een wredere vijand dan de donkere machten der aarde. Te negen uur was de city één haard van vlammen en rook. Waarschijnlijk waren bij de aardbeving de gasbuizen gesprongen en had zich het gas met de lucht gemengd, zodat het als knalgas was geexplodeerd. En dat op vele plaatsen tegelijk. San Francisco werd door het vuur verslonden.
De brandweer rukte uit. Maar de puinhopen versperden haar de weg naar de vuurhaarden. Men drong door tot een vlammend huizencomplex en begon te blussen. Vóór enig resultaat merkbaar was, waren tien andere huizen in vuurspuwende vulkanen veranderd. Toen raakte ook de waterleiding in het ongerede. De buizen waren eveneens door de aardschokken gebroken en hier en daar liepen de kelders onder. Maar waar men water nodig had, ontbrak het. De brandweer stond, met haar lege pompen, machteloos. Het lot van San Francisco was bezegeld.
Troepen rukten aan en lieten gehele straten in de lucht vliegen, om het vuur te beperken. Tevergeefs, de vlammen sprongen over en maakten zich langzamerhand van de stad meester. Toen de zon op het hoogst stond, was meer dan de helft van San Francisco één enkele vuurzee. Olievoorraden uit pakhuizen en fabrieken voedden het vuur; een dikke, adembelemmerende oliewalm daalde neer over de meer dan tweehonderdduizend vluchtelingen, die buiten de stad moesten aanschouwen, hoe hun bezittingen vernield werden.
De doden werden toen reeds bij duizenden geteld. Bij de eerste schok was het weeshuis ingestort; tweehonderd kinderen gingen over van de slaap in de dood. Een huurkazerne van tien verdiepingen stortte in; geen enkele bewoner werd gered. De gebouwen der grote bladen hadden het personeel, dat de zorg voor het ochtendblad had, onder hun puinhopen bedolven. Caruso kon zich nog juist in veiligheid stellen vóór het hotel, waar hij zijn intrek had genomen, instortte.
Het heldhaftige optreden van de brandweer was vergeefs. De commandant vond onder de puinhopen van het Union Trust Building de dood. Drie regimenten soldaten zwoegden, bijna naakt met het oog op de hitte, om de brand te overmeesteren. In de namiddag was ook de Chinezenwijk door het vuur aangetast. Als hongerige wolven en begerige hyena's kroop de onderwereld van San Francisco uit haar schuilhoeken en begon te plunderen. Uit een krankzinnigengesticht waren zeshonderd gevaarlijke krankzinnigen losgebroken, die onder het plegen van de afgrijselijkste misdaden door de verlaten straten raasden.
De nacht werd huiveringwekkend. Op een afstand van 40 kilometers was de gigantische brand te zien. Onophoudelijk weerklonken de explosies van het dynamiet, met behulp waarvan men het vuur wilde overwinnen. Op het veld was niet genoeg water om de dorst der honderdduizenden te lessen, de levensmiddelen-