Brieven 1888-1961

[Brieven 1907]

Aan Guusje Van Dongen

[Montpellier, 4 juli 1907.]

Beste jongens!

We zyn en tournee in de midi: Nimes, Aigues-Mortes, Montpellier, 't land van de wyn-crises.¹ Waarheid is dat we nog geen glas authentieke wyn ontmoet hebben. - Daag Guusjes, dag Keessie.

(Kaya-Alexandre)

1 Frankrijk beleefde in mei-juni 1907 een wijncrisis in de Midi. Overproduktie van wijn had teruglopende verkopen tot gevolg, die door de bevolking uitsluitend aan wijnfraude werden toegeschreven: a) het illegaal toevoegen van suiker aan de wijn, waardoor deze van betere kwaliteit wordt en b) het aanlengen, waardoor de produktie van sommige wijngaarden verveelvoudigde. Wekenlang werd op massademonstraties van de regering en het parlement een oplossing op korte termijn geëist. Toen de regering disciplinaire maatregelen trof tegen een regiment dat geweigerd had zich bij de ongeregeldheden te laten inzetten, traden de burgemeesters in de vier betrokken zuidelijke departementen en bloc af. Minister-president Clemenceau, tevens belast met de portefeuille van binnenlandse zaken, zei de demissionaire burgemeesters de wacht aan. Arrestaties van leden van het comité van wijnboeren volgden, waarop de bevolking barricades oprichtte. Clemenceau behaalde op 20 juni 1907 bij een stemming na een interpellatie over het regeringsbeleid een meerderheid in de kamer. Twee dagen later werd door de kamer een wet tegen de wijnfraude aangenomen, waarbij ook de verenigingen van wijnboeren een rol kregen.