Brieven 1888-1961
(1997)–Alexander Cohen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 490]
| |
Aan W. van RavesteynToulon, 10 october 1947
Waarde Ravesteyn,
Na verloop van twee maanden - uw laatste brief is van 5 augustus - wordt het tyd dat ik weer eens een signe de vie geeft. Want ik lééf nog - lééf nog altyd met klemtoonteekens! - en ‘vierde’, wat een manier van spréken is, op 27 ultimo myn 83ste geboortedag. En den dag daarna, 28 sept., dien van myn vrouw die toen 76 is geworden. Een tweevoudige herdenking dus, zonder melancholie wegens ons ‘vergevorderd seizoen’. Het was mooi, zonnig weer, de boomen groen, de hemel blauw - NurksGa naar eindnoot1, herinnert gy u?, verlangde het omgekeerd: ‘de hemel groen, de boomen blauw’ - wy hadden een gast, een aardige, exceptioneel-nièt-styve, engelsche old spinster, die veel boeken heeft en ons die leent,Ga naar voetnoot* en wy aten, onder een óók uitzonderlyk goed glas wyn, een homebred - maar natuurlyk nièt in huis om het leven gebrachte - eendvogel. Wy haalden, d.w.z. myn vrouw en ik, herinneringen op uit onze onvergeetlyk-nare londensche ballingschap, wy zongen, met ons drieën, oude engelsche en fransche liedjes, wy lachten, en wy vergaten, gedurende een paar uren, de afschuwelykheid, de wreedheid, de meedogenloosheid, de bestialiteit, de hopelooze verdwazing - alles by elkaar de ‘ignominia’ - van den vervloekten tyd waarin wy leven, en die my, wegens de generalisatie, de veralgemééning van de communistische Terreur, zonder voorbeeld lykt in de Geschiedenis! Want wat zyn de phasen, en de peripetieën, van Rome's ondergang - Jean Lombard's ‘Agonie’,Ga naar eindnoot2 waarvan u onlangs sprak - vergeleken by het nu in héél oostelyk Europa al heerschende, en heel wèstelyk Europa zoo ernstig bedreigende Schrikbewind? Kent u deze strophe van Baudelaire's poeem ‘Le Voyage’: Le bourreau qui jouit, le martyr qui sanglote,
La fête qu'assaisonne et parfume le sang,
| |
[pagina 491]
| |
Le poison du pouvoir énervant le despote
Et le peuple amoureux du fouet abrutissant.Ga naar eindnoot3
(Onderstreeping van den laatsten versregel - vry vertaald: ‘'t Verstompte volk dat hunkert naar de zweep’ - door my.) En dat is juist het ergste, het ontzèttende! De volken, misleid aan den éénen kant door verblinde dweepers - voor het grootste deel zich miskend wanende, en daardoor verbitterde mislukkelingen - aan den ànderen door volslagen amoreele, heerschzuchtige gelukzoekers, hygen naar de zweep, die hun niet gespaard zal worden. (Ik bied geen weerstand aan de verzoeking de, u misschien niet te binnen schietende, slot-strophe van ‘Le Voyage’ af te schryven O Mort, vieux capitaine, il est temps! levons l'ancre!
Ce pays nous ennuie, ó Mort! Appareillons!
Si le ciel et la mer sont noirs comme de l'encre,
Nos coeurs que tu connais sont remplis de rayons!
Verse-nous ton poison pour qu'il nous réconforte!
Nous voulons, tant ce feu nous brule le cerveau,
Plonger au fond du gouffre, Enfer ou Ciel, qu'importe?
