van het bed en haar toilet met haarspeldenbakje en poederdoosjes en de...
Enfin alles. Laat ons den duivel van den Beschrijvingslust, weerstaan en dien anderen van den Inventarisatielust, een duivel van langer adem. Laat ons liever weemoedig worden, weemoedig èn wijsgeerig en laat ons zien wat dit alles leert.
De allereerste leering is wèl, dat waar er blijkbaar zooveel achterbleef, de doode maar weinig mee nam. Neen, men neemt niets mee als men dood is en al wat wij zoo zeer ons eigen achtten, laat ons alleen trekken op dien laatsten gang, waarbij wij getrokken worden.
Onze schrijftafel en innig-eigen stoel, ons bed, onze wandelstok, zij nemen niet eens afscheid, maar blijven bot staan, een nieuwen meester ten dienste. Hun vertrouwelijk aanzien was maar schijn en niets is onverschilliger, neutraler, meer ten gedweeën dienste van elkeen dan meubelen en al wat wij bij en aan ons hebben. Dàt is wat zoo een verlaten boedel predikt met al de spij-