Brieven 1888-1961
(1997)–Alexander Cohen– Auteursrechtelijk beschermdAan W. van RavesteynToulon, 6 februari '48
Beste Ravesteyn,
Hierby retourneer ik U, na afschrift te hebben genomen van Uw vriendelyk In Memoriam de Paradox, en van het 1/2-Hoofdredactioneele kattebelletje geteekend P.E. Eldering, dat U in kennis stelde van haar weigering Uw door Wiessing met instemming geaccepteerde artikel op te nemen, deze beide documenten. Een paar dagen geleden ontving ik myn photo terug, plus het ddo 29 januari geposte, 15 januari gedagteekende briefje, dat ik hier copieer: ‘Zeer geachte Heer Cohen - Het spyt my zeer, U hierby de foto, die U zo vriendelyk was aan ons ter reproductie af te staan, te moeten retourneren. De redactie heeft nl. nadat de Heer Wiessing U reeds om deze foto gevraagd had, besloten het artikel van den Heer van Ravesteyn niet op te nemen. Dit besluit sloeg niet op de inhoud. Integendeel (sic!), wy hadden deze aan U en Uw blad gewyde herdenking graag | |
[pagina 499]
| |
(resic!) opgenomen. Onze weigering sloeg op het feit, dat Dr van Ravesteyn ook als medewerker van het blad Elsevier optreedt. Wy hebben de brief, die U in Uw brief meezond, aan den Heer Wiessing doorgestuurd. Hy was op dat moment reeds ‘onder zeil’ en wy hebben net bericht ontvangen, dat hy de 22e Januari in Los Angeles aan land is gegaan. Wy zyn zeer benieuwd naar zyn verdere reisavonturen.’ Op 15 januari - datum van dagteekening van dit briefje - had Mr Petra E. Eldering juist Uw brief van 13.1.'48 ontvangen, waarop zy, in haar antwoord ddo 22.1., doelt, en waar uit haar gebleken was dat U door my in kennis waart gesteld van Wiessings impliciete acceptatie van Uw stuk over de Paradox. Zy was toen precies sedert een maand in het bezit van myn photo, die zy my misschien niet zou hebben geretourneerd maar by het overige politie-materiaal van de Party gevoegd (ten fine van reproductie, bv., in het Internationale Party-Album van Fascistische Misdadigers), indien de toezending, op Wiessings verzoek, van dit portret, ‘entre nous’, d.w.z. tusschen my en de redactie van de V.K. was gebleven. Nù, gegeven Uw haar bekend geworden medeweten, ging dit niet en moest ik in den waan worden gebracht dat de retourzending, hoewel een poos vertraagd, toch spontaan was geschied. Maar wat doet dat stomme wyf? Zy antidateert haar briefje aan my 15 januari en deelt my aan het slot daarvan mede dat zy ‘net bericht ontvangen’ heeft van Wiessings ontscheping in Los Angeles op 22 januari!!! Alles aan het bolsjewistische racaille is onbetrouwbaarheid en onhandige bedriegelykheid. En dan de styl van dat mensch! Uw brief ddo 24 januari aan Mr Petra is helemaal ‘dans le ton qui s'impose’ en zy kan het er mee doen. Drukt het woord ‘aarzeling’ inderdaad ‘een zekere beweging met een niet te noemen lichaamsdeel’ uit? Ik wist dit niet, maar vond het amusant. Bizònder veel genoegen deed my het memoreeren in uw stuk van myn artikel over de Koningin gedurende haar bezoek in Parys in 1912.Ga naar eindnoot1 Of ik een ‘vertrouwd adres’ heb in Marseille, waarheen u ons, per boot van Rotterdam - ‘aux bons soins’, vermoed ik, van een der opvarenden? - eenige victualiën zoudt kunnen zenden? Neen, maar ik zal daar naar informeeren by een van onze goede kennissen hier, een commergant die vaak naar Marseille gaat. Uw beider hartelyk aanbod heeft ons zeer getroffen. Maar wat zoudt u, zonder in moeilykheden te raken - want de uitvoer van levensmiddelen zal in Holland zeker niet vry zyn, denk ik - wat zoudt u ons kunnen sturen? Het liefst zouden wy een kleine hoeveelheid thee, een brok kaas en een paar zwarte | |
[pagina 500]
| |
roggebroodjes ontvangen. Je ne vois guère autre chose! Zoodra ik een betrouwbaar adres hèb - als ik dat tenminste kryg - zal ik u dat laten weten. Lieve menschen, als ik maar wérk had, dan zou dit alles niet noodig zyn... Maar helaas! A propos dààrvan: Zoudt u my niet het redactie-adres willen opgeven van De Linie? Ik ken dit blad niet, zag er nooit een exemplaar van, maar in de Vrye (o! zoo vrye!) Katheder zag ik het vermeld als een militant catholiek orgaan. My kan het volstrekt niet scheelen waar ik schryf, als men my maar laat zeggen wat ik wil. En als ik in de catholieke Linie de roode kannibalen te-lyf kan gaan, dan doe ik dat, zonder de geringste schroom! Over een paar dagen denk ik Mr Petra E. Eldering van antwoord te dienen. Zy zou wys gedaan hebben my myn photo te retourneeren zònder uitleggingen en zònder betuiging van ‘spyt’ wegens het niet-plaatsen van uw artikel. Ik zou haar dan niets te zeggen hebben gehad. Maar nù zal zy er ‘van langs’ krygen. En natuurlyk ontvangt gy copy van myn ‘accusé de réception’ aan dat schepsel. Vandaag voel ik my een beetje slap, i.e. niet venynig genoeg om de rood-jezuïtische 1/2-Hoofdredacteur van de V.K. te grazen te nemen. Mais elle n'aura rien perdu pour attendre. (De roode jezuïten zyn de ergsten!) Met heel veel vriendelyks t.à.v.
Alexandre Cohen
Mag ik u en uw missus de inliggende photo - retour van de Keizersgracht 520, Amsterdam - aanbieden? Ik bezit er géén van meer recenten datum. |
|