Brieven 1888-1961
(1997)–Alexander Cohen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 377]
| |
[Brieven 1937]Aan Jan EngelmanGa naar eindnoot1Toulon, 18 januari 1937.
Hooggeachte Heer Engelman,
Mag ik U, na lezing van Uw artikel: ‘Naar het einde?’, in het nummer van 7 januari, zeggen, dat de verdwyning van De Nieuwe Eeuw door my zou worden beschouwd en betreurd als een groot verlies voor de nederlandsche journalistiek?Ga naar eindnoot2 Laat my hieraan toevoegen dat ik my, was ik niet ‘plus pauvre que personne’, zeker zou abonneeren op een blad, waarvan het uitblyven - een vriend in Holland, zendt het my ongeregeld, by a-coups, toe! - door my altyd wordt gevoeld als een gemis... gewaarwording van leemte en leegte zoo goed als nooit in my opgewekt door de zeldzaamheid, voire de algeheele afwezigheid van andere hollandsche kranten in myn egels-verblyf. Met de meeste hoogschatting heb ik de eer te zyn
Uw dw. Alexandre Cohen
p.s. - Myn eerste deel Herinneringen (In Opstand) is in de N.E. ddo 11.viii.'32 onvriendelyk, en, m.i. niet geheel naar billykheid beoordeeld.Ga naar eindnoot3 Voor het tweede en laatste deel (Van Anarchist tot Monarchist), dat binnen kort verschynt, verwacht ik evenmin een gunstige recensie in het blad, noch in éénig ander catholiek orgaan. - N'importe! En U zult zeker wel willen gelooven dat, by het schryven van het bovenstaande, niets verder van myn bedoeling lag dan de toeleg by de N.E. of by haar medewerkers in het gevlei te komen.
C. |
|