Brieven 1888-1961
(1997)–Alexander Cohen– Auteursrechtelijk beschermdAan M. Douwes Dekker-Hamminck SchepelParis, le 10. 8bre 1900Ga naar eindnoot1
Beste Mevrouw,
Gebrek aan tyd alleen verhinderde my eerder te antwoorden op uw lief schryven v/d vorige week. Ik heb letterlyk geen tyd meer om adem te halen. Eerst van 's morgens 9 tot 12 uur aan de p.s.Ga naar eindnoot2 dan naar huis eten en dan weer de heele namiddag tot een uur of 5, 6, schryven, corrigeeren etc. Gister leverde ik de tweede herziene hercorrigeerde proef af van de préface, die my nog altyd niet bevalt. Er zyn wel goede gedeelten in, maar 't ensemble mishaagt me erg. Ik ben bly dat je dat niet met me eens bent en dat je dat ding wel goed, of ten minste, niet zoo slecht vind als ik. - Ik denk nu over een dag of 8 à 10, de 2e proef (de ‘opgemaakte’) te ontvangen van het deel zelf, en moet dan verifieeren of de door my aangebrachte correcties allemaal geeffectueerd geworden zyn. Ik denk dat het nog wel een maand of 6 weken duren zal voor 't deel verschynt. - Behalve voor de p.s. doe ik ook nu en dan nog wat voor andere kranten. Daar geef ik die copie die de p.s. te dom is om op te nemen. - Ik stuurde je tot nu toe geen enkel ex. van de p.s. om de eenvoudige reden dat er niets intelligents in die krant staat. Ik ben daar dan ook heelemaal geïsoleerd, spreek met niemand en voel dat ze me oogenblikkelyk zouden loozen als ze me konden vervangen. Maar dat kunnen ze moeilyk van wege myn polyglottisme. En daar wàt ik daar doe niet zwaar is, ik meen niet moeilyk, en ik bly ben 200 frs vast te hebben, blyf ik | |
[pagina 262]
| |
zoolang het gaat. Vind ik wat beters, wat intelligenters te doen, dan ga ik weg. - Naar de tentoonst. waten we nog niet weer, ook nog niet dus by de javaanschen. Die moeten we haar Kabajas nog brengen. De stof kochten we al de vorige week. Ja, je had gelyk met die aanmerking die je maakte: eerst autour du Bromo, en dan autour du Smérou.Ga naar eindnoot3 Een lapsus die me ontging. Maar ik ben toch heel bly met dat dingetje. - Ja, ik hoop ook dat de Quérido's en de v.d. Goesen myn afstraffende stukje onder de oogen krygen. Ik stuurde een exempl. er van aan Quérido, p.a. van zyn uitgever. 't Boek van Wagenvoort kreeg ik nog niet. - Gister was 't hier gloeiend heet, net Augustus. Vandaag is 't koud en regenachtig. Guur. Wat een akelige overgang. 't Bederft myn humeur. - Was VlekGa naar eindnoot4 bly dat je terug was? Grip maakt het best en is heel heel lief. De krekels prospereeren ook, en leven nog alle tien. Wy beiden gezond. Ja, Nieuwenhuis sprak ik een paar maal. Hy was heel aardig, zooals hy altyd is op reis. Buiten de politiek is hy een aangenaam mensch, niets aanstellerig, geleerddoenerig of domineeachtig. Maar als de politiekery op de proppen komt -...- Hy liet ons toen hy hier was, 't portretje zien van hun kindjeGa naar eindnoot5, 't kleinste. Wy vonden 't heel lief. Wat een mooi kind. En een paar dagen nà zyn thuiskomst stuurde hy ons per post zoo'n portretje. Wy vonden dat heel lief; ik ben voor dergelyke attenties heel gevoelig. - Nu, van ons beiden veelmaal hartelyk gegroet.
t.t. A.C.
Laat spoedig weer eens iets van je hooren, maar reken niet op te spoedig antwoord. - Als ik kàn antwoord ik altyd gauw. |
|