Brieven 1888-1961

[p. 44]

Aan Frederik van Eeden¹

Parys, 4.12.92

59, rue Lepic

Mynheer,

Door eenige fransche tydschriften aangevraagd, nederlandsche romans en novellen te vertalen - ik had reeds het genoegen Multatuli in Frankryk² te doen kennen - schreef ik naar Nederland om inlichtingen betreffende moderne litteratuur.

Van verschillende zyden beval men my ten zeerste aan U te schryven om u te verzoeken my een exemplaar te zenden van uw boek getiteld: De Kleine Johannes, en te trachten eene vertaling daarvan uit te geven. Zou U dit aangenaam zyn? Ik weet natuurlyk niet beslist of dit gelukken zal, maar heb de beste hoop. Na lezing van uw boek zal ik daaromtrent beter oordeelen kunnen.

Ik hoop dat U wel zult willen voldoen aan myn hiertoe strekkend verzoek en zeg u by voorbaat dank. - Het spreekt van zelf, dat, indien myn plan met goed gevolg wordt bekroond ik U een of meer exempl. van uw vertaald werk zal doen toekomen.

Met alle achting,

Alexandre Cohen

59 rue Lepic 59

Paris

p.s. Gy neemt het my zeker niet kwalyk, niet waar? indien ik u aanbied de frankeerkosten van uw boek naar Parys te vergoeden?

C.

1 De Tachtiger Frederik van Eeden (1860-1932) had in 1887 een grotendeels in sprook-jesvorm verhulde autobiografie De kleine Johannes gepubliceerd, die een religieusethisch slot heeft. In 1890 volgde de komedie Don Torribio, in 1891 Ellen, een lied van de smart en in 1892 Johannes Viator, het boek van de liefde. Cohen vertaalde geen werk van hem.

2 In de Revue de l'évolution en La révolte verschenen enkele Multatuli-vertalingen door Alexander Cohen. De noten 2, 3 en 4 bij de brief van 6 juni 1893 geven een overzicht.