Brieven 1888-1961
(1997)–Alexander Cohen– Auteursrechtelijk beschermdAan W. van RavesteynToulon (Var), 29.vi.'39.
Waarde Heer van Ravesteyn,
Uw in dank door my ontvangen voordracht-brochure over de ‘Internationale spanning van het oogenblik’, heb ik met groote belangstelling gelezen en hèrlezen. En ik ben, voornamelyk door Uw impliciete instemming met de door U weergegeven aanhalingen van Sauerbruch,Ga naar eindnoot1 Stephen Spender,Ga naar eindnoot2 van BeuningenGa naar eindnoot3 en Rauschning,Ga naar eindnoot4 tot de conclusie gekomen - is het een verkeerde? - dat U, hoewel onze politieke opvattingen en sympathieën sterk uiteenloopen en zelfs vaak diametraal tegen elkaar indruischen, voor het heil, i.e. het geluk der menschheid al even weinig als ik-zèlf verwacht van den niet-te-keeren of in-te-dyken ‘Vooruitgang’. | |
[pagina 419]
| |
Wilt U, by manier van voorbehoud of verzachting, het qualificatief: technische onafscheidelyk verbonden houden aan het substantief: vooruitgang, dan is my dat goed. Maar dan dringt zich by my de vraag op - een vraag waarop ik, door de ervaring wys geworden, geen antwoord Uwerzyds verwacht! -: Waar bespeurt U, in 's hemelsnaam een anderen ‘Vooruitgang’ dan een technischen??? Een verstandelyken? De massa, over heel het ‘beschaafde’ aardryk, is stommer en stompzinniger dan zy in éénig niet praehistorisch en dus min of meer contrôleerbaar tydperk der Geschiedenis is geweest, met name in de zoo fel gesmade middeneeuwen, waarvan de techniek - Sauerbruch, door U geresumeerd, dixit - ‘aan de religieuze en geloovige verlangens’ der menschen ‘op de schoonste wyze uitdrukking vermocht te geven’. Een moréélen? De verbeestelyking neemt met den dag toe, en nièt alleen in de dictatoriaal-beheerschte landen met hun ‘peuple(s) amoureux du fouet abrutissant’ (Baudelaire: Le Voyage).Ga naar eindnoot5 Een gééstelyken? Risum teneatis?Ga naar eindnoot6 Nee! nee! Het menschdom heeft zyn schoonste toekomst onherroepelyk achter den rug! En, laat my het beamen, sedert anderhalve eeuw van ongebreidelden ‘vooruitgang’, heeft de techniek den menschelyken geest ‘verkracht en den mensch (zelf) tot een slaaf van zuiver machinalen arbeid en een gemechaniseerde wereldbeschouwing gemaakt’. ‘Juist myn idee’! De revanche van de stof op den geest, die ik, zonder op den dapperen en verdienstelyken Sauerbruch te wachten, precies 20 jaar geleden constateerde en betreurde in een Telegraaf-artikel: ‘Pleidooi voor het Verleden’ (en voor de techniek van het Verleden), opgenomen in den bundel: Uitingen van een reactionnair,blzn. 64-67. Kan ik iets anders onderstellen dan een volledige instemming Uwerzyds met Spender's, door U óók geresumeerd bevind van zaken: dat ‘onze wereld, vergeleken met de Middeleeuwen, een soort van Inferno of Purgatorio is geworden’? En wat te concludeeren uit Uw kreet van vertwyfeling: ‘De oorzaken (van de algemeene bestialisatie?): Ach, gy kent ze; ze zyn talryk. Ik hoef er slechts eenige te noemen: de ineenstorting der oude moralen en geloofsvoorstellingen, een geautoriseerde moorden vernielingsperiode van vier jaar en langer; de demoralisatie der jeugd.’ Mais tout cecr. de moorden vernielingstheorieën en de demoralisatie der jeugd, i.e. der toekomstige volwassenen, résulte de cela: de ineenstorting der oude moralen en geloofsvoorstellingen, die U schynt te betreuren even als ik dit doe, hoewel wy beiden ongeloovigen zyn. | |
[pagina 420]
| |
