24 april 1934: Coenen aan Ritter
Briefkaart.
Geachte Heer Ritter,
Herinnert gij u dat ge mij een radiobeurt beloofd hebt, zoo tegen eind April? Dat zal nu wel niet meer kunnen, maar ik wil u toch gaarne aan een belofte houden, nademaal de ‘tijdsomstandigheden’ niet zoo zijn, dat men zelfs een klein gewin kan verwaarloozen. Hoor ik eens iets van u? Met hart.gr.
uw dw
F. Coenen