Au fond de l'Inconnu pour trouver du nouveau!Ga naar eindnoot4
Helaas! myn hart is nièt ‘rempli de rayons’ - het uwe vermoedelyk evenmin? - en ik verwacht, óók helaas, nièt dat er in het ‘Onbekende’ iets ‘nieuws’ te vinden zal zyn.) Maar laat my uw brief weer opnemen! ‘Een obsessie’ by my, vóór my, het stalinisme, dunkt u, en gy zegt dit ‘volkomen te kunnen begrypen’. Beste kerel!, ik betwyfel, wat dit bizòndere geval aangaat, de volkomenheid van uw, in het algeméén zeker uitgestrekte ‘faculté de compréhension’. Daarvoor zoudt gy, in de éérste plaats, de hartstochtelyke mensch moeten zyn, die ik, in weerwil van de jaren, ben gebléven - gy zult my wel op myn woord willen gelooven als ik zeg dat ik hartstochtelykheid niet als een superioriteit beschouw... maar ook niet als een inferioriteit! - en, in de twééde, dienen te leven in het milieu waarin wy, zonder ook maar de geringste hoop op ontkoming, de rest van ons bestaan te slyten zullen hebben. Gy, in uw rotterdamsche ‘ivoren toren’, komt, vermoed ik, niet in aanraking met het soort van Gesindel dat ons hier, zonder verpoozing, schrynend tegen het lyf schuurt. Gy hebt, buitenshuis, de ignobele | |
[pagina 492]
| |
gesprekken en confidenties niet aan te hooren - op straat, in trams, autobussen etc., - van een, door de communistische Leer en de communistische practyken gebestialiseerd proletariaat, dag-in dag-uit gevoederd mèt en vergiftigd dóór moorddadige drogredenen, en dat, zichzelf ‘vry’-wanende slaaf, niets anders ambieert dan het onbelemmerd uitoefenen van geweld en dwingelandy. Eerzucht die volkomen klopt met de definitie, die ik - sedert dien door het verloop der gebeurtenissen tot ‘ziener’ gestempeld - precies twintig jaar geleden, in een Telegraafartikel, gaf van de ‘Tirannie-van-ònder, het despotisme van het monster MeerderheidGa naar voetnoot*, ondragelyker, onduldbaar der, hatelyker dan óóit theocratie, autocratie of aristocratie ter-wereld waren. Een dwingelandy van elk uur, van elke minuut, van elken ademtocht, die in ons leven invreet als vitriool, en ons bestaan maakt tot een hèl, een Gehenna van afgunst, van wantrouwen, van verdenking en denunciatie, van mateloos, toomeloos en zinneloos geweld.’ En is dit ook niet, in één enkele alinea, de quintessence van Kravchenko's ontzèttend, maar my niets bevréémdends onthullend boek: I chose Freedom,Ga naar eindnoot5 met betrekking waartoe, voor zoo ver myn informatie strekt, de internationale communistische pers bizònder discreet is. Wy leven hier in een maalstroom van bolsjewistische duivelary, die, gegeven de lendenlamme erbarmelykheid van onze ‘regeering’ - een nonentity! - heel Frankryk dreigt mee te sleepen in haar doodelyke kolking, en er, in een kwart-eeuw tyds, in geslaagd is een groot gedeelte van het onbetwistbaar begaafdste volk ter-wereld tot een redelooze, brute horde te maken. Om u een benaderend begrip te geven van deze moreele verwording: Gedurende het proces van PétainGa naar eindnoot6 geheel vrywillig naar Frankryk teruggekeerd, via Zwitserland waar hy had kunnen blyven! - klampten ‘zu Hyanen gewordenen Weiber’Ga naar eindnoot7, opgezweept door het communistische racaille, de menschen op straat aan met de half-overredende, halfdreigende uitnoodiging hun handteekening te zetten op petities aan het adres van Pétains ‘rechters’ - allen, zònder uitzondering, fanatieke, politieke vyanden van den ‘verrader’, die hun het gras voor de voeten weggemaaid, of, béter gezegd, het hooi uit de ruif weggenomen had! - verzoekschriften strekkend tot het ter-dood-doen-veroordeelen van | |
[pagina 493]
| |
