broeikas waar 't bovendien tocht als de hel; dat komt er nog bij. Errina, doe de balkondeur 's dicht.’
‘Ja, ik ben je keukenmeid.’
‘Maar jongen, als ze jou maar lieten zwemmen kwam er immers ook niks van je terecht,’ zei Free.
‘Nou jà, dat is 'n mop, een boutade!’
‘Haha,’ schamperde Albrecht in zijn hoek.
‘Op geen enkele manier komt er van jou wat terecht,’ lachte Free en met een lichte nabootsing van Leo's geaffekteerde beweertrant: ‘En dat zit 'm niet aan 't systeem, - maar aan den mens. Aan den Mens met een hoofdletter M.’
‘Hè god Leo, neem nou niet zoo veel van die vla. Je ziet toch dat Jules nog hebben moet,’ bitste Errina.
‘Jeugdige Jules, je maakt al veroveringen. Merk je 't?’
‘Maak 't maar gerust op, Jules: ik hou altijd nog wat achter. Want hoe meer je ze voorzet, hoe meer ze vreten.’
‘Fi donc! Wat 'n woord,’ klaagde Leo met een hoog stemmetje. ‘Wat moet die Jules wel denken van Parasitenheim...’
‘Jules zal denken, dat het hier een groot gekkenhuis is. En als-t-ie dat denkt heeft-ie gelijk.’