Brieven 1888-1961

Aan H. Kuijper

Toulon, 8.x.'51

Lieve menschen, - Ik heb tot vandaag - maandag - willen wachten met de mededeeling dat Henks 3-maandelyksche remise, waarvan het c.l. my verleden vrydag de aankomst heeft gemeld, in orde is ontvangen. Maar ik wil dit nu niet langer uitstellen, ofschoon ik verwacht had eerst iets van jelui te hooren, in antwoord op myn laatste twee epistels, een brief en een kaart, als ik my niet vergis. Wy zyn, Kaya en ik, altyd een beetje ongerust als wy een lange poos niets van jelui vernemen. En elke ‘poos’ zonder bericht uit de H.P.laan 25, komt ons lang voor. Toch geen van beiden ongesteld by jelui? - Tusschen 2 schryveryen en correspondenties in - ik ben op het moment bezig aan een brief a/d uitgever V.O., dien ik wil pogen over te halen tot het waagstuk een hereditie van myn boeken in het licht te geven - lees ik in Het Land van Herkomst, waarvan, voor my, die in Indië ben geweest, en, na zóóveel jaren, een brandende liefde voor deze landen blyf koesteren, een groote bekoring uitgaat. Ik weet niet hoe je te danken, beste Henk, voor de toezending van dit boek. En nu en dan, als ik op myn bed lig, waar het ± 1 1/2 kilo wegende L.v.H. niet te hanteeren is, neem ik een hap uit het my een week geleden door V.O. toegezonden deel 4 van M.t.B.s Verzameld Werk, waarin ik my verlustig¹. Een prachtmens, die Menno!

Dèr Mouws² werk, dat ik alleen nog maar doorbladerde, interesseert my ook sterk. Zyn gedichten hebben, voor my, een bizondere klank. Je hebt my wèl ‘getrakteerd’ op myn 87^ste vjd. Henk!

Kaya profiteert v/h milde weer - luw by dag, zacht regenend 's nachts - voor allerlei tuinarbeid: zaaien, spitten, verplanten, etc. - Zitten jelui al by de kachel? Wy gelukkig nog niet. De zon schynt vaak nog zoo fèl dat het in de veranda niet uit te houden is, en ik, als ik in niyn kamer die ook ons slaap-salet is, zit te schryven, het gordyn moet toe trekken. - Ik geloof vergeten te hebben jelui de ontvangst, via de

1 Menno ter Braak, Verzameld werk 4, Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1951. Dit deel bevat In gesprek met de vorigen, Douwes Dekker en Multatuli, De duivelskunstenaar, Verspreide artikelen, Critisch journaal, Beschouwingen van de toneelcriticus en Nagelaten werk.

2 Johan Andreas Dèr Mouw (Adwaita), Verzamelde werken, G.A. van Oorschot uitgever, Amsterdam 1947-1951, 7 dln. Victor E. van Vriesland bezorgde deze uitgave. Deel I en II (1947) bevatten Brahman I en II, deel III (1951) bevat de Nagelaten gedichten.

[p. 554]

W's, te berichten van allerlei voortreffelyks: kaas, rookspek, worst enz. Veel dank daarvoor en ook voor de toezending van de 3-maandelyksche ‘uitkeering’.

Met alle liefs van

Kaya en my, Sandro.

Laat nu toch gauw weer iets van jelui hooren!