den beschuldigde... ‘Monsieur!, madame!, ne voulez-vous pas signer (sic), la condamnation a mort de Pétain?’ Alsof de ignobele, uit de politieke en judiciaire beerput byeengerakelde Cour de Justice, met haar Hermann's,Ga naar eindnoot8 haar Fouquier-Tinville's,Ga naar eindnoot9 haar HébertsGa naar eindnoot10 e.t.q. induodecimo, dergelyke aansporingen behoefden, om, door het veroordeelen van den maarschalk - ‘ce pelé, ce galeux dont nous vint tout le mal’ de onbetwistbaar-authentieke bewerkers van en aansprakelyken vóór de catastrophe, de ontwapenaars (materieel en moreel!), de émasculateurs, de plunderaars en overige ‘naufrageurs’ van dit rampzalige land te ontsmetten en weer in het zadel te helpen. Met dit gevolg dat de Blums, de Herriots, de ReynaudsGa naar eindnoot11 en overige bezinksels van de Derde Republiek weer het hoogste woord voeren in de Vierde, waarvan de corruptie, dagteekenend van haar vermaledyde geboorte, alles overtreft wat haar onmiddellyke voorgangster op dit gebied gepresteerd heeft. Nulla dies sine...Ga naar eindnoot12 schandaal, dat, na een kort oogenblik een straal slyk te hebben opgespat, met wederkeerige instemming van de, elk op haar beurt gecompromitteerde politieke partyen, en onder het vaderlyk toezicht van de regeering, gesmoord wordt. Dank Onzen Lieven Heer op uw bloote knieën, man!, dat het, in het land waar gy leeft, en in weerwil van al wat u daar mishaagt, toch oneindig fatsoenlyker toegaat - ‘fatsoenlyk’ in den zin van decent! - dan hier. Voordeel en superioriteit, onbetwistbaar voor een goed deel toe te schryven aan het feit van de monarchie de slinger in het uurwerk! - die, hoe bepèrkt ook... veel te beperkt naar myn zin, de schunnige, heethongerige, onderlinge competitie van de politieke bende-hoofden tot op zekere hoogte uitsluit. Voor het ‘Waarom jy en waarom ik niet?’, aan het adres van het hoofd van den Staat - lang niet altyd een mediocriteit, of een onbeduidendheid, en in de mééste gevallen opgeleid voor zyn (of haar) functies - is geen plaats in een monarchie. Dat is altyd zóóveel gewonnen, ook al was er niets anders. (Zie Italië, dat pas de republiek heeft opgeloopen, en waar nu elke drie maanden, of binnen korter tyd nog, een ander, nieuw of half-sleetsch Party-condottiere, zyn voorganger op-zy duwend, de demokratzigrepublikeinsche k.kstoel bestygt.) (Eén uur van demokratzigheid kan maken dat men jaren schreit!)Ga naar eindnoot13 Gy schynt iets te verwachten van de Gaulle. Ik weinig of niets! Zyn radio-toespraken, waarin hy zyn dwalingen erkent, zyn, wat den inhoud zoowel als den vorm aangaat, uitstekend. Geen woord te veel, geen woord te weinig, en èlk woord op zyn plaats. Maar ik vrees dat hy | |
[pagina 494]
| |
te laat komt met zyn peccavü, zyn denunciaties van het communistisch verraad, en zyn onomwonden, onverschrokken oorlogs-verklaring aan de communistische landverraders. Zyn houding, wat dit aangaat, is heel wat moediger dan die van Blum, die nog geen drie maanden geleden - ik weet niet of hy dit nóg doet - Stalins zeloten, onveranderlyk qualificeerde als ‘nos camarades communistes’! Maar, nóg eens, de Gaulle komt, vrees ik, te laat. Trop tard le tonnerre! Hy had, op het tydstip van de ‘libération’, de macht in handen, en hy zou het heele land met zich méé hebben gehad als hy toen het communistische canaille den kop had ingedrukt. In de plaats daarvan heeft hy ons opnieuw de doodelyke strop van een verbond met Sovièt-RuslandGa naar eindnoot14 om den hals gelegd, en een half-dozyn communisten, waaronder de deserteur ThorezGa naar eindnoot15, tot ministers gemaakt!!! Aan hém heeft de Parti Communiste Français héél wat van haar prestige te danken! Over de Gaulle's hardnekkige, vermoedelyk door eerzucht ingegeven weigering, zich, gedurende de bezetting, te verstaan met maarschalk Pétain, die hem, achter den rug van den vyand, by herhaling de hand heeft toegestoken, is ook veel te zeggen. Ik