Brieven 1888-1961
(1997)–Alexander Cohen– Auteursrechtelijk beschermdAan W. van RavesteynToulon, 29 july 1933
Geachte Heer van Ravesteyn,
Met deze zelfde post adresseer ik u, aangeteekend, een ex. van myn bundel: ‘Uitingen van een reactionnair’, in de éérste uitgave. Wilt dit aanvaarden als een betuiging van sympathie... van den Franschman in hart en nieren die ik ben, áan den francophile die ik u, in weerwil van uw internationalisme (?), presumeer te zyn. Vermoedelyk zult u, in deze verzameling van artikels, dingen vinden | |
[pagina 333]
| |
waarmee u het heelemaal niet ééns is, andere die u rondweg zullen stuiten, en, wie weet? verontwaardigen. Que voulez vous? Ik schryf zooals ik dénk, en in uw bespreking van ‘In Opstand’ hebt u bewezen géén ‘party-dogmaticus’ en géén ‘droogstoppel’ te zyn. U neemt my dus zooals ik bén! Het spreekt van zelf, dat ik geen oogenblik verwacht u dit boek, in zyn tegenwóórdigen vorm, i.e. zooals het, vier jaar geleden, verscheen, ergens te zien bespreken. Maar ik schreef, onmiddellyk na ontvangst van uw brief, aan myn uitgever, die zich, contractueel, verbonden heeft den bundel in een nieuw gewaad te steken, met dringend verzoek u ‘alsnog’, ter recensie, een exemplaar van de pseudo-tweede editie toe te zenden. Voldoet hy aan deze instructie, zie dan wat u doen kunt, in ‘Het Volk’, of waar anders ook. En is dit u mogelyk, d.w.z. komen myn reactionnaire ontboezemingen u niet volstrekt verwerpelyk, en dus on-aanbeveelbaar voor, maak dan een beetje propaganda voor den bundel by uw vrienden en kennissen, evenals voor ‘In Opstand’, dat, in weerwil van een, in het algemeen uitstekende critiek, heel slecht verkocht is. (Dit entre nous!) A propos van critiek: ingesloten, voor uw vermaak, gaat een recensie van de n.r.ct. De, natuurlyk anonieme, zyn meester Govert G. von der Hoeven wrekende schryver van dit stukje, de jonge heer Graadt van Roggen, jr., (zie blz. 18 onderaan, van ‘In Opstand’), behoort, vermoedelyk, tot de categorie van domestiekjes, waarvan ik op pag. 138 van hetzelfde boek, met gepaste waardeering spreek. U zult my, by gelegenheid, dit uitknipsel wel willen retourneeren. Van ‘In Opstand’ gesproken. Hebt u misschien kennis aan serieuse, en fatsoenlyke uitgevers, met een minimum van zedelyken moed? (Emm. Querido, met wien ik, een jaar of wat geleden, naar aanleiding van myn bundel U. v/e R. iets ‘gehad’ heb, kan niet in aanmerking komen. Hy had my beloofd dit boek, dat ik voor eigen rekening had laten drukken, uit te geven, en op het laatst draaide hy zich op een laffe manier er uit...) En zoudt u, onder deze heeren, er soms een kennen, eventueel geneigd om het twééde deel van myn herinneringen in het licht te geven? Er is geen dringende haast by, en u zoudt den tyd hebben. Ik schryf, nu en dan, als ik ‘in stemming’ ben, een paar bladzyden, en ben nog niet vér. Maar het zou my aangenaam zyn te wéten, dat er, als het zoover is, een uitgever zal zyn, bereid om het boek in den omloop te brengen. Laat my, voor het tegenwoordige, alleen maar weten, of u kans ziet dit phenomeen te ontdekken. | |
[pagina 334]
| |
Nu uw brief. Het spyt my dat u, wegens gebrek aan pecunia, geen vacantie in deze buurt kunt nemen. U bent arm, schreef u my laatst. Wy zyn dood-arm! Dit zal u wel niet verwonderen. Ik betaal de prys voor myn onafhankelykheid. Ik ben van de Telegraaf weggegaan, na zestien jaar, en zonder éénig vooruitzicht, omdat men my niet langer wilde laten schryven wat ik verkoos. En anders schryven doe ik niet. Maar genoeg over my-zelf. Ingesloten vindt u nog een paar advertenties van goedkooper villégiatures hier in het zuiden. Maar hoe het daar is weet ik niet. Hervé?Ga naar eindnoot1 Een dwaas! Een Tol' zeggen wy hier. Hy waant zich de nieuwe Bonaparte van een nieuwe consulaire republiek! Hy heeft 300 aanhangers, ruim geteld, en hy dénkt - te-goeder-trouw - hy is eerlyk, in den zin van niet-verkocht, en bona fide - dat het er 3 millioen zyn. Hy, of, beter gezegd, zyn krant, wordt gesubsidieerd door ryke catholieken, en moreel gesteund - houd uw buik vast - door de hooge catholieke geestelykheid, waaronder de kardinaal-aartsbisschop van Parys!Ga naar eindnoot2 Hy méént wat hy schryft, maar hy meent het veel te vaak. Ik bedoel: hy waait, voor zich zelven belangeloos, op alle successieve winden mee. Een Tol’! Geen mènsch, geen érnstig mensch, neemt Hervé au sérieux, en zyn krant - die, op zyn best, 5000 of 6000 ex. afdrukt en van tyd tot tyd op apegapen ligt - heeft géén invloed. De republiek, niet Hervé's ‘consulaire’, maar de république sans épithète, loopt op haar laatste, afgetrapte sloffen. Goddank! Het royalisme - de hollandsche kranten-correspondenten in Parys verzwygen dit, op last van hun broodheeren, denk ik, en het publiek in Holland wéét hier dus niets van! - het royalisme wint met den dag veld, in alle milieux, en niet het minst in de kringen van ontgoochelde en gedégouteerde republikeinen. Het quartjér-latin, dat ik, 40, 30 jaar geleden nog, republikeinsch, voire ‘socialisant’ (collectivistisch) gekend heb, is radicaal omgedraaid, en de royalistische beweging recruteert haar beste en hartstochtelykste aanhangers aan de medische, letterkundige en rechtskundige faculteiten. In Parys, zoowel als aan de provinciale universiteiten. Het onlangs te Parys gehouden diner van royalistische doctoren (artsen) telde ongeveer 700 (zevenhonderd) deelnemers! Dat in Bordeaux, ruim 300. Wist u daar iéts van? Myn royalisme? Ik ben niét royalist uit eerbied voor de instelling ‘koningschap’. (Is het wel noodig dit te zeggen?) Ik ben royalist omdat ik, in hart en nieren fransch bén, dénk, en voel uit realisme, en omdat het voortbestaan van de republiek onvereenigbaar is met het voort- | |
[pagina 335]
| |
bestaan van Frankryk. Myn keus is al làng gedaan, sedert ruim twintig jaar al: leve het koningschap - een koningschap met macht! - opdat Frankryk leve! Et crève la République!Ga naar eindnoot3 hoe eerder hoe liever. Voor dat het te laat en de oorlog daar is! By dezen wensch zal ik het voor vandaag laten. Met myn zeer vriendelyke groeten t.á.v.
Alexandre Cohen. |
|