke naam daar op staat. Eigenlyk-gezegd ‘nieuws’ is hier niet. Met Kaya's oogen gaat het niet beter, maar in tegenstelling met haar volslagen pessimistischen indruk, ben ik overtuigd dat de ontwikkeling-ten-kwade van de kwaal aanmerkelyk vertraagd is door de sedert 18 maanden nu toegepaste medicatie. | |
[pagina 606]
| |
Maar haar gestel in het algeméén is niet bevredigend en daar zyn tyden dat ik my bezorgd maak daarover. Gelukkigerwyze is zy, den meesten tyd, opgewekt van humeur, en jelui bezoek zal haar ongetwyfeld opvrolyken. Wy hopen nu maar dat het weer, langen tyd aller-beroerdst, maar nu sedert een dag of wat, zonnig en warm, zich gedurende jelui bezoek behoorlyk zal gedragen, zoodat wy er met jelui eens ‘op uit’ kunnen gaan, wat ons, haar en my alléén, maar uiterst zelden gebeurt. Met alle, alle liefs van Kaya en my, en in de verwachting gauw weer van jelui te hooren.
Sandro
p.s. Waar ik Mr Dykstra's brief zonder dralen wil beantwoorden en die daartoe nóódig heb, sluit ik dien, ook om jelui niet langer op bericht van ons te laten wachten, toch maar niet in. Jelui leest hem hier wel. |
|