Brieven 1888-1961
(1997)–Alexander Cohen– Auteursrechtelijk beschermdAan H. KuijperToulon, 7.x.'50
Lieve menschen,
Gauw even antwoord, beste Kuyper, op je brief ddo 2.x., en, om te beginnen, onzen dank voor de toezending van Stefan Zweigs boek.Ga naar eindnoot1 Wy waren niet thuis toen de brievenbesteller het kwam bezorgen, ik kon dus niet voor ontvangst van het pakje teekenen, en moest daarvoor naar de stad, my intusschen afvragend wie my wel uit Brussel een boek kon sturen. Wy zyn onmiddellyk, d.w.z. in den avond [na] ontvangst aan de lectuur begonnen, die eigenlyk pas interessant, | |
[pagina 538]
| |
en zelfs héél interessant wordt na blz 150 of daaromtrent, als hy het over Parys heeft en zyn verdere peregrinaties in Europa. In het begin v/zyn boek heeft hy het wat te veel over het leven, en de levens-geneugten van de weensche bourgeoisie, en de lezer krygt daar den indruk dat er, in Zweigs tyd, geen arme menschen waren. Zyn beschouwingen over de ‘sexualiteit’, zyn veel te lang uitgesponnen en daardoor vervelend. Maar na pag. 150 - en wy zyn nu tot pag. 212 - is het boek boeiend, en wy zyn bly het te hebben. Merci encore! Je wyze van beschikking over de 55 fl. van Mandril vind ik uitstekend, en ik hoop dat ze daar niet nalatig zullen zyn of my het bedoelde bedrag toezenden via een àndere bank dan het Crédit Lyonnais hier. Maar je zult hun dat zeker wel op het hart hebben gedrukt. Van Boost heb ik nog altyd niets gehoord. Direct, bedoel ik, en de hem gevraagde 2 ex. van het juli-nummer kreeg ik tot nu toe niet. Over een paar dagen, d.w.z. zoodra ik een beetje uit een heel drukke particuliere briefwisseling boven water zal zyn gekomen, ga ik een artikel schryven dat voor Mandril ‘als geknipt’ zal zyn. Ik zei je, geloof ik al, dat Winkler my een felicitatie-telegram had gestuurd, een wèl verrassende attentie, waarvoor ik, wat ik hem een paar dagen geleden geschreven heb, ‘gevoelig’ was. Maar, - heb ik hem gevraagd - als er dan, wat uit zyn telegram bleek, sympathie voor myn persoon by hem bestaat, en, overigens waardeering voor myn wyze van schryven, die hy ‘goed’ vond, waarom weigerde hy dan vrywel stelselmatig copy van myn hand op te nemen? Ik heb niet voor hem verzwegen - ik zou my bezwaard hebben gevoeld als ik dit wèl had gedaan! - dat ik jou, Henk, ‘deelgenoot’ heb gemaakt van myn oordeel over zyn hoofd-redactionneele wyze van doen te mynen opzichte. (Ik blyf hem, tot bewys van het tegendeel, voor een fatsoenlyk man houden, en verwacht - dit schreef ik hem óók - zyn beantwoording: ‘from a man to a man’, van myn brief.) Van Wiessing vernam ik, door een paar korte maar zeer hartelyke woorden, dat de byeenkomst ten-huize van Emons, - daar waren: Wiessing, Jo SpierGa naar eindnoot2 en hun respectieve dames - in den avond van 27 sept. heeft plaats gehad, maar ik weet nog niets van het resultaat der gevoerde besprekingen. Wat my spyt is dat jy daarby niet tegenwoordig hebt kunnen zyn. Want Wiessing, die al sedert een paar jaar pogingen doet een uitgever te vinden voor een beknotte hèr-editie van de Paradox, - voor een ‘integrale’ hérdruk heeft hy er geen kunnen ontdekken, en my-zèlf kan zoo'n verminkte weder-geboorte heel weinig scheelen! - | |
[pagina 539]
| |
WiessingGa naar eindnoot3, zeg ik, zal EmonsGa naar eindnoot4 gepolst hebben, over een door hèm, Emons, eventueel te storten waarborgsom voor een hèr-uitgave van de Paradox, waar jy gepleit zoudt hebben voor een herdruk van myn uit den omloop verdwenen boeken. Ik heb, in myn briefwisseling met Emons, natuurlyk van jou gesproken, en hy schreef my, ddo. 27 sept., o.m.: ‘Als de heer Kuyper by my komt (zyn adres is: Zonneheuvelweg 26, Oosterbeek) zal ik het er over hebben.’ Met ‘er’ bedoelt hy het ‘potje’, en aan het slot van zyn brief-de tweede! - zegt hy: ‘Wat er moet zyn om zonder schulden te maken het leven te kunnen houden, moét en zal er komen.’ Je weet, beste vriend Kuyper, dat ik Emons, van wiens nög-bestaan ik evenmin iets wist als hy, vóór Jo Spiers confidenties, van het myne, niets heb gevraagd. Ik heb hem zelfs, in myn antwoord op zyn éérsten brief, gezegd, dat wy er, dank zy het reeds bestaande ‘potje’, plus de ons door jullie geregeld toegezonden pakjes, konden ‘komen’. My is het vooral te doen om een hèruitgave van myn boeken. Merci voor de toezending van het september-nummer van Mandril. Zy geven daar heel uitgebreide stukken, langer, ongetwyfeld, - ik doel hier met name op het fragment van Anna Blaman,Ga naar eindnoot5 die ik een knappe schryfster vind! - dan Cricri. Dit in het voorbygaan opgemerkt, en zonder éénige nevenbedoeling. Misschien doet zich, te eeniger tyd, de gelegenheid voor dat aardige kind - Cricri bedoel ik - ergens anders onderdak te brengen. By manier van slot - houd je hart vast, Henk! - wéér een verzoek van dien lastpost in den ‘Clos du Hérisson’. Stuur my, - maar bekostig dit nu in godsnaam uit het aanstonds-overvloeiende potje!!! de Briefwisseling (van) Ter Braak-du Perron, uitgever: van Oorschot, prys (nog al redelyk, dunkt my) fl. 2.90. Ik ben daar sterk benieuwd naar. Hoeveel (eindelooze) maanden nog, vóór we jelui terùgzien, en wy weer aan het lachen en... ùitlachen gaan Hoe maken jelui het. Jy weer heelemaal in orde, Henk? En Stien Hier niets nieuws. Kaya maakt het vry wel, is, sedert een week of wat, minder vermoeid, en my teistert een onbarmhartige rhumatiek, wat niet lollig is. Alle liefs van ons beiden aan jelui beiden
C. Van Zoethout kregen we een prentkaart uit Noorwegen. Aardige vent! - Groet hem by gelegenheid van ons. |
|