deeld, per brief, dat hy het eerste deel myner vertaling ‘en bon ordre’ had ontvangen - dat er een deel van miste. En nu weer vertelt hy u dat er twee bladzyden van uw handschrift verloren zyn. Is dit zoo, dan bracht hy zelf ze zoek. Alle personen die met Brouez hebben te doen gehad, klagen over zyn slordigheid, zyn niet-antwoorden op dringende brieven en zyn laffe uitvluchten om die slordigheid te vergoelyken. Wat my aangaat, ik heb geen domicile meer hier te Londen. - Voor een week of drie, vier, toen ik u schreef niet meer te Willesden Green aan 't oude adres te zenden, hebben wy er overhaast: à la cloche de bois, zooals men te Parys zegt, tusschen uit moeten trekken met medeneming onzer meubelen en ‘zonder adres achter te laten’. Wy hebben toen een paar weken op het land doorgebracht en ik schreef u van daar, Acton. Ontvingt gy dien brief of briefkaart niet? - Vóór wy gingen heb ik alle brieven, geschriften enz. nagezien, (zooals ik steeds doe by verhuizingen), verbrand wat verbrand kon worden en ingepakt en verzegeld wat bewaard diende te blyven. Onnoodig u te zeggen dat daartusschen titel noch jota van uw artikel was, dat ik aan Brouez had opgezonden, aangeteekend. 'T reçu gaat hierby. Ik weet wel dat dit u niets bewyst voor 't volledig zyn van 't manuscript, maar wèl bewyst het dat ik myn zaken voor elkander en by elkander houd, zelfs in de grootste hurrie. Trouwens, gy weet uit ondervinding dat ik myne artikels opzend en dat er nooit iets aan ontbrak, aan de manuscripten, wel te verstaan. Ook nu geef ik u de plechtige verzekering (en gy weet dat ik niet lieg of ‘draai’) dat alles compleet en goed verzekerd door my is opgezonden.
Wat ik my wèl verwyt is, dat ik 't heele manuscript niet vertaalde en wel sinds geruimen tỳd. Maar och als gy eens wist, of by benadering kont bedenken wat 'n soesah wy hebben uitgestaan. En dan nog die vervloekte Brouez met zyn leugens en draaieryen, en uitstel van publicatie. Ik ben er wanhopig onder geworden.
Nu heb ik eene resolutie genomen, maar houd dit voor u, uitsluitend voor u, totdat de bladen spreken. Ik ga morgen of overmorgen naar Parys, zal ten minste trachten daar te komen zonder gearresteerd te zyn. Ik wil myn vonnis laten herzien. Misschien, er is ten minste kans op, (als de bladen spektakel maken), wordt myne expulsie ingetrokken, en kan ik te Parys blyven. Zoo niet, dan kom ik naar patria, zit myne 6 maanden af en blyf daarna in Holland. Mogelyk kunnen we samenwerken. Ik denk dat wel mogelyk, en stryd is voor my eene levensbehoefte evenals geregelde bezigheid.
Kaya en ik groeten u allen wèl.