Hoe een man als U in de democratie, anders gezegd de plebocratie, het red-en-heilmiddel kan zien, is my een ondoorgrondelyk mysterie! (Ik behoef my zeker niet te verdedigen tegen de verdenking van ook maar de geringste sympathie te koesteren voor het ignobele, demonische nazisme.Ga naar eindnoota Pas plus d'ailleurs, qu'à l'égard du communisme. Ik aanvaard, eenvoudigweg, het dilemma: dit of dat, nazisme of communisme, niet!Ga naar eindnootb Ni l'un, ni l'autre!) Ik zou, naar aanleiding van Uw uiterst interessante verhandeling, vooral ook n.a. van de laatste bladzyden: over den spaanschen burgeroorlog: ‘1 millioen 200.000 slachtoffers’ - allen aan den kant der onschuldige ‘rooden’, die, in tegenstelling met de barbaarsche nationalisten van Franco, hun bommen, óók op onversterkte steden, met suikererwten laadden in plaats van met schroot? - ik zou, zeg ik, nog bladzyden vol kunnen tikken over deze brochure. Maar waartoe zou dit dienen? Ik kryg tóch geen antwoord op myn argumentaties, of wel een antwoord a cóté! Ik lees in een, door de Nieuwe Eeuw van 25 mei overgenomen artikel van P.H. Ritter jr., dat ter Braak en Vestdyk, respectievelyk letterkundige critici van het Vaderland en de n.r.c als zoodanig zyn ‘uitgetreden’.Ga naar eindnoot7 Uitstekend artikel, waarin de ‘dictatuur van het gemiddelde’, die den scepter zwaait in de toonaangevende, nederlandsche dagbladpers, naar behooren wordt gebrandmerkt. Wat een helden, die krantendirecteuren! Plat op hun vetbuiken voor hun lezers! Bah! Maar hoe zyn deze ‘uittredingen’ in het werk gegaan? Hebben ter Braak en Vestdyk ontslag genomen omdat men hun geen vryheid van oordeel en beoordeeling liet, of zyn zy, wegens verregaande onafhankelykheid, eenvoudigweg overboord gezet? Wat weet U daarvan? Van de n.r.c, die ik sedert jaar en dag te-lyf ben gegaan, verwondert my géén viezigheid. En geen lafheid! A propos van een anderen ex-medewerker aan dat ‘groote, liberale orgaan’. Ik vernam, zooal niet van ‘aanzienlyke’ dan toch van uit de eerste hand ingelichte zyde, dat de gedweeë recensent, die, om by Nygh-von der Hoeven in het gevlei te komen, of te blyven, de laffe, anonieme beoordeelingen van myn boeken in de n.r.c schreef, niemand anders was dan de gewezen chef der letterkundige rubriek, Victor van Vriesland, een maand of wat geleden ‘eervol’ uit de Nieuw Rotterdamsche dienstbaarheid ontslagen en als hoofd-redacteur overgegaan naar de Groene.Ga naar eindnoot8 Wat een vent! En wat een held, deze dichter! Denk niet dat zyn ‘critieken’ my ook maar in het minst verbitterd hebben. Ik heb het altyd als een eer beschouwd door de N.R.C te worden ‘afgekamd’. En | |
[pagina 421]
| |
ik was zelfs zóó gesteld op het ‘Niedriger hangen!’ van de in dit blad verschenen critieken die voor 99% myn persoon betroffen en die allerfrappantst en aller-vermakelykst afstaken tegen de byna-algemeenheid der in andere kranten (en tydschriften) verschenen recensies, dat ik de uitgevers èn van In Opstand, èn van Van Anarchist tot Monarchist met nadruk heb verzocht de essentieele passages van de Nieuwrotterdamsche beoordeelingen óók in hun aanbiedings-prospectus op te nemen! Tot myn deceptie deden zy dit nièt, omdat zy, de een en de ander, ‘geen succès verwachtten van negatieve (bedoeld was: ongunstige) critiek.’ Jammer! Hoe maakt het Uw vrouw? Blyft de beterschap aanhouden? Met heel veel vriendelyks t.á.v.
Alexandre Cohen
Myn copy: vertaling van Swift's Directions to Servants en de vyf Kinderstudieën, acht ik in Uw bezit, en, via U, in handen van eventueele belangstellenden geraakt. Ik wacht nu maar af wat het geven, of nièt-geven zal. Ik erken dat de tyds-omstandigheden niet bizonder gunstig zyn voor uitgaven van dit genre. Voire van welk ander soort ook! De uitgevers zullen schuw zyn. Il y a de quoi! Afschuwelyke toestand! Arme wereld in het algeméén, en arm Holland, dat óók in doodsgevaar verkeert. |
|