Brieven 1888-1961
(1997)–Alexander Cohen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 400]
| |
Aan Julius PéeFlins-sur-Seine (S.-et-O.) 06.vii.'37
Zeer geachte Heer Pee,
Ik had U al lang geleden willen schryven, maar ik ben er, om allerlei redenen - o.a. door vertrek uit Toulon en een tydelyk verblyf hier, - niet toe gekomen. (Wy zyn niet definitief weg uit Toulon, waarheen wy, over een week of drie, terugkeeren, naar het oude adres!) Ook vandaag ontbreekt my de tyd voor het schryven van een lange brief. Maar naar aanleiding van de critiekGa naar eindnoot1 op uw boek in de n.r.c.! die ik U hierby retourneer, vraag ik Uw aandacht voor den ‘styl’ (si l'on peut dire!) van het in deze recensie gereproduceerde (door my met rood omhaalde) briefje,Ga naar eindnoot2 waarin M. erkent het eigendomsrecht op den Max Havelaar te hebben afgestaan aan van Lennep. Zeer blykbaar is dit briefje, waarin geen wóórd aan Multatuli's persoonlyken styl herinnert, het letterlyke afschrift van een hem ter onderteekening voorgelegden en min of meer opgedwongen tekst. - Wie herkent D.D.'s ‘patte’ in bewoordingen zooals deze: ‘gezegd werk’ (in plaats van ‘bedoeld’ werk!), ‘zynde de ondergeteekende daarvoor naar genoegen en volkomen voldaan.’ Voor my heeft D.D., die dit commercieeleGa naar eindnoot3 ‘charabia’ vermoedelyk overschreef en onderteekende met het mes op de keel, part noch deel aan de redactie van deze regels. En wat een bitterheid, wat een schamperheid in de óók al als belastings-argument tegen Dekker aangehaalden volzin: ‘Het boek behoort u; mag ik het vertalen?’.Ga naar eindnoot4 Dit is de kreet van een moraal - wederrechtelyk onteigende, een dépossédé à son coeur défendant! - Met, voor heden, veel vriendelyks, t.à.v.
Alexandre Cohen
Laat my by gelegenheid, eens hooren hoe U over deze ‘uitlegging’ denkt. - C. |
|