Aan W. van Ravesteyn
Toulon, 24 augustus 1934.
Waarde Heer van Ravesteyn - In haast en daarom een kaart. Doe géén stappen by Querido, met wien ik, een jaar of wat geleden, overhoop heb gelegen. Hy had n.l. éérst aangenomen om als uitg. te fungeeren voor myn bundel Uitingen, wat hem, n.b. geen cent zou gekost hebben, waar ik het boek voor eigen rekening had laten drukken, en hy liet my op een laffe manier in den steek. Waarop ik, in een kort briefje, hem zyn ‘vet’ gaf. - Wat de Brusse's aangaat, die zullen, vrees ik, tè N. Rotterdamsch zyn. Daar kan ik, trouwens, ‘in komen’. - Maar laat my eens weten of De Stem naar uw oordeel, - U moogt er óók wel naar informeeren aan de S. zélf! - een fragment van my zou willen opnemen. - Dus de Nieuwe