wil my, voor het tegenwoordige, bepalen tot de opmerking dat een daadwerkelyke verstandhouding tusschen hem en den maarschalk Frankryk vermoedelyk veel rampspoed had kunnen besparen, en de ontruiming bespoedigen, zonder tal van onnodige verwoestingen, met name in Normandië. Maar laat my, voor het oogenblik het verleden het verleden latend, iets zeggen naar aanleiding van de op-handen-zynde gebeurtenissen en gebeurlykhéden. Op 19 dezer dan hebben wy de gemeenteraads-verkiezingen,Ga naar eindnoot16 en ik denk dat de ‘Moscoutaires’ daarby veeren zullen laten en nog al wat mairies verliezen. Want als gevolg van de Gaulle's optreden, zullen, vermoedelyk, een groot aantal kiezers, die uit laksheid, uit onverschilligheid of om welke àndere redenen ook, tot nu toe thuis bleven by al de referendums en ‘consultations nationales’ van het tegenwoordige régime, en, zoodoende, de nièt-thuisblyvende bolsjewichten aan gemakkelyke overwinningen hielpen, dézen keer hun ‘devoir civique’ vervullend, op de candidaten van de G's R(assemblement) du P(euple) F(rangais) stemmen. De gebeurtenissen in de door Moscou onmiddellyk geknechte, oost-europeesche landen: Polen, Hongarye, Rumenië, Yougo-Slavië, Bulgarye; de executie, in laatstgenoemd land, van PetkovGa naar eindnoot17 (op last van Stalins zetbaas Dimitroff,Ga naar eindnoot18 die, een jaar of wat geleden, zyn leven te danken heeft gehad aan de protesten en de pressie van | |
[pagina 495]
| |
heel de niet-duitsche wereld) en, nù pas, de weder-geboorte, de Opstanding, van de schyndoode Komintern, dit alles zal, naar ik, zonder al te optimistische verwachtingen, hoop, velen de oogen doen opengaan. Ainsi soit-il! Want het Monster is in aantocht! Gy zult my, by de lezing van dit epistel, wel weer zien als de ‘Razende Roland’, die ik in uw oogen altyd geweest ben, en zooals u my, in een van uw éérste brieven, qualificeert. En ook - ik citeer uw laatsten - als ‘nog de anarchist der jaren 90’. Waarom nièt? Cogito, ergo sum.Ga naar eindnoot19 Ik raas, dus ik leef! (Waarmee ik niet wil zeggen dat al de bezadigden nièt leven). En waaróm zou ik myn aangeboren anarchistisch temperament, en myn individualisme, verloochenen in een tydperk van massale verdierlyking? Kent u Clemenceau's aphorisme: ‘Celui qui entre dix-huit et trente ans, n'a pas été anarchiste n'a pas vécu!’Ga naar eindnoot20 Ik ben het wat langer dan tot myn 30ste jaar gebleven, en zie, in weerwil van myn boutade op blzn. 14-15 van de Paradox (no 1, 6 november 1897), minder dan óóit aanleiding de anarchistische wereld-beschouwing den bons te geven en te vervangen door een àndere. (A propos van de Paradox! Indien gy, zooals gy zegt te willen doen, hetzy in Elsevier, hetzy ergens anders, het van-stapel-laten van myn brander, op 6 november 1897, memoreert, mag ik dan een ex. ontvangen van het blad in questie?) Daar zyn, zegtu, ‘geen anarchisten meer’? Jammer genoeg! En ik ben een ‘survival’? Granted... met iets als trots! ‘Et s'il n'en reste qu'un, je serai celui-la!’ Voor de rèst ambieer ik niets dan de roep - by leven en dood! - een vechter te zyn geweest, een polemist (= oorlogvoerder), die den stryd heeft liefgehad ter-wille van den stryd. En honni soit qui mal y pense!Ga naar eindnoot21 (Is het wel noodig u te zeggen dat ik u niet rangschik onder de ‘mal pensants’?Ga naar voetnoot*) (Natúúrlyk moest het Darkness at Noon zyn en nièt at Night zooals ik schreef.) Ja, wy hebben het hier ook ontzettend heet gehad, dezen zomer, maar wy kunnen er vry goed tegen, ofschoon myn asthma - een kwaal waaraan ik al lange jaren lyd - my dan wel erg vermoeit. | |
[pagina 496]
| |
Hoe maakt uw vrouw het sedert de verkoeling van de temperatuur? Weer beter? Met ons beider hartelyke groeten t.t.
Alexandre Cohen |
|