Er is geen haar op me hoofd, dat daarover denkt, lieve Errina.’
Free was intussen de kamer uitgelopen: één minuut later zag men zijn kleine, minne figuur het pad der rotsblokken af-trippelen. dat de villa Errina met de grote weg verbond.
‘Hij doet 't natuurlijk weer, - niet jij.’
Leo had zich achterover in de schommelstoel laten vallen; hoog trok hij de wenkbrauwen op in het bleke gladgeschoren gezicht, knikte haar toe met een tergend lachje, zonder iets te antwoorden; zocht dan de lucifers op, om opnieuw zijn pijp aan te steken.
‘Vertel me liever eens: wat eten we van middag, Errina?’
‘Vegetaries hè? 't Is vleesloze dag.’
‘O got-o-got.’
‘Schijngehakt, aardappelen en kastanjes. En een extra-dessert omdat 't de eerste dag is dat Jules hier woont.’
‘Ja. Misleid hem maar, Errina. Je hebt ons allemaal misleid, - vèrleid, - hoe moet ik het noemen...’
‘Als je niks anders weet te kletsen dan onzin, dan zal ik maar 'ns naar Jules gaan kijken.’
‘Die is anders nog lang niet boven. En Battista is niet tuis om deze tijd.’