Brieven 1888-1961
(1997)–Alexander Cohen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 98]
| |
Aan F. Domela Nieuwenhuis18 Winchester Street Acton w. Londen, 3.9.95.
Waarde Nieuwenhuis,
Pas de chance!, zooals ge ziet. Zoo gevangen, zoo gehangen. Zóó vry gesproken, zóó er weer uitgegooid. Niet dat ik er stellig op rekende in Frankryk te kunnen blyven, maar toch ik had hoop, te meer daar de pers zich goed gehouden heeft, ten mynen opzichte. Ditmaal echter ben ik op fatsoenlyke wyze 't land uitgezet en niet zooals de eerste maal, in een celwagen. Twee netjes gekleede ‘heeren’ zyn my zaterdag j.l. komen halen uit de kast en in vliegende vaart reed de fiacre naar het gare du Nord. Van daar 2e klas naar Calais. Daar de smeerlappen my onverwacht als het ware hebben opgelicht, was ik niet in de gelegenheid myne arme, dappere Kaya te waarschuwen. (Zy was en is nog te Parys). Zy had 100 francs voor onze reis terug voor het geval ik weer uitgebannen mocht worden. Maar zooals gezegd wist zy niet van myn vertrek. En ik had haar adres niet eens. Wat 'n gemeene streek niet waar om haar zoo in onwetendheid en ongerustheid te laten omtrent myn lot. Ik had dus geen geld en zoo wat niets gegeten sedert den vorigen dag. Ik dreigde dan ook met spektakel indien ik niet vóór myn vertrek in de gelegenheid werd gesteld iemand op de hoogte te brengen van myn wedervaren. Ik kon toen aan het station du Nord telegrapheeren aan iemand te Parys met verzoek my den zelfden dag nog en telegrafisch geld te sturen naar Calais. Anders bleef ik in Dover zitten, midden in den nacht en zonder geld. En dat telegram, een vry uitvoerig, hebben de heeren moeten betalen om spektakel te vermyden. Onderweg ben ik goed behandeld geworden, zoo vry als de omstandigheden het veroorloofden, en heb ik wat betreft eten en drinken, (waaraan ik trouwens verschrikkelyk behoefte had) alles gehad wat ik verlangde. Moeilyk heb ik het me overigens niet gemaakt. Myn bagage, een pak met kleeren en boeken eenerzyds, en verder een kolossale, zware fransch-Duitsche dictionnaire (die minstens 4 kilo woog) heb ik de ‘heeren’ begeleiders laten dragen. De dag was gloeiend heet en het was een lust den man met die dictionnaire te zien sjouwen en haar van de eene hand in de andere te zien nemen. Te acht uur 's avonds te Calais | |
[pagina 99]
| |
aangekomen weigerde ik een stap verder te doen en maakte my klaar om midden op de Place d'Armes te gaan zitten, indien er niet eerst gegeten werd. En niet in een ‘gargote’ (of restaurant van den 36en rang) voegde ik er by. Ik heb dan ook heel goed gedineerd in een uitstekend restaurant. Er ontbrak niets aan, zelfs niet eens de koffie après diner. Toen zyn we naar de haven gegaan, om op de boot te wachten. Behalve de twee lui die my van af Parys begeleidden, kreeg ik nog een eerewacht van drie andere politielui: de speciale commissaris van Calais en diens twee secretarissen. Procès verbaal van reis en aankomst werd opgemaakt, onderteekend, afgestempeld en de duivel weet wat meer. Daarna een (voorloopig) procés verbaal van myne inscheping, met opengelaten vertrekuur der boot, de naam van de boot (‘Wave’), den kapitein etc. etc. Toen een uitvoerig cyfertelegram, dat afgezonden moest worden zoodra de boot van wal stak - daarvoor moest het telegraafkantoor tot 3 uur 's nachts openblyven - om den prefect van politie te Parys te melden dat ik het land uit en Frankryk gered was. Dat grapje heeft hen minstens 250 francs gekost. En het zou voor my zelfs amusant geweest zyn, ware ik niet in zorg geweest wegens Kaya. Ik hoorde nog niets van haar sedert myn vertrek van Parys. Voorloopig heb ik myn intrek by B.K. totdat Kaya komt. Ik zal dus genoodzaakt zyn voorloopig nog in Engeland te blyven. Maar toch geef ik de hoop niet op naar Parys terug te keeren. Het tegenwoordig ministerieGa naar eindnoot1 leeft geen twee maanden meer. De Madagascar-quaestieGa naar eindnoot2 en de Magnier-geschiedenisGa naar eindnoot3 zullen het spoedig begraven. Waarschynlyk dadelyk na de vacantie, in October. Misschien dat van een ander ministerie myne vrienden het opheffen myner uitbanning zullen kunnen verkrygen. A propos, van die geschiedenis van Paul ReclusGa naar eindnoot4 is geen woord waar. Hy is niet gearresteerd te Parys. Dat verhaal in de Echo de Paris is een verzinsel van a tot z. Zoodra ik weer wat op stel ben, en Kaya hier is, zal ik én voor R.v.A. én voor Morgenrood weer schryven. - Kan ik de sedert 10 july verschenen n.os van R.v.A. ontvangen? Die kreeg ik niet enGa naar eindnoot5 ‘pour cause’. Ik was toen reeds van Willesden Green weg. Laat voorloopig Abas alles adresseeren 18 Winchester Street, Acton, London W. Aan Mr. Kampffmeyer. Maar hy moet dit adres niet laten drukken. Myne hartelykste groeten aan uwe vrouw en andere huisgenoten. Eveneens aan Abas, Cornelissen enz. - Schryf my spoedig eens. Als altyd, uw vriend Alexander Cohen |
|