Brieven 1888-1961
(1997)–Alexander Cohen– Auteursrechtelijk beschermdAan Charles BoostToulon, 1 september 1950. ‘Clos du Hérisson’, Chemin des Fours-a-Chaux, (Les Routes)
Zeer geachte heer Boost,
Myn dank voor uw vriendelyken brief en voor de daarin geuite waardeering voor myn werk. Wat my, met betrekking daartoe, pas kort geleden duidelyk is geworden, is, - zooals E. du Perron het in een van zyn brieven aan Menno ter Braak zegt - dat een schryver (die iets te zéggen heeft) altyd meer menschen bereikt dan hy heeft vermoed.Ga naar eindnoot1 Laat my, met het risico van ydelheid verdacht en beticht te worden, rondweg bekennen dat de bewyzen daarvan my groot genoegen doen. Ik heb sedert den aanvang van myn zgn. openbare leven, d.i. sedert ruim zestig jaar, uitsluitend geschreven ‘uit behoefte aan uiting, en zonder de minste hoop’ op verbetering van het menschdom, en myn des-betreffende belydenis is te vinden in de Paradox, myn een halve eeuw geleden te-water-gelaten [blad], van stuurboord en bakboord uit onpartydiglyk vurend op ‘rechtsch’ en ‘linksch’. Maar ik zou toch een te uitzonderlyk, te phenomenaal mensch moeten zyn als ik niet erkènde | |
[pagina 536]
| |
dat de door my beoogde noch verwachte waardeering, die my, na zoo langen tyd, te-beurt valt, my verheugt. Want alles wèl overwogen blykt daar uit dat ik niet geheel en al te vergééfsch heb geleefd, al is my ook, van voor de rèst vriendschappelyken, zéér vriendschappelyken kant,Ga naar eindnoot2 openlyk voor de voeten geworpen dat ik, door myn ‘onbegrip van de arbeidersbeweging’ - léés: myn onverzoenlyke afkeer van het bestiale, kannibaalsche communisme - ‘veel kwaad (heb) gesticht’. Verwyt dat ik als een uitnemend compliment beschouw, want als de impliciete erkenning van het feit dat ik my niet voor ‘niemendal uitgesloofd’ heb. In myn vorigen brief heb ik u myn dank betuigd voor de gulle aanvaarding van myn copy. Maar jammer voor my - hoewel volkomen begrypelyk, gegeven het wézen van Mandril! - dat er in dit maandblad geen plaats is voor bydragen van politieke strekking. Want het aantal kranten: dagbladen, wéékbladen en tydschriften, die artikels van myn hand zouden kunnen opnemen, is gegeven de lauwheid, de laksheid van een publiek, dat zich, grosso modo, voor weinig anders interesseert als voor sport, bioscopie, radio-gebabbel, politie-rapporten, schilderachtige moorden (met portret van de daders en van de slachtoffers!), het aantal, bedoel ik, van de voor myn copy toegankelyke organen der Openbare 3/eening, is uiterst beperkt. Hoe méér u dus van my opneemt, binnen de grenzen van het mogelyke, hoe méér u my verplicht ... om méér dan één reden. Wat een ontboezeming, vindt u niet Het spyt my oprechtelyk buiten staat te zyn u een ander en interessanter geschrift aan te bieden dan de brochure over Hankes Drielsma - Plemp van Duiveland. Van myn diverse boeken heb ik, behalve de aan myn vrouw toebehoorende, nog maar één exemplaar in myn bezit. Maar laat my hopen (zonder de-spuigaten-uitloopend optimisme!) dat er, ten-slotte, toch een uitgever zal worden opgedolven, bereid een hèr-editie van myn, uit den omloop verdwenen geschriften te riskeeren. Een exploitatie-werk waaraan myn vriend Kuyper reeds sedert geruimen tyd, tot nu toe zonder succes, al zyn vrye dagen besteedt. Myn dank nu ook voor uwe bemoeienissen in dezen. Wilt u myn groeten overbrengen aan den heer Carmiggelt, van wien u, in uw brief, spreekt, als van een eventueelen méde-hèr-pleitbezorger by mevrouw Blitz. Met de verzekering van myn vriendschappelykste gevoelens, t.à.v.
Alexandre Cohen. | |
[pagina 537]
| |
p.s. - Ja, wèl jammer dat u en ik niet een paar jaar éérder ‘epistolair’ kennis hebben gemaakt. Maar misschien brengt de eerstvolgende groote vacantie u, met uw missus, voor den twééden keer hierheen? Vous serez les très bien venus! 2de p.s. - Zoudt u, voor het geval dat u dit stuk opneemt, een paar correcties willen aanbrengen in Emile Berr'sGa naar eindnoot3 door my gecommenteerde ‘Kleinigheden’?Ga naar eindnoot4 Voici: blz. 1, regel 25 van boven, van myn copy staat: ‘waarvan geen drie’. Dit moet zyn: waarvan maar énkelen. En blz 1, regels 31 en 32 van boven, staat: ‘een peloton dreyfusards en een escouade “anti's”’. Dit moet zyn: ‘dreyfusards’ en ‘anti's’, met wèglating van de woorden: ‘een peloton’ en ‘een escouade’. 3de p.s. Nóg een verzoek, reeds uitgedrukt onder de copy, die ik, zoo mögelyk, gezét zou willen zien volgens de oude - m.i. redelyker dan de zgn. ‘vereenvoudigde’ - spelling. Kan dat? Merci d'avance! 4de p.s. - Wilt u de administratie van Mandril verzoeken my 3 ex. van het jongste augustus-nummer toe te zenden? Men gaf den heer Kuyper daar 3 ex. van het juli-nummer, die ik al had. Om post uit te sparen adresseer ik u dezen brief via den heer Kuyper. Ik bewonder uw van een kalm gemoed en een gerust geweten getuigend handschrift! |
|