de ontvangst berichtte van de vertaling van uw stuk, die ik ten uitvoer bracht op voorwaarden verre beneden die welke ik gewoonlyk voor dergelyken arbeid stel. En ook dat gy my niet in verlegenheid bracht door een hermetisch zwygen op myn herhaald schryven. Ik was duivelsch op u, herinnerde my de last met Ghetto enz. enz.
Myn boosheid is nu wèg. Ik schreef eergister aan Nieuwenhuis, met verzoek u eens aan te porren. Hielp dit niet dan verzocht ik hem in de v.s. een stukje van my op te nemen waarin ik naar uw adres vroeg, een informatie gerechtvaardigd door uw hardnekkig niet-antwoorden. Dit schryven aan D.N. spyt me nu wel een beetje - maar erken (niet aan my als ge dat niet wilt of kunt) maar in gemoede - dat myn verbittering gerechtvaardigd was.
Ik schryf - tegelyk met deze - een woordje aan D.N. om hem te zeggen dat hy niets in de krant zet en u ook niet schryft als hy dit nog niet deed. Afgesproken dus? In de Ie dagen van januari? n.l. eind der a.s. week?
Met vriendelijke groeten en sans rancune van myn kant,
t.t.
Alexander